Il Poverello, Manuel Kneepkens

Wachtend in Den Haag op de gouden tram
die van Nirwana
naar het Scheveningse strand, bad ik:

Broeder Duin, ik dank u voor uw deemoed
Zuster Strand, ik dank u voor uw naaktheid
Broeder Zee, ik dank u voor uw golfslag

Dat alles bad ik, terwijl ik Broeder Badpak
thuis had laten liggen…

Er zat niets anders op
(‘Here comes the Sun…’)
dan naakt naar het naaktstrand

om te preken tot de meeuwen, zo welsprekend
als ooit Franciscus van Assisi
tot de vogels van Toscane

en tot de kanoetsteltlopers, vrolijk trippend
langs de vloedlijn…

en tot de zonaanbidsters met hun halo
van geheiligd boter-
blond
de suntanned Zusters Zonnebrand

Hot! Hot! Hot!

hun favoriete zomerhit:

Franciscus’ Zonnelied

                             Laudato si….  

En Zuster Zeester. En Zuster Zeewier.

En Broeder
Kwal!

Dit bericht is geplaatst in Poëzie en getagd, , . Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.