Wedijveren, door Theo van der Wacht

‘Fled is that Music: – Do I wake or sleep?’

John Keats – Ode to a nightingale

Ik kan niet meer slapen, schuif het gordijn open, de nacht begint al te vervagen. Terug in bed denk ik Het was Rome waar ik zo-even van droomde, van bovenaf gezien, in vogelvlucht zeg maar.

Buiten, 12-hoog onder mij, de nog slapende daken van de stad. De rafels van de duinrand maken zich al los van hun schaduwen. De oplichtende zee projecteert af en toe een blink op de laaghangende grijze bewolking, wedijverend met de vuurtoren, maar dan zonder diens ijzeren cadans. In het Oosten staat de stad nu volledig in brand, boven de wirwar van hoge gebouwen uit, die elkaar al even erg beconcurreren als nieuwe rijken dat plegen te doen met hun buitenissige hobby’s en speeltjes. Zelfs het vrije zicht op de Haagse torenklok waarvan ik ooit als jochie vanuit mijn zolderkamertje de tijd aflas, heeft onder dit absurde machogedrag moeten lijden. Maar de kerktoren zelf, waaraan de wijzerplaat nog glanst als voorheen, staat goddank nog recht overeind, en dat is toch al heel wat in tijden waarin de terreur van de doelmatigheid onze leefwereld bestiert.

En al mag dat klokkijken vanuit huis dan niet meer lukken, de spits van de toren is met enige moeite nog wel te onderscheiden, en ook, een paar windstreken oostelijker, die van Delft, de Nieuwe wel te verstaan, waardoor ik via de aloude kruispeiling (de vroegere zeeman in mij eist nu zijn tol op) mijn plek op deze planeet voor vandaag onwrikbaar weet zeker te stellen. (Tip: gebruik hiertoe naast een betrouwbaar kompas ook een up to date stafkaart ).

Wat een onzin denkt u nu als lezer, zo’n plaatsbepaling gaat toch via de Tom Tom niet alleen duizendmaal sneller, maar is ook veel preciezer; bovendien heb je er geen tijdrovende studie in de zeevaartkunde voor nodig. Mijn verweer is dan, dat het gebruik van die kaart, met al zijn ouderwetse passen en meten, behalve dat het me boeit als speels tijdverdrijf, ook de homo sapiens in mij scherp houdt, zeg maar als weermiddel tegen elke vorm van geestdodende automatisering.

In het gedroomde Rome van daarnet streek doodstil een merel neer, op een huisje gelegen aan de Spaanse trappen. Net zo’n huisje als waar de dichter John Keats zijn benauwde laatste uren doorbracht. Het was evenwel geen merel waaraan Keats een van zijn beroemdste lofuitingen opdroeg. Bij zijn graf elders in Rome, in de schaduw van die kleine piramide, heb ik de desbetreffende ode een keer hardop voor staan lezen. Mussen waren er mijn enige, zij het nogal tegenstribbelende gehoor. Toch voerde ik ze naderhand mijn laatste pizzakruimeltjes, als dank voor hun tsjilpende omlijsting.
Getrommel en gesnater op mijn platte dak werpen ons terug in mijn bovenwoninkje, met dat aardige rondzicht over zee, duinlandschap en stad. Met mijn gerafelde rijzweep uit het raam hangend, gesel ik weldra de rug van mijn dakgoot, en verjaag er voor zo lang het duurt dat onhebbelijk copulerende koppeltje nijlgansen. Bah, die planten zich toch voort als waren het van die naoorlogse ongeletterde katholieken en gereformeerden …. en god bewaar ons dat die ooit weer een meerderheid vormen…Maar nu stil even! Luister, die merel uit mijn droom heeft zijn zang luidkeels hervat, en dat lied werkt op mij in als een placebo….maar desondanks zwam ik toch nog even door over insecten als zeg de tijgerspin die naar ik las, onze dreven massaal aan het veroveren is – en geen rivier, dijk of Grebbelinie hem daarvan afhoudt. Landverhuizers dus, op weg naar plekken waar het goed toeven is. Opzienbarend? Nee hoor, zo universeel logisch als maar zijn kan. Kijk, de zon moet er zelfs even van glimlachen. Net als om al dat gedoe over je weet wel, die opwarming…maar morgen zullen het alweer de verschrikkelijke ijsvelden zijn die ons biotoopje bedreigen. Loop naar de maan, riepen wij vriendjes, nog niet eens zo heel lang geleden, anderen of elkaar toe. Tussen al die bezorgdheden door, beluister ik nog steeds aandachtig de zang van mijn eigenste merel, en merk nu pas dat die laatste regel uit Keats’ Nachtegaal er zich woord voor woord mee begint te bemoeien. Uit wedijver?
Tip – op You Tube kun je hem compleet beluisteren, die Ode, en dan nog wel in algemeen beschaafd Engels gereciteerd. Oh, gij!

Dit bericht is geplaatst in Columns. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.