Auteurs

Extaze 32

Sander Bax (Dordrecht, Utrecht) werkt als universitair hoofddocent Literatuurwetenschap, Cultuurgeschiedenis en Vakdidactiek Nederlands aan de Universiteit van Tilburg. In 2015 publiceerde hij bij uitgeverij Meulenhoff De Mulisch Mythe. Harry Mulisch: schrijver, intellectueel, icoon. In 2019 verscheen bij Prometheus De literatuur draait door, een studie naar literatuur en mediacultuur. Momenteel werkt hij in opdracht van Uitgeverij Querido aan de biografie van de schrijver J. Bernlef.

Rob H. Bekker (Venlo, Utrecht) is hoofdredacteur van het eenmanstijdschrift Saaie Berichten (1986–heden), zanger van de kunstenaarsband Zimihc (Zat Ik Maar In Hoog Catharijne), die in 2020 zijn zesde album (Hout + Steen) zal uitbrengen. Bekker’s jongste dichtbundel is Kruisigingen (2000, IJzer). Binnenkort lanceren RHB en F. W. Korsten hun blog BenK op het internet.

Chrétien Breukers (Leveroy, Praag) is schrijver. Herfst 2019 verscheen zijn roman En in de nacht een riem. Komende publicatie: Het wonderjaar (een memoir).

Catharina van Daalen (Apeldoorn) is kunsthistorica en woont in Amersfoort. Ze heeft meegewerkt aan enkele wetenschappenlijke publicaties en een dichtbundel uitgebracht in eigen beheer: Tot hij oceaan werd (2019). Momenteel werkt ze aan een jeugdroman.

Job Degenaar (Dubbeldam, Lemmer) publiceerde ruim een dozijn dichtbundels in Nederland en twee bloemlezingen van zijn werk daarbuiten, schreef verhalen en beschouwingen over literatuur, kunst en cultuur en vertaalde lyriek van Paul McCartney, Reiner Kunze en van vervolgde schrijvers. Jongste bundel: Hertenblues (2de druk 2018). Is voorzitter van pen Emergency Fund.

Mattijs Deraedt (Kortrijk) is poëzieredacteur bij literair tijdschrift Kluger Hans en docent Literaire Creatie in d’Academie podium in Sint-Niklaas. Gedichten van hem verschenen in tijdschriften als Het Liegend Konijn, De Revisor, Poëziekrant en Extaze. In 2017 werd hij derde in de finale van Write Now! met een cyclus gedichten. Eind 2018 stond hij in Vers van het Mes, een eigenzinnig poëzieprogramma van deBuren en Perdu. Momenteel werkt hij aan poëzieproject rond het thema mannelijkheid.

Dorien Dijkhuis (Apeldoorn, Utrecht) schrijft poëzie, korte verhalen en reisverhalen. Werk van haar hand verscheen in verschillende literaire tijdschriften zoals Tirade, Het Liegend Konijn, Extaze en op de websites van Passionate en Tijdschrift Terras. Gedichten werden ook opgenomen in bloemlezingen, waaronder 10 voor 10, tien Extaze-dichters van de jaren tien. Half november 2019 verscheen haar poëziedebuut Waren we dieren bij Uitgeverij Nieuw Amsterdam.

Pieter Drift (Vlaardingen, Arnhem) is in 1991 afgestudeerd aan de Academie van Beeldende Kunsten te Rotterdam. Hij etst, tekent, knipt en plakt. Sinds 2012 vormt hij met Willem Jakobs een kunstenaarsduo. Wekelijks geven zij een update van hun performances op www.jakobsdrift.nl/blog. Hun handelsmerk is een witte tafel met twee stoelen. Schrijven deed hij altijd al. Publicaties in o.a Ballustrada, De Optimist en Ambrozijn.

Rosanne Hertzberger (Rotterdam) is schrijver, columnist voor NRC Handelsblad en microbioloog gespecialiseerd in melkzuurbacterien.

Boudewijn van Houten (Den Haag, Wippelgem, België) schreef vijfentwintig boeken in zo ongeveer alle genres. In 1970 debuteerde hij bij De Arbeiderspers met de roman Onze hoogmoed, over de vorming van een immorele jongensgroep. Zijn laatste boek, Ik ben, dus ik denk gaat over denken, dromen, herinneren en spijt van eigen gedrag. Hij woont sinds 1975 in België.

Philip Hoorne (Kortrijk, Wevelgem) is schrijver en fotograaf. Hij schreef zeven dichtbundels waarvan de meest recente, Het dikke meisje en de ziener, in 2019 bij Uitgeverij In de Knipscheer. Verder schreef hij een verhalenboek en was hij de samensteller van een aantal poëziebloem-lezingen. Over zijn leven en werk verscheen een monografie met als titel Wachten is het hele leven. Hij geeft poëziecursussen en is de stichter, begeleider en bezieler van het Poëzieatelier Brugge.

Leendert Korenhoff (Amsterdam, Haarlem) Is vanaf zijn vijftiende levensjaar leadzanger en songwriter. Inmiddels is hij dichter, schilder, en specialist in jongeren (de moeilijkste van de moeilijkste) uit de gesloten en besloten Jeugdhulpverlening. In Extaze 32 maakt Leen als ‘het best bewaarde geheim van Nederland’ zijn debuut met het gedicht ‘Raise your Vibration’.

Arjen van Meijgaard (Den Haag) publiceerde korte verhalen in o.a. De Tweede ronde, Deus ex Machina en Extaze. Een van zijn verhalen werd opgenomen in De beste verhalen van Duizendwoorden (Nieuw Amsterdam, 2008). In 2017 debuteerde hij in de Extaze-reeks met We hebben alles bij ons. Als recensent is hij verbonden aan Tzum, boekhandel Athenaeum en Extaze. Op dit moment werkt hij aan zijn tweede roman.

Hanz Mirck (Zutphen) debuteerde in 2002 met Het geluk weet niets voor mij (genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs). Voor zijn tweede bundel Wegsleepregeling van kracht (2006) kreeg hij de J.C. Bloemprijs. Ook publiceerde hij een roman (Het godsgeschenk, 2005). Mirck was stadsdichter van Zutphen en daarna van Apeldoorn. Hij werkt aan zijn achtste dichtbundel. 

Coen Peppelenbos (Raalte, Groningen) is hoofdredacteur van de literaire website Tzum, schrijft recensies voor de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden. Zijn laatste roman is De valkunstenaar. Is docent letterkunde bij NHL Stenden.

Andrei Roiter (Moskou, Amsterdam). Bezocht van 1978 tot 1980 het Moskou Architectuurinstituut. Vanaf het midden van de jaren tachtig nam hij deel aan verscheidene internationale tentoonstellingen over Russische kunst in Europa en de Verenigde Staten. Sinds 1990 woont hij in West-Europa. Hij werkt vanuit verschillende disciplines, zoals schilderen, fotografie, tekenen en installaties. De beelden en symbolen in zijn werk refereren vaak aan het thema ‘reizen’, veelal in de betekenis van onderzoek of ontsnapping, zowel in metafysische als
autobiografische zin.

Christiaan Ronda (Groningen, Freiburg im Breisgau) schrijft sinds enkele jaren zo fulltime als maar kan. Zijn korte verhalen verschenen o.a. in Terras, DW B, Tirade en Kluger Hans, en op Ekrituur.nl. Hij werkt op het moment aan twee vreemde romans en schrijft graag biografieën van mensen die nooit bestaan hebben.

Inge(borg) Schollen (Ayeneux, Zeebrugge) doorliep de middelbare school, las veel, schreef veel, maar liet haar ‘verzamelde werken’ steeds in de prullenbak verdwijnen. Verwerkt graag de spreektaal die haar door kleurrijke en minder kleurrijke figuren gegeven wordt.

Taconis (A.W.) Stolk (Oegstgeest, Amsterdam/Belgrado) is salonmodernist. Met wlfr (agency for concepts) realiseert hij projecten in uiteenlopende kunstdisciplines, vaak op het grensvlak van kunst en wetenschap. Hij leidt de ArtScience Interfaculteit van het Koninklijk Conservatorium en de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Den Haag en doceert aan de Universiteit Leiden. Ooit gaf hij mede het ongekende tweemansperiodiek Herschensteen Beweegt uit.

Arie Storm (Den Haag, Amsterdam) schrijft romans en literatuurkritiek. Zijn Het horrortheater van de Nederlandse literatuur (2019) is zowel het verslag van een persoonlijke leesgeschiedenis als een aanval op het huidige literaire klimaat. ‘In zijn schrijverschap vertoont hij de radicaliteit van een kamikazepiloot,’ schreef De Groene Amsterdammer over hem.

Bert Struyvé (Enschede, Assen) studeerde sociale geografie en Nederlands en werkte als docent in het mbo. Publiceert sinds 2015 poëzie in o.a. Meander, Extaze en ORP. In België in Gierik & NVT/Gpunt, Het Gezeefde Gedicht, De Schaal van Digther, een twee powezie en De Vallei. In 2016 verschenen gedichten van hem in de HGG-bloemlezing en in 2017 werd hij uitgenodigd voor het project ‘Poëzie op straat’ in Gent. Hij is een van de schrijvers van het geschiedkundig boekwerk De Asser Rijks HBS/MMS (2017/2018). Eind 2018 werd hij genomineerd voor de eerste Vlaamse Zeef-bundelpoëzieprijs 2019.

 

Extaze 31

Annika van Bodegraven (Almelo) woont in Utrecht, waar ze Nederlandse literatuur en
cultuur studeert.

Jonas Bruyneel (Kortrijk, Gent) debuteerde in 2015 met de bekroonde verhalenbundel Voorbij het licht. In februari 2019 verscheen zijn historische roman Vijd bij Uitgeverij Lannoo. Als muzikant en podiumdichter is hij betrokken bij Uncle Wellington, Wolfe, Boonyi en Duikbootdansje. Van 2017 tot 2019 is Bruyneel Letterzetter (stadsdichter) van de stad Kortrijk.  

Guido Eekhaut (Leuven) schrijft romans, misdaadboeken, speculatieve fictie voor jongvolwassenen en ander kort en lang proza, zowel in het Engels als het Nederlands.

Piet Gerbrandy (Den Haag, wonend te Winterswijk) is classicus en dichter.

Judith de Graaf (Ermelo, Utrecht) is psychotherapeut en relatie- en gezinstherapeut en publiceerde op haar vakgebied over casuïstiek. Sinds kort richt ze zich ook op het schrijven van fictie. Ze schrijft verhalen en werkt aan een psychologische familieroman.

Florence Marceau-Lafleur (Parijs, Haarlem) studeerde af aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in 2018. Sindsdien heeft ze op verschillende plekken geëxposeerd, waaronder Galerie Wit (Wageningen), Kadmium (Delft), en de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen.

Annet Mooij (Den Haag) is zelfstandig gevestigd schrijver en onderzoeker. Ze woont in
Amsterdam en werkt op dit moment aan een biografie van de journalist, schrijver en performer Ischa Meijer.
 
Hans Muiderman (Den Haag) is schrijver van romans en (reis)verhalen. In 2018 verscheen Hanze! daar waar de reis naartoe gaat, een bundel reisverhalen. Hij is recensent bij Literair Nederland waar ook zijn blogs worden gepubliceerd. Met Kees ’t Hart is hij initiatiefnemer van het programma Over Boeken.

Arjen Mulder (Haarlem) is bioloog en essayist en woont en werkt in Amsterdam. Zijn meest recente boeken zijn: Wat is leven? (2015, bekroond met de Dr. Wijnaendts Franckenprijs), De successtaker (2017) en Vanuit de plant gezien (2019).

Ines Nijs (Heist o/d Berg, Tremelo) is freelance redacteur. Ze publiceerde korte verhalen in onder andere Gierik & NVT, VERZIN en De Optimist. In het najaar van 2019 verschijnt haar debuut-roman Onomkeerbaar bij Uitgeverij In de Knipscheer.

Maria van Oorsouw (Alkmaar, Haarlem), dichter en beeldend kunstenaar, schreef de scriptie
‘Dichters van deze tijd’ en was redacteur, docent en galeriemedewerker. Poëzie van haar is gepubliceerd in onder meer de bloemlezing 10 voor 10 en de tijdschriften Extaze, Pandora, Meander, Meulenhoffs Dagkalender van de Poëzie en De Tweede Ronde.

Martine van der Reijden (Amsterdam, Amstelveen) begon in 2016 met dichten na jaren te hebben geschilderd en getekend. Gedichten van haar verschenen in Goudlicht en avondschijn (2017), Op Ruwe Planken (2018) en De Revisor (2019).

Onno Schilstra (Amsterdam) is beeldend kunstenaar, schrijver en muzikant. Hij woont afwisselend in Amsterdam en Berlijn, waar hij samen met zijn vrouw Wim Hardeman werkt aan hun magnum opus Panopticum Berlin, een klein, reizend museum met tekeningen over alles wat mensen mooi en verschrikkelijk maakt.

Inge(borg) Schollen (Ayeneux, Zeebrugge) doorliep de middelbare school, las veel, schreef veel maar liet haar ‘verzamelde werken’ steeds in de prullenbak verdwijnen. Verwerkt graag de spreektaal die haar door kleurrijke en minder kleurrijke figuren gegeven wordt.

 

Extaze 30

Hein Aalders (Middelburg, Amsterdam) is hoofdredacteur van het literair-historische tijdschrift De Parelduiker. In 2005 promoveerde hij op Slauerhoff’s opvattingen over poëzie. Recent verscheen van hem een selectie uit Slauerhoff’s correspondentie, Een varend eiland (Privé-Domein no. 288, 2017).

Clara Bolle (Amsterdam, Rotterdam) studeerde wijsbegeerte en kunst- en cultuurwetenschappen. Ze publiceert met enige regelmaat essays op het snijvlak van filosofie, kunst en literatuur voor verschillende Nederlandse en Vlaamse tijdschriften, waaronder Streven en Tijdschrift voor Filosofie. Daarnaast schrijft ze gedichten en maakt ze illustraties bij teksten. 

Chrétien Breukers (Leveroy) is schrijver. Hij woont en werkt in Praag. Komende publicaties: Het wonderjaar (een memoir) en En in de nacht een riem (roman).

Mattijs Deraedt (Kortrijk, Brussel) is poëzieredacteur bij literair tijdschrift Kluger Hans. Gedichten en korte verhalen van hem verschenen in tijdschriften als Het Liegend Konijn (2019), De Optimist (2018) en Deus Ex Machina (2016). Eind 2018 stond hij in Vers van het Mes, een eigenzinnig poëzieprogramma van deBuren en Perdu.

Pieter Drift (Vlaardingen, Arnhem) is afgestudeerd (etsen en tekenen) aan de kunstacademie te Rotterdam. Als duo met Willem Jakobs doet hij kunstprojecten en performances. Publicaties in o.a. Ballustrada, Ambrozijn, De Optimist, Op Ruwe Planken en Schrijven Magazine.
 
Job Degenaar (Dubbeldam, Lemmer) is dichter, neerlandicus en voorzitter van het pen Emergency Fund. Hij publiceerde vele dichtbundels en artikelen over poëzie en verzorgt lessen poëzie voor de Schrijversvakschool Groningen. Jongste dichtbundel: Hertenblues.

Arpaïs Du Bois (Gent, Antwerpen) is beeldend kunstenaar en docente aan Sint Lucas Antwerpen, audiovisuele en beeldende kunsten. Haar dagelijkse tekenpraktijk mondt uit in zowel dwangmatig gevulde cahiers als middelgrote en op groot formaat uitgevoerde werken op papier. In nieuwe constellaties vormen deze werken de basis van zowel haar publicaties als haar tentoonstellingen. Ze publiceerde verschillende monografieën bij Toohcsmi, Lannoo en Hannibal en wordt vertegenwoordigd door Gallery FIFTY ONE.

Evelien Flink (Berkel en Rodenrijs, Amsterdam) studeerde Communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en Journalistiek aan de Erasmus Academie. Ze werkte als redacteur bij de Volkskrant en de npo en publiceerde eerder bij De Optimist (2017). Momenteel zit ze in het laatste jaar van de Schrijversvakschool Amsterdam.

Jaap Goedegebuure (Sint Annaland, Den Haag) werkte als hoogleraar in de letteren bij verschillende universiteiten, het meest recent in Leiden. Hij schrijft boeken en artikelen over de literatuur van de negentiende en twintigste eeuw en is criticus voor Trouw. Zijn laatst gepubliceerde boek is Kellendonk, een biografie

Lydi Groenewegen (Weesp, Herwijnen) studeerde aan het Sweelinck Conservatorium in
Amsterdam, werkte als muziektherapeute op de afdeling kinderpsychiatrie van het amc en speelde en schreef educatieve theaterproducties. Zij is art director bij het klassieke platenlabel Channel Classics en violiste in de klezmerband Agge Nebbisj.

Harry Haarsma (Rotterdam) archiveert beeld en taal, geproduceerd door een verstrengelde wereld, en kiest dan een frame om de samengestelde beelden in onder te brengen, met behoud van de intrigerende complexiteit ervan. Momenteel werkt hij aan een reeks leporello’s waarin zijn beeldtaal laag op laag op laag wordt aangebracht. Het is een vorm die mee ademt. Zijn werk is regelmatig te zien in solo- en groepstentoonstellingen in Nederland.

Jeanet Kingma (Almelo, Den Bosch) Is beeldend kunstenaar/graficus. Zij maakt op dit moment vooral kunstenaarsboeken waarin tekst en beeld worden gecombineerd, meestal in sjabloondruk en houtsnede. Ook schrijft zij voor kinderen. In de zomer van 2018 verscheen bij Clavis haar tweede kinderboek, Viltstiftbos.

Hanz Mirck (Zutphen) debuteerde in 2002 met Het geluk weet niets voor mij (genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs). Voor zijn tweede bundel Wegsleepregeling van kracht (2006) kreeg hij de
J.C. Bloemprijs. Mirck was stadsdichter van Zutphen en daarna van Apeldoorn. Hij publiceerde zes dichtbundels, een roman (Het godsgeschenk, 2005), schreef jeugdliteratuur en maakte vertalingen. 

Leonie Pas (Heiloo, Leeuwarden) studeerde pedagogiek en Human Research Management. Naast diverse nominaties won ze eerste prijzen bij literaire schrijfwedstrijden, zoals de Gorkumse literatuurprijs voor het korte verhaal ‘Nieuwe Dingen’ (Schoon Schip, juni 2012) en voor het verhaal ‘Tango’ bij BasicPublishing.nl.

Mart van der Sterre is kunsthistoricus en was werkzaam in cultuur als docent Vroeg Christelijke Kunst en Cultuur Rijks Universiteit Leiden, educator Haags Gemeentemuseum, projectleider Deltaplan voor Cultuurbehoud in het Rijksmuseum voor Volkenkunde te Leiden, Provinciaal Museumconsulent Z-H, directeur Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland te Utrecht.

Monica Soeting (Amsterdam) studeerde filosofie in Tübingen en Amsterdam. Ze promoveerde aan de universiteiten van Maastricht en Groningen en was in 2012 een van de oprichters van het European Journal of Life Writing, waarvan ze een van de hoofdredacteuren is. Eerder was ze de hoofdredacteur van de tijdschriften Surplus en Biografie Bulletin. In 2009 richtte ze samen met Mirjam Nieboer het Nederlands Dagboekarchief op.

Willem van Toorn (Amsterdam, Le Petit Jouhet, Frankrijk) publiceerde een groot aantal romans en gedichten-, verhalen- en essaybundels, als laatste De jongenskamer, een gedicht (2018). Hij was redacteur van Raster en vertaalde werk van onder anderen Aldous Huxley, Cesare Pavese en Franz Kafka.

Steven Van Der Heyden (Gent, Herzele – België) is werkzaam als zorgcoördinator binnen de ouderenzorg. Hij volgt de opleiding poëzie bij Wisper – De Dichters o.l.v. Roel Richelieu Van Londersele. Samen met Katrin Dekoninck schreef hij het kunstboek Breath, dat in 2017 bij Stichting Kunstboek verscheen.

 

Extaze 29

Herman van Bergeijk (Den Helder, woonachtig in Rotterdam) studeerde architectuurgeschiedenis en filosofie in Groningen en Venetië, werkte lange tijd als freelance historicus in verschillende Europese landen en gaf les aan universiteiten in de Verenigde Staten. In 1995 promoveerde hij met een studie over het werk van W.M. Dudok en sinds 1997 is hij werkzaam aan de tu Delft. Hij heeft verschillende boeken op zijn naam staan en is redacteur van het tijdschrift Eigenbouwer.

Helge Bonset (Amsterdam, Loenen aan de Vecht) studeerde Nederlands aan de Universiteit Utrecht. Hij is gepensioneerd leraar, vakdidacticus en leerplanontwikkelaar Nederlands en de auteur van de verhalenbundels Nijlpaard op Loosdrecht (2017) en Veertien Variaties op ‘Het Veld’ (2013). Eerder verscheen een verhaal van hem op de Extaze-website.

Jolanda Ivonne Clément (Voorhout, Leiden) studeerde marketing, communicatie en (bedrijfs-)journalistiek. Ze schreef voor diverse vakbladen, waaronder MedischOndernemen, en publiceerde bijdragen in het FD en HP/De Tijd. In 2015 verscheen bij Amazon haar novelle Bloedpaarden, die de bestsellerlijst (spanning/mysterie) haalde. Momenteel voltooit zij bij de schrijfcursus De Meesterproef van de Querido Academie de roman Onkruid in Paradijs.

Guido Eekhaut (Leuven) schrijft misdaadboeken, psychologische romans, speculatieve en fantastische fictie en boeken voor de oudere jeugd. Zijn boeken en verhalen kregen diverse prijzen en nominaties. Twee van zijn misdaadboeken verschenen in de vs. Eekhaut, ‘De koning van de onconventionele plot’ (Het Nieuwsblad) schreef ook hoorspelen en non-fictie over technologie en samenleving. 

Mark de Haan (Den Haag, Dordrecht) studeerde Nederlandse Taal en Cultuur in Leiden. Hij publiceerde eerder verhalen en essays in Liter (2016) en Extaze (2017) en op Leesliter.nl (2016). Hij werkt bij een verzekeringsmakelaar en gebruikt fictie om daaraan te kunnen ontsnappen.

Viktor Hachmang (1988) is een Nederlandse illustrator en striptekenaar. Zijn illustraties werden o.a. gepubliceerd in The New York Times, Die Zeit, MIT Technology Review en Wired. Hij werkt voor grote internationale opdrachtgevers als Kenzo, Lacoste, Herman Miller en Diesel. Daarnaast richt hij zich op het maken van experimentele stripverhalen waarin innovatief drukwerk en bijzonder kleurgebruik een belangrijke rol spelen. In 2016 debuteerde hij met zijn korte verhaal Book of Void, uitgebracht bij de Britse uitgeverij Landfill Editions. Begin 2018 verscheen bij Nijgh & Van Ditmar zijn graphic novel Blokken, gebaseerd op de gelijknamige dystopische sciencefiction-novelle uit 1931 van Ferdinand Bordewijk.
Het in dit nummer van Extaze gepubliceerde werk betreft voorstudies voor en enkele prenten van de in de beeldroman gepubliceerde tekeningen.

In Blokken leidt Bordewijk ons rond door een rechtlijnige, op efficiëntie ingerichte stadstaat. In zijn kenmerkende ‘gewapend beton’-stijl omschrijft hij de trage, maar onvermijdelijke ondergang van deze stad. Bij het schrijven van dit boek werd Bordewijk sterk beïnvloed door de avant-gardestromingen van zijn tijd. Ook de beeldroman-versie staat bol van de verwijzingen naar De Stijl, het Russisch Constructivisme en het Futurisme. Zo is het boek volledig in primaire kleuren gedrukt en wordt tot en met de voorlaatste bladzijde met de blokvorm geëxperimenteerd.

Boudewijn van Houten (Den Haag, Wippelgem, België) schreef vijfentwintig boeken in zo ongeveer alle genres. In 1970 debuteerde hij bij De Arbeiderspers met de roman Onze hoogmoed, over de vorming van een immorele jongensgroep. Zijn laatste boek, Ik ben, dus ik denk gaat over denken, dromen, herinneren en spijt van eigen gedrag. Hij woont sinds 1975 in België.

Jeanet Kingma (Almelo, Den Bosch) Is beeldend kunstenaar/graficus. Zij maakt op dit moment vooral kunstenaarsboeken waarin tekst en beeld worden gecombineerd, meestal in sjabloondruk en houtsnede. Ook schrijft zij voor kinderen. In de zomer van 2018 verscheen bij Clavis haar tweede kinderboek, Viltstiftbos.

Boris van Meurs (Nijmegen) is een buitenpromovendus in de filosofie op de RU. Zijn proefschrift gaat over metafysica in het licht van klimaatverandering en het antropoceen. Daarnaast doceert hij filosofie op een middelbare school in Zwolle. 

Leo Oorschot (Vianen, Den Haag) studeerde architectuur en urban design aan de TU Delft, Architecture & Built Environment. In 2014 promoveerde hij daar op conflicten bij de wording van de moderne stad. Hij werkt in Den Haag als architect voor atelier pro, is publicist voor verschillende media en docent aan de tu Delft, waar hij tevens verbonden is aan de sectie Heritage & Architecture en de onderzoeksgroep Beyond the Current.

Thomas Pierrart (Bonheiden) studeerde Taal- en Letterkunde en Literatuurwetenschappen aan de KU Leuven. Aan diezelfde universiteit werkt hij sinds oktober 2017 aan een proefschrift over het genre van het imaginaire reisverhaal. Over reisverhalen en verwante topics als toekomstliteratuur, de utopie en genretheorie publiceerde hij eerder in onder meer Spiegel der Letteren, Nederlandse Letterkunde en TNTL.

Bert Struyvé (Enschede, Assen) werkte als docent in het mbo en publiceerde poëzie in o.a. Op Ruwe Planken, Meander, De schaal van Digther, G. (voorheen Gierik & NVT) en Het Gezeefde Gedicht. In 2015 verschenen gedichten van zijn hand in de HGG-bloemlezing. Hij werd in 2017 mede geselecteerd voor het project ‘Poëzie op straat’ in Gent.

Artien Utrecht (Leiden, Den Haag) werkte bij de internationale ontwikkelingsorganisatie Hivos en zet zich in voor mensenrechtenkwesties. Het schrijven hierover en over literatuur en hedendaagse kunst is voor haar vooral een zoektocht naar de betekenis van haar observaties en ervaringen in de tumultueuze wereld van nu. In 2018 publiceerde ze twee essays in Extaze.

Rob Verschuren (Malden, Nha Trang, Vietnam) publiceerde diverse verhalen in Extaze en o.a. Tirade, en bij uitgeverij In de Knipscheer de verhalenbundel Stromen die de zee niet vinden (Extaze-reeks, 2016) en de roman Tyfoon (2018).

 

Extaze 28

[tag]Michiel van den Berg (Den Haag, woonachtig in Leiden) studeerde planologie en filosofie. In 2015 verscheen bij Bookscout de novelle Beschermengel van Libná, die inmiddels ook een Tsjechische vertaling kent. Hij won in 2017 en 2018 de eerste prijs bij de prozawedstrijd van Woordenstroom. Zijn verhaal ‘Voorbestemd’ is opgenomen in de bundel Deadline van uitgeverij LetterRijn (2018).
 
Jens Bezemer (Heesch, Amsterdam) schrijft columns en korte verhalen. Afgelopen zomer rondde hij de masterstudie Filosofie van cultuur en bestuur af aan de VU. Daarnaast is hij sinds 2014 werkzaam als copywriter bij een reclamebureau. Zijn verhaal ‘De Stierenarena’ in Extaze 28 is zijn literaire debuut.

Guy Commerman (Antwerpen) publiceerde verhalen en poëzie in tal van literaire tijdschriften en een twaalftal dichtbundels. Recent: Wat het raadsel achterlaat (2017, uitg. Kleinood en Grootzeer). In 1984 richtte hij het literaire tijdschrift Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift op. Als plastisch kunstenaar exposeerde hij circa honderdmaal in binnen- en buitenland en kreeg hij diverse onderscheidingen. 

Guido Eekhaut (Leuven) schrijft misdaadboeken, literaire romans, speculatieve fictie en boeken voor de oudere jeugd. Recent verschenen De Verdwijning (uitg. Vrijdag, Antwerpen) en Absinthe (Skyhorse Publ., New York). Hij was futurist en journalist en schrijft ook over alle aspecten van toekomst, technologie en samenleving. 

Mariëtte van Erp (Gemert) is thuis in de omgeving waar ze is opgegroeid en haar plaats weet. Ze werkt om te doorgronden wat die plaats is en geeft daar uitdrukking aan door wat ze ondergaat ‘blind’ na te voelen op papier: door met vet het papier te betekenen, door met de poot van haar bril of een opgeraapt takje de tekening op een vel carbonpapier te krassen en zo een afdruk achter te laten op het tekenpapier eronder. Ze kijkt daarbij niet naar wat ze doet, maar houdt haar ogen gericht op de omgeving waarin ze opgaat.

Klaas de Groot (Leiden, Haarlem) reisde als hutbediende op de Willem Ruys de wereld rond en werkte als leraar Nederlands, ook op Curaçao en Aruba. Hij publiceerde o.a. de eilandbloemlezing Vaar naar de vuurtoren. Over Bernardo Ashetu schreef hij in OSO, Extaze en Nieuw Letterkundig Magazijn. Meer over Ashetu op het blog Caraïbisch Uitzicht. Dit najaar verschijnt Grenzenloos, de door hem samengestelde poëziebloemlezing van auteurs die bij uitgeverij In de Knipscheer publiceerden.

Ruurd Binnert Halbertsma (Amersfoort, Leiden) studeerde klassieke talen en archeologie in Leiden. Hij is werkzaam in het Rijksmuseum van Oudheden als conservator Griekse en Romeinse Kunst, als opvolger van Frédéric Bastet. Naast zijn archeologische werken publiceerde hij ook twee dichtbundels: Ik herken mij in jouw woorden (2008) en Goden voor één nacht (2016). 

Else de Jonge (Assen, Amsterdam) studeerde Nederlands en filosofie. Zij werkt als tekstschrijver, redacteur en journalist en maakt boeken en bladen, vaak in opdracht. Daarnaast filosofeert ze met kinderen en schrijft ze korte verhalen.

Anne E. Karelse (Singapore, Naarden) was lerares Nederlands. Zij publiceerde gedichten in Lust & Gratie (1998), in Zoals een haan een ei legt (2009) en een kort verhaal in Kort Verhaal (2011).

Christien Kok (Den Haag) debuteerde in 1986 bij Querido met de verhalenbundel Het ontbrekende. Daarna verschenen er nog drie romans en twee verhalenbundels. Tussen 1991 en 1994 was ze redactiesecretaris van De Revisor. De laatste jaren publiceerde ze een aantal verhalen in Extaze.

Dewi de Nijs Bik (’s-Hertogenbosch, Amsterdam) publiceerde in onder meer Extaze, Kluger Hans, Op ruwe planken, de wedstrijdbundel van de Turing Gedichtenwedstrijd en op Hard//hoofd. Werk van haar was te horen op Oerol en op de radio bij Opium, Met het oog op morgen en Nooit meer slapen. Ook werd ze geselecteerd voor de jaarlijkse schrijfresidentie van deBuren in Parijs.

Phaedra Onclin (Amsterdam) studeerde literatuurwetenschap en Engelse taal & cultuur aan de vu en uva. Ze werkt als inkoper boeken voor twee museumwinkels in Amsterdam. Eerder werk werd gepubliceerd in Blind en in de bundel van de Turing Gedichtenwedstrijd 2016. Momenteel studeert ze aan de Schrijversvakschool Amsterdam.

Kris Pint (Halle, Molenstede, België) studeerde Germaanse talen aan de UGent. Hij is docent cultuurwetenschappen aan de faculteit Architectuur en Kunst van de UHasselt. Hij is auteur van De wilde tuin van de verbeelding. Zelfzorg als vrolijke wetenschap (2017).

Lisa Rooijackers (Gemert, Amsterdam) is gestart met de master Historical, Literary and Cultural Studies in Nijmegen. Behalve met academische bijdragen in DWB en (verwacht) Vooys durft ze sinds kort ook met haar eigen poëzie de wereld in te gaan (Op Ruwe Planken, Kluger Hans). Haar muzikale poëzieproject ‘half woord’ staat in de startblokken en is te volgen via het Instagramaccount@halfwoord.

Onno Schilstra (Amsterdam) is beeldend kunstenaar, schrijver en muzikant. Hij woont afwisselend in Amsterdam en Berlijn, waar hij samen met zijn vrouw Wim Hardeman werkt aan hun magnum opus Panopticum Berlin, een klein, reizend museum met tekeningen over alles wat mensen mooi en verschrikkelijk maakt.

Merel van Slobbe (Nijmegen) schrijft proza en poëzie. Ze studeert filosofie aan de Radboud Universiteit, waar ze in 2016 campusdichter was. In 2017 won ze de Meander Dichtersprijs en in 2018 won ze de tweede prijs bij de Turing Gedichtenwedstrijd. Merel is onderdeel van het dichterscollectief Poẽzie Colada en zit in een talentontwikkeltraject van Productiehuis De Nieuwe Oost.

Yoko Theeuws (Wilrijk, Brussel) is collectieverantwoordelijke voor de Bibliotheek van Schaarbeek, Brussel. Ze studeerde audiovisuele kunsten aan filmschool ritcs en volgt nu les aan de Schrijversacademie van Antwerpen. Ze schreef enkele korte verhalen en werkt aan een eerste roman.

Artien Utrecht (Leiden, Den Haag) groeide op in Indonesië en kwam op haar twintigste naar
Nederland. Ze werkte bij de internationale ontwikkelingsorganisatie Hivos en zet zich in voor mensenrechtenkwesties. Het schrijven hierover en over literatuur en hedendaagse kunst is voor haar vooral een zoektocht naar de betekenis van haar observaties en ervaringen in de tumultueuze wereld van nu.  

Liedewij Vogelzang (Ommen, Utrecht), publiceerde (onder pseudoniem) eerder o.a. in Tirade, Extaze, Popshot (VK), Tijdschrift Ei, Passionate Platform en in de verhalenbundel Niemand Anders. Ze stond op de shortlist van de Grote Lowlands Schrijfwedstrijd 2018. Momenteel werkt ze aan haar debuutroman.[/tag]

 

Extaze 27

[tag]Jan-Hendrik Bakker (Vlaardingen) is essayist en filosoof. Hij werkte daarnaast lange tijd als journalist en docent. Zijn boeken gaan over literatuur, wonen en het landschap. Zijn laatste titel is In Stilte. Een filosofie van de afzondering. Hij won in 2007 de Jan Hanlo Essay Prijs Klein. Hij werkt nu aan een reeks essays over nabijheid.

Femke Baljet (Wageningen, woonachtig in Amsterdam) schrijft proza en essays. Ze debuteerde in december 2017 met een kort verhaal in Tirade, studeerde dwarsfluit en klassieke zang aan het conservatorium en werkte als redacteur bij de televisie. Hiernaast schreef zij artikelen voor o.a. de NRC en De Groene Amsterdammer. In 2017 studeerde ze af aan de Schrijversvakschool, waaraan zij ook als staflid is verbonden.

Carla Bogaards (Den Haag, Amsterdam) publiceerde dichtbundels, romans, korte verhalen en de biografie van Jan Sierhuis. Haar poëzie en proza verscheen in tal van literaire tijdschriften (w.o. ook Hard Gras) en in bloemlezingen. Ze hield voordrachten in Nederland en België met improviserende musici en werkt als privé-schrijfcoach.

Matilde Everaert (Gent) behaalde haar master in de architectuur aan het Sint Lucas in Gent. Ze maakt minuscule, gedetailleerde tekeningen, als een reis, letterlijk of in haar gedachten. Fantasie en werkelijkheid lopen spelenderwijs door elkaar in haar panoramische tekeningen op kalkpapier en in maquettes en schetsboeken. Haar werk werd tentoongesteld in de Van Eyck Academie in Maastricht, in Z33 in Hasselt en, het meest recent, in het Raveelmuseum.

Aly Freije (Veelerveen, Groningen) debuteerde met de Groningstalige dichtbundel Wondpoeier (2009). Haar Nederlandstalige bundel Door het vanggat kwam in 2016 bij In de Knipscheer uit. Gedichten verschenen o.a. in Gierik & NVT, Het Liegend Konijn, Extaze, Brakke Hond en Tzum. In januari 2018 verscheen bij In de Knipscheer haar novelle De vloeivelden in.

Hester van Gent (Amsterdam, Rotterdam) studeerde stedenbouw aan de Technische Universiteit in Delft en werkt als stedenbouwkundig adviseur. Behalve artikelen over architectuur schrijft ze essays waarin het ruimtelijk domein vaak het vertrekpunt is.

Léon Hanssen (Kerkrade, Eindhoven) is cultuurhistoricus. Hij schreef o.a. de tweedelige biografie van Menno ter Braak, Want alle verlies is winst (2000) en Sterven als een polemist (2001). In 2007 verscheen Een misverstand om in te geloven. De poëzie van M. Vasalis en in 2015 De schepping van een aards paradijs: Piet Mondriaan 1919–1933.

Boudewijn van Houten (Den Haag, Wippelgem, België) schreef vijfentwintig boeken in zo ongeveer alle genres. In 1970 debuteerde hij bij De Arbeiderspers met de roman Onze hoogmoed, over de vorming van een immorele jongensgroep. Zijn laatste boek, Ik ben, dus ik denk gaat over denken, dromen, herinneren en spijt van eigen gedrag. Hij woont sinds 1975 in België.

Annette van ’t Hull (Tiel, Wageningen) is gefascineerd door woorden. Ze schrijft korte verhalen voor jongeren en volwassenen. In 2014 won ze de Nieuw Proza Prijs voor het beste korte verhaal in een literair tijdschrift. Haar debuutbundel Grote meisjes kwam in 2016 uit bij uitgeverij In de Knipscheer.

Manuel Kneepkens (Heerlen, Rotterdam) was docent criminologie aan de Erasmusuniversiteit en fractievoorzitter van de Stadspartij in de gemeenteraad van Rotterdam. Is dichter en tekenaar. Zijn laatste bundel is Een lange neus (Azul Press, 2017)

Heidi Koren (Nijmegen) debuteerde in 2015 bij Uitgeverij Voetnoot (Antwerpen) met de bundel Gedachten over een mogelijk einde. Eind 2018 studeert ze af aan de Schrijversvakschool Amsterdam met een roman. Heidi schrijft naast poëzie en proza ook columns die o.a. worden gepubliceerd op grofvankoren.com en extaze.nl.

Hans Muiderman (Den Haag) is schrijver van romans en (reis)verhalen. Onlangs verscheen van hem Hanze! daar waar de reis naartoe gaat, een bundel reisverhalen. Hij is recensent voor het online tijdschrift Literair Nederland, waarop ook zijn blogs worden gepubliceerd. Met Kees ’t Hart is hij initiatiefnemer van het programma Over boeken.

Lisa Rooijackers (Gemert, Amsterdam) studeert Historical, Literary and Cultural Studies in Nijmegen. Behalve academische bijdragen in DWB en (verwacht) Vooys, publiceerde ze poëzie in Op Ruwe Planken en Kluger Hans. Haar muzikale poëzieproject ‘half woord’ staat in de startblokken en is te volgen via het Instagramaccount@halfwoord.

Ishana Sayag (woonachtig in Almere) is in Israël geboren en vestigde zich in 1994 in Nederland. Pas de laatste jaren is ze zich voldoende thuis gaan voelen in de Nederlandse taal om er creatief in te schrijven. Ze publiceerde een aantal korte verhalen in Extaze. Op dit moment werkt ze aan haar eerste roman.

Merel van Slobbe (Nijmegen) schrijft proza en poëzie. Ze studeert filosofie aan de Radboud Universiteit, waar ze in 2016 campusdichter was. In 2017 won ze de Meander Dichtersprijs en in 2018 won ze de tweede prijs bij de Turing Gedichtenwedstrijd. Merel is onderdeel van het dichterscollectief Poẽzie Colada en zit in een talentontwikkeltraject van Productiehuis De Nieuwe Oost.

Adje Steijn (Acquoy) was docente tekenen. Aanvankelijk schreef ze gedichten en columns, nu vooral verhalen. Ze publiceerde o.a. in Opzij, abp blad en Extaze. In eigen beheer gaf ze de bundel columns Kleinbeeld uit. Schoenjaren, haar eerste novelle, met gedragen schoenen als leidraad, verscheen in december 2017. Op dit moment werkt ze aan een verhalenbundel.

Bert Struyvé (Enschede, Assen) werkte als docent in het mbo en publiceerde poëzie in o.a. Op Ruwe Planken, Meander, De schaal van Digther, G. (voorheen Gierik & NVT) en Het Gezeefde Gedicht. In 2015 verschenen gedichten van zijn hand in de HGG-bloemlezing. Hij werd in 2017 mede geselecteerd voor het project ‘Poëzie op straat’ in Gent.

Ilona Verhoeven (Amsterdam, 1974) woont en werkt in Berlijn. Ze is schrijver, zinester en beeldend kunstenaar. Eind 2016 publiceerde ze Fiets onder de waterspiegel (In de Knipscheer). Haar verhalenbundel Voor de eerlijke vinder (2012), waarin ook collages van haar hand, werd genomineerd voor de Academica Literatuurprijs. Ze publiceerde o.a. in Extaze, nrc.next, De Gelderlander, HP/De Tijd.

Jack van der Weide (Nijmegen) studeerde algemene literatuurwetenschap in Nijmegen en is onafhankelijk onderzoeker op het gebied van literatuur en beeldende kunst. Recentelijk publiceerde hij over onder meer James Joyce, Nanne Tepper en Christine Boxman. In voorbereiding is een geschiedenis van het Nijmeegse kunstenaarsinitiatief KNUST.

Carel Weeber (Nijmegen, Leuven) was van 1970 tot 2003 hoogleraar bouwkunde aan de tu Delft. Tegelijkertijd was hij werkzaam als architect, o.a. in Rotterdam en Amsterdam, en was hij (1993–1998) voorzitter van de Bond van Nederlandse Architecten. Weeber staat bekend als een fel strijder tegen de ‘nieuwe truttigheid’ (kleinschalige woningbouw) en de rigide Nederlandse woningbouw, als protest waartegen hij het begrip ‘Het Wilde Wonen’ lanceerde. Vanaf 2003 is hij zich ‘ex-architect’ gaan noemen.[/tag]

 

Extaze 26

[tag]Liesbeth Aerts (Hoogstraten, woonachtig in Turnhout) werkt als leerkracht Nederlands en Geschiedenis aan een technische school in België, treedt op met Collectief Dichterbij, een dichterscollectief uit Turnhout. Ze werkte als dichter samen met muzikanten en fotografen en hoopt dit jaar af te studeren aan de poëzieacademie in Berchem.

Nico van Apeldoorn (Amsterdam) is dichter en tekstschrijver. Hij schreef songteksten voor punkbands als The Ex en Door Mekaar, maar ook de hits Je loog tegen mij en Hee Amsterdam. Sinds 1966 publiceerde hij opruiende beschouwingen en poëzie in bladen als Image, Gramschap, Bluf, Ravage en De As. In 2015 verschenen bij uitgeverij Troje zijn verzamelde gedichten Lotgenoten en Agitprop.

Sander Bax (Dordrecht, Utrecht) werkt als universitair hoofddocent Literatuurwetenschap,
Cultuurgeschiedenis en Vakdidactiek Nederlands aan de Universiteit van Tilburg. In 2015 publiceerde hij bij uitgeverij Meulenhoff De Mulisch Mythe. Harry Mulisch: schrijver, intellectueel, icoon. Momenteel werkt hij aan De literatuur draait door, een studie naar literatuur en mediacultuur, en – in opdracht van Uitgeverij Querido – aan de biografie van de schrijver J. Bernlef.

Dick Brongers (Den Haag) studeerde Geschiedenis en Archivistiek. Als archivaris werkte hij bij het Algemeen Rijksarchief en het Haags Gemeentearchief. Hij nam als historicus/archivaris deel aan het herkomstonderzoek naar de collecties van de Nederlandse musea voor, tijdens en direct na de Tweede Wereldoorlog. Brongers publiceert geregeld over collaborerende instellingen en
bedrijven tijdens de oorlogsjaren.

Rutger H. Cornets de Groot (Den Haag) is schrijver en vertaler. Momenteel werkt hij aan
De droom in de donkerste coupé, beschouwingen over poëzie.

Job Degenaar (Dubbeldam, Lemmer) publiceerde vele dichtbundels in Nederland en een bloemlezing van zijn poëzie in Polen en Duitsland. Zijn werk verscheen in talloze literaire tijdschriften en bloemlezingen. Jongste bundel: Hertenblues (2017). Hij vertaalde o.m. Paul McCartney, Reiner Kunze en werk van vervolgde schrijvers. Is voorzitter van het pen Emergency Fund.

Leonor Faber-Jonker (Amsterdam, Rotterdam) is schrijver, onderzoeker en beeldend kunstenaar. Na onder meer over hedendaagse kunst, de tegencultuur van de jaren tachtig (No Future Nu, 2012) en literatuur te hebben gepubliceerd, specialiseerde ze zich in (Afrikaanse) koloniale geschiedenis. In 2017 verscheen haar fictiedebuut, het korte verhaal ‘De Dingen’, in de bundel Vaan Nu.

Flip Filz (Voorburg, Amsterdam) studeerde af aan de Toneelacademie Maastricht en werkt nu als acteur en regisseur van muziektheater en schrijft toneel. In juni 2018 gaat in Theater Bellevue de lunchvoorstelling Huzarenstuk in première dat van zijn hand is. Ook is hij gediplomeerd elektrisch lasser. Hij zit in het derde jaar van de schrijversvakschool in Amsterdam.

Wim Hazeu (Delft, Baarn), werkte bij krant, radio, televisie en uitgeverij. Publiceerde dichtbundels, romans en de biografieën van Achterberg, Escher, Slauerhoff, Vestdijk, Marten Toonder en Lucebert.

Rutger Heringa (Wageningen, Aalsmeer) werkt als advocaat en schrijft als hij kan. Hij publiceerde onder meer in Tirade en Das Magazin. In 2015 won hij de vakjuryprijs van de Editio Debutantenschrijfwedstrijd met het verhaal ‘Afscheid van Dweezil’. Onlangs voltooide Rutger zijn eerste roman.

Jochem F. Melis (Schiedam, Rotterdam) studeerde filosofie, werkt als kok bij Burgertrut, is amateurwielrenner en regisseert en schrijft bij Theatergroep Waan, die hij in 2013 oprichtte. Momenteel legt hij zich in het derde jaar van de schrijversvakschool toe op proza.

Ward Mertens (Hasselt, België) werkt als sociaal assistent. Daarnaast schrijft hij gedichten, verhalen en blogs. Werk van hem werd reeds gepubliceerd in literaire tijdschriften zoals Gierik & NVT en Op Ruwe Planken en online op schrijvenonline.org, de optimist en Hard//hoofd.

Maria van Oorsouw (Alkmaar, Haarlem) is neerlandica, dichter en beeldend kunstenaar. Ze gaf workshops literatuur en poëzie, was redacteur, o.a. van de poëziereeks De Windroos en publiceerde gedichten in diverse bloemlezingen en tijdschriften, waaronder Pandora, Meander, Meulenhoffs Dagkalender van de Poëzie en De Tweede Ronde.

Eline Peeters (Baarlo, Amsterdam) studeerde Algemene Cultuurwetenschappen en Kunst- en Cultuurwetenschappen aan Tilburg University. Ter afronding van deze studies schreef ze scripties over het engagement van Charlotte Mutsaers en over het polemische werk van W.F. Hermans. Momenteel werkt ze als docente Nederlands op een middelbare school in Amsterdam.

Dirk Rodenburg (Drachten, Sousse) werkte als copywriter voor reclamebureaus en bedrijven en als publicist voor Elsevier. In Den Haag presenteerde hij het E&R Boekencafé. In Tunesië enthousiasmeert hij studenten voor – in het Frans verschenen – Nederlandse literatuur en schrijft hij fictie, verhalen met een twist.

Sebastiaan Schlicher studeerde af aan de aki in Enschede en haalde zijn Master aan Wimbledon School of Art in Londen. Zijn werk wordt internationaal tentoongesteld en beslaat tekeningen, noise performances, installaties en video’s. Schlicher is oprichter van het kunstenaarscollectief
Amerikan Teenager. Hij organiseerde tentoonstellingen in o.a. Berlijn en Amsterdam, gaf vele lezingen en was gastdocent. In 2017 werd hij genomineerd voor de FamiliekamerKunstprijs voor tekenen. Momenteel woont en werkt hij als artist-in-residence in het Luceberthuis in Bergen.

Margriet Westervaarder (De Bilt, Den Haag) is beeldend kunstenaar (fotografie en gemengde techniek) en dichter. Een combinatie die hoorbaar is in de beeldende kracht van haar poëzie. Ze is lid van Pulchri Studio en de Haagse Kunstkring. Dit jaar werd een gedicht van haar opgenomen in de bundel van de Turing Gedichten Wedstrijd: ‘Goudlicht en avondschijn’. Ze neemt deel aan de Delftse Poëzie Werk Plaats.

 

Extaze 25

Solli Asemani (Brussel, woonachtig in Anderlecht) is geboren in Teheran, Iran, maar woont al sinds haar vroege kindertijd in Brussel. Ze studeerde politieke wetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel en werkt in het bank- en verzekeringswezen. Ze schrijft al jaren korte verhalen. Deze zijn Europees van vorm, maar met een Iraanse bezieling. Deze publicatie in Extaze is haar papieren debuut.

Richard de Brabander (Rotterdam) is filosoof en publiceert over het werk van Franse denkers als Derrida, Foucault, Badiou en Rancière. Daarnaast schreef hij onder andere Van gedachten wisselen. Filosofie en ethiek voor zorg en welzijn (2008) en Wie wil er nou niet zelfredzaam zijn?
De mythe van zelfredzaamheid
(2014).

Daniel Bras (Utrecht) schrijft gedichten op het snijpunt van theater en poëzie. Hij publiceerde in tijdschriften als Passionate, Tzum, Lava, Krakatau, Meander, Op Ruwe Planken, nY, Kluger Hans en De Revisor. Het afgelopen jaar publiceerde hij zijn feuilleton Europia op een gelijknamig blog. Tot september 2017 maakte hij deel uit van de redactie van het offline tijdschrift Sintel.

Jaap Goedegebuure (Sint Annaland, Den Haag) werkte als hoogleraar in de letteren bij verschillende universiteiten, het meest recent in Leiden. Hij schrijft boeken en artikelen over de literatuur van de negentiende en twintigste eeuw en is criticus voor Trouw. Zijn laatst gepubliceerde boek is Wit licht. Poëzie en mystiek in de Nederlandse literatuur van 1890 tot nu. Een biografie van Frans Kellendonk is in voorbereiding.

Cor Gout (Den Haag) is neerlandicus, filosoof, schrijver en muzikant. In 2017 verscheen zijn gedichtencyclus 19 x Bella en de 20e is zoek, in 2018 gevolgd door Tien muziekmomenten die mijn leven veranderden (beide uitgegeven door In de Knipscheer).

Els de Groen (Den Haag, Oss) werkte als docente Frans voordat ze zich volledig ging wijden aan het schrijven, dichten en schilderen. Haar proza (fictie en non-fictie) is in twaalf talen verschenen. Recent werk: Voor het volk (essay, 2016) en Wakker vallen (gedichten, 2018).

Boudewijn van Houten (Den Haag, Wippelgem bij Gent, België) studeerde wat Nederlands en rechten, om daarna vijftien jaar een avontuurlijk en onfatsoenlijk bestaan te leiden, en uiteindelijk met het schrijven van pulp en journalistieke teksten in zijn levensonderhoud te voorzien. Daarnaast schreef hij een oeuvre van ruim twintig literaire, merendeels autobiografische boeken
bij elkaar.

Elisabeth Lockhorn (Amsterdam, Blaricum) studeerde journalistiek in Utrecht. Zij schreef voor Vrij Nederland en Opzij en publiceerde de interviewbundels Geletterde vrouwen (1997) en Geletterde mannen (2001). In 2015 publiceerde zij Metselaar van de wereld, de biografie van Andreas Burnier, waarvoor zij in 2016 de Henriette de Beaufort-biografieprijs kreeg van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.

Stijn Out (Ouderkerk aan de Amstel, Amsterdam) studeerde sociale geografie in Amsterdam. Op dit moment is hij strateeg bij een digitaal innovatiebureau. Daarnaast ontwikkelt hij onderwijsprogramma’s voor De Bildung Academie. Eerder schreef hij voor filosofisch tijdschrift Cimédart.

Marcel Ozymantra (Hilversum, Amsterdam) is schrijver/dichter/schilder. Hij publiceerde korte verhalen en gedichten in o.a. Krakatau, Deus ex Machina, Parmentier, Lava Literair, Op Ruwe Planken en Extaze en trad op in o.a. Onbederfelijk Vers, vpro De Avonden en Museumnacht 2009 in de Oude Kerk. Hij is hoofdredacteur van het offline tijdschrift voor literatuur, essays & muziek Sintel en muziekredacteur bij Zone 5300.

Panopticum Berlin is een klein reizend museum met panoramische tekeningen en prenten van verlaten gebouwen en verloren mensen. Sinds de oprichting in 2006 door de tekenaars Wim Hardeman (Vlaardingen, Amsterdam/Berlijn) en Onno Schilstra (Zierikzee, Amsterdam/Berlijn) is het panopticum gepresenteerd in o.a. Amsterdam, Berlijn, Parijs en Stockholm.

Kris Pint (Halle, Molenstede) studeerde Germaanse talen aan de UGent en is docent cultuurwetenschappen aan de faculteit Architectuur en Kunst van de UHasselt. Hij is auteur van De wilde tuin van de verbeelding. Zelfzorg als vrolijke wetenschap (2017).

Michel Ramaker (Delft) studeerde aan de Schrijversvakschool Amsterdam en publiceerde korte verhalen en gedichten in o.a. Tirade, Lava Literair en Extaze. Hij werkt als informatiemedewerker in de openbare bibliotheek Schiedam.

Kees Ruys (Den Haag) schrijft romans, reisverhalen over Indonesië en biografieën. Zijn laatstverschenen boeken zijn De nevelarchipel. Reizen door Indonesië (2017), Chris Hinze. Een biografie (2015), Alles is voor even. Het bewogen schrijversleven van Aya Zikken (2013) en de roman
Hotel Des Indes (2009).

Brigitte Spiegeler (Roelofarendsveen, Den Haag) is behalve dichter beeldend kunstenaar en advocaat in Den Haag en Parijs. Begin 2018 verscheen bij uitgeverij In de Knipscheer de dichtbundel Kinderroof & Bijzang. In 2015 debuteerde zij met Krijgskunst – Verluierde gedichten en andere vuurpauzes bij dezelfde uitgeverij.

Gerard Termorshuizen (Rotterdam, Sassenheim) werkte bij het k.i.t.l.v. in Leiden en publiceert over Indische geschiedenis, literatuur en pers, w.o. een tweedelige geschiedenis, Journalisten en heethoofden (2001) en Realisten en reactionairen (2011), en biografieën van de Indische prostituee Marietje van Oordt (2012), Herman Salomonson (2015) en, samen met Coen van ’t Veer, de
Indische journalist en persmagnaat Dominique Berretty (verschijnt najaar 2018).

Dieuwke van Turenhout (Zwijndrecht, Manila) studeerde letteren in Tilburg. Ze werkte in recruitment en schreef daarnaast columns voor Het Financieel Dagblad en Intermediair. In 2015 rondde ze de Antwerpse Schrijversacademie af. Verhalen verschenen in Gierik-nvt, De Revisor, Extaze en online tijdschrift Hard//Hoofd. Ze was writer-in-residence bij Hypatia-In-The-Woods (usa).

Christophe Vansteeland (Roeselare, Veltem-Beisem) studeerde in Brussel en werkte als leraar en directeur op een Leuvense methodeschool. Als pedagogisch adviseur begeleidt hij gemeentelijke basisscholen. Hij publiceerde in Het Gezeefde Gedicht, Deus ex Machina en Gierik-nvt en werkt aan een dichtbundel.

Theo van der Wacht (Delft, Den Haag), oud-stuurman ter koopvaardij, laatbloeier, publiceerde poëzie in o.a. het Vlaamse Yang (nY), Poëziekrant, De Brakke Hond, Maatstaf, en van begin af aan in Extaze. In boekvorm verscheen De Laatste Stad, samen met kunstenaar Jeroen Hermkens. Zijn magnum opus, de cyclus Een (On)mogelijke Reisgenoot, vulde een groot deel van het dubbelnummer Extaze 17/18 (2016).

Henriette van Wermeskerken (Den Haag) werkte als jurist voordat zij in 2005 journalist en tekstschrijver werd. Zij schrijft voor verschillende bladen en legt zich daarnaast toe op biografieën. In 2011 verscheen Een schrijfster in het Huis van Arrest, haar biografie van Johanna van Woude.[/tag]

 

Extaze 24

[tag]Ine Boermans (Groningen) studeerde nieuwe media aan kunstacademie Minerva. Ine besloot zich nog niet zo lang geleden aan schrijven te wagen en debuteerde begin dit jaar in Hard//hoofd. Ze was freelance werkzaam in de kunst en runde vijf jaar lang (straat)galerie De Kijkkasten in Amsterdam.

San Bos (Haarlem) debuteerde met de verhalenbundel Je moet wat, genomineerd voor de ANV Debutantenprijs 2016. Eerder publiceerde zij in o.a. KortVerhaal, De Revisor, NRC Handelsblad en Bulkboek. Enkele van haar verhalen werden vertaald in het Duits. San Bos won de Nieuw Proza Prijs 2015.

Mischa van den Brandhof (Kamerik, woonachtig in Den Haag) studeerde rechten, psychologie en filosofie. Ze maakt absurdistische columns, (ultra)korte verhalen, illustraties en foto’s, waarin de magie van de natuur centraal staat.

Jonas Bruyneel (Kortrijk, Gent) is auteur, journalist en muzikant. Hij schrijft over cultuur voor o.a. Openbaar Kunstbezit Vlaanderen en De Morgen. In 2015 debuteerde hij met de verhalenbundel Voorbij het licht, bekroond met de Provinciale Prijs Letterkunde 2016. Tot 2019 is Bruyneel stadsdichter van Kortrijk.

Naomi Duveen (Naarden, Den Haag) is bewegingsperformer/danseres. Ze begon gedichten te schrijven in een periode waarin dansen door omstandigheden niet mogelijk was. In 2016 publiceerde ze de bundel Zonder ben ik niet heel. In 2017 stonden er drie gedichten van haar in Extaze (21).

Heidi Koren (Raalte, Nijmegen) debuteerde in 2015 met de bundel Gedachten over een mogelijk einde bij Uitgeverij Voetnoot (Antwerpen). Heidi doceert creatief schrijven aan jong en oud, werkt in een boekhandel en schrijft momenteel haar afstudeerproject voor de Schrijversvakschool Amsterdam.

Romain John van de Maele (Aalst, Heverlee) studeerde cultuurwetenschappen. Hij debuteerde in 1974 met de bundel Dagboek van een paria en publiceerde in 2015 Herfsttij van het verlangen. Poëzie, proza, essays, vertalingen en recensies verschenen in Nederlandstalige, Deense en Duitse tijdschriften.

Arjen van Meijgaard publiceerde een aantal korte verhalen en gedichten in o.a. De tweede ronde, Deus Ex Machina en Extaze. Verder schrijft hij recensies en houdt hij een eigen literaire weblog bij. In oktober 2017 verscheen zijn debuutroman We hebben alles bij ons bij In de Knipscheer als vierde uitgave in de Extaze-reeks.

Hans Muiderman (Den Haag) was docent film en scenarioschrijven. Nu is hij schrijver. De afgelopen jaren verschenen de romans Souvenir Utopia en Hank & Heinrich en de verhalenbundels Ik ben hier geboren en Als al het andere voorbij is. Korte verhalen en essays verschenen in Extaze. Hij is recensent bij Literair Nederland, waar ook zijn reisverhalen/blogs worden gepubliceerd.

Wim Noordhoek (Steenwijk, Amsterdam), groeide op in Zutphen en Den Haag. Studeerde politieke wetenschappen en werkte voor de VPRO. Hij publiceerde ‘stukjes’, gebundeld onder het pseudoniem Alex Mol. In 2016 verscheen Muzenstraat en andere Haagse verhalen, met Haagse tekeningen van Marcel van Eeden. In 2017 wordt een nieuwe verhalenbundel verwacht.

Michel Ramaker (Delft) studeerde aan de Schrijversvakschool Amsterdam en publiceerde korte verhalen en gedichten in de literaire tijdschriften Tirade, Lava en Extaze. Hij is in het dagelijkse leven werkzaam als informatiemedewerker in de openbare bibliotheek.

Marcel de Roos (Eibergen, Woerden) werkt in Amsterdam als business analist. Hij publiceerde gedichten en artikelen in diverse uitgaven van Dichtersgroep Woerden. Bij gelegenheid werkt hij samen met beeldend kunstenaars en musici. Voor zijn debuutbundel zoekt hij nu een uitgever.

Daan Rutten (Nijmegen, Rotterdam) studeerde cultuurwetenschappen en journalistiek in Tilburg. Aan het Huygens ING te Den Haag werkte hij mee aan de bezorging van de Volledige Werken van Willem Frederik Hermans, over wie hij ook een proefschrift schreef aan de Universiteit Utrecht (De ernst van het spel, Verloren: 2016).

Onno Schilstra (Amsterdam) is beeldend kunstenaar, schrijver en muzikant. Hij woont afwisselend in Amsterdam en Berlijn, waar hij samen met zijn vrouw Wim Hardeman werkt aan hun magnum opus Panopticum Berlin, een klein, reizend museum met tekeningen over alles wat mensen mooi en verschrikkelijk maakt.

Dieuwke van Turenhout (Zwijndrecht, Manilla) studeerde Letteren in Tilburg en werkte een aantal jaren in Nederland, India en Brussel. Ze schreef daarnaast columns en besloot in 2011 zich geheel op schrijven toe te leggen. In 2015 rondde ze de Antwerpse Schrijversacademie af. Ze publiceerde verhalen in Gierik & NVT, Revisor en het online tijdschrift Hard//Hoofd.

Ilona Verhoeven (Amsterdam, 1974) woont en werkt in Berlijn. Ze is schrijver, zinester en beeldend kunstenaar. Eind 2016 publiceerde ze Fiets onder de waterspiegel (In de Knipscheer). Haar verhalenbundel Voor de eerlijke vinder (2012), waarin ook collages van haar hand, werd genomineerd voor de Academica Literatuurprijs. Ze publiceerde o.a. in Extaze, nrc.next, De Gelderlander, HP/De Tijd.

Eric de Vries (Den Haag) studeerde grafische technieken en fotografie. Hij werkt als freelance fotograaf en beeldend kunstenaar.

Fred de Vries, (Groningen, Hilversum) werkt bij een softwarebedrijf. Hij stond in 2017 in de NK Poetry Slam-finale, en leerde in het strakke keurslijf van de Schrijversvakschool Amsterdam vooral zijn eigen intuïtie te volgen. Deze publicatie in Extaze is zijn papieren debuut.

Meliza de Vries (Nugepola, Sri Lanka, Ouderkerk aan de Amstel) schrijft en illustreert. Gedichten van haar verschenen in (online) literaire tijdschriften, zoals Deus ex Machina, De OptimistOp Ruwe Planken. Zij droeg haar gedichten voor op literaire festivals en toerde met de Poëziebus door Nederland en België.

Pim Wiersinga (Lewedorp, Rotterdam) studeerde in Amsterdam. Na een omweg in het krantenwezen debuteerde hij met Honingvogels (Meulenhoff 1992). Recente romans zijn Het paviljoen van de vergeten concubines (2014) en Eleonora en de liefde (2016), beide bij In de Knipscheer. Zena’s arena, spelend in de late Oudheid, is in voorbereiding.

Jan Wijnen (Haarlem) studeerde sociale geografie, reisde anderhalf jaar rond de wereld, werkte als aardrijkskundeleraar en schrijfdocent bij Scriptplus en was eindredacteur bij Het Spectrum. Hij publiceerde verhalen in o.a. De Gids en Hollands Maandblad en vier bundels bij Nijgh & Van Ditmar en Nieuw Amsterdam.[/tag]

 

Extaze 23

[tag]Mira Feticu (Boekarest, woonachtig in Rijswijk) studeerde Roemeense en Franse Letteren, heeft een PhD in literatuurwetenschappen, is programmaleider voor B-Unlimited, romanschrijver, dichter, essayist en columnist voor Den Haag Centraal.
Na haar Roemeense werk publiceerde zij sinds 2012 in het Nederlands. In Nederland verschenen van haar hand tot nu toe drie romans.

Cor Gout (Den Haag) is neerlandicus, filosoof, schrijver en muzikant. In 2017 verschijnt van hem bij In de Knipscheer de gedichtencyclus 19 x Bella en de 20e is zoek, met prenten van Harrie Geelen, en, m.m.v. zeventien muziekscribenten, De tien muziekmomenten die mijn leven veranderden.

Elise de Groot (1986, Antwerpen) woonde in Berlijn en Brussel en studeerde filosofie en daarna rechten. Momenteel woont ze in Antwerpen, waar ze als projectmanager in de sociale sector werkt. Ze publiceerde eerder korte verhalen in Oogst, Deus ex Machina, Gierik & NVTen in het online tijdschrift Hard//Hoofd.

Mark de Haan (’s-Gravenhage, Leiden) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde in Leiden en is in de verzekeringen verzeild geraakt. In zijn vrije tijd schrijft hij korte verhalen. Hij publiceerde eerder in Liter en op leesliter.nl.

Elisa Pesapane (Haarlem, Heemstede) studeerde aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag en Italiaanse Letterkunde aan de Universiteit Leiden. Naast haar vrije werk maakt zij portretschilderijen en -tekeningen en literaire illustraties – tekenwerk waarin geschiedenis, literatuur, kunstgeschiedenis en soms satire moeiteloos zijn samengebracht.

Matthijs de Ridder (Apeldoorn, Antwerpen), is schrijver, redacteur en criticus. Hij bezorgde werk van Louis Paul Boon, Gaston Burssens, Kurt Köhler en Paul van Ostaijen. In zijn boeken zoekt hij naar creatieve invalshoeken om het verhaal van onze tijd te vertellen. In Rebelse ritmes (2012) leidde hij de lezer door de twintigste eeuw op het ritme van de jazz. Onlangs verscheen De eeuw van Charlie Chaplin (2017), een nieuwe geschiedenis, ditmaal door de lens van deze filmicoon. Momenteel werkt hij aan de biografie van Paul van Ostaijen.

Kees Ruys (Den Haag) debuteerde in 1986 met de roman Een afgedragen huid.
Daarna verschenen bij Van Oorschot, Veen, Atlas en In de Knipscheer verschillende romans, reisverhalen over Indonesië en biografieën over Aya Zikken en Chris Hinze. Onlangs kwam er bij Rainbow Pockets een verzamelbundel met reisverhalen van hem uit, De nevelarchipel.

Ishana Sayag (geboren in Kfar-Saba, Israël, woonachtig in Almere) vestigde zich in 1994 in Nederland. Pas de laatste jaren is ze zich voldoende thuis gaan voelen in de Nederlandse taal om er creatief in te schrijven. Eerder publiceerde ze korte verhalen in Extaze en Azra magazine. Momenteel werkt ze aan haar eerste roman.

Hans Schnitzler (Den Haag, Amsterdam) is filosoof, publicist en auteur van Het digitale proletariaat (2015). In september verschijnt van zijn hand bij uitgeverij De Bezige Bij een Kleine filosofie van de digitale onthouding.

Marijke Scholten (Sassenheim, Leiden) was meubelstoffeerster, voedingsassistente en datatypiste. Na een studie milieugezondheidskunde is zij nu database designer voor klinische studies in het LUMC. Stukjes van haar zijn verschenen in dagblad Trouw en het internettijdschrift Circumplaudo waarvan zij van 2006 tot 2015 hoofdredacteur was.

Anton Simons (Heerlen, Arnhem) studeerde theologie en klassieke talen. Hij promoveerde over de Russische filosoof Michail Bachtin en werkt momenteel als leraar klassieke talen op een middelbare school. In zijn vrije tijd schrijft hij blogs over Giorgio Agamben en andere filosofen op simons-ideeen.blogspot.nl.

Ruerd Smaling (ps.) (Utrecht, Leiden) heeft taalwetenschap gestudeerd en is werkzaam in het onderwijs. Hij heeft niet eerder literair werk gepubliceerd.

Rob Verschuren (Malden, woonachtig in Nha Trang, Vietnam) is auteur en copywriter. Hij publiceert regelmatig in literaire tijdschriften. In 2016 verscheen in de Extaze-reeks zijn verhalenbundel Stromen die de zee niet vinden (In de Knipscheer).

Bert Vissers (Haarlem) is liedschrijver en zanger bij de Nederlandstalige muziekgroep Bender (www.bendermuziek.nl). In 2012 verscheen het debuutalbum Voor het te laat is en in 2016 het album Broos. Voor beide albums schreef hij teksten en muziek. In 2012 debuteerde Vissers als kinderboekenschrijver met het boek Jantje en het helikoptertje (Gottmer). Hij werkt op dit moment aan een bundel met korte verhalen en gedichten en aan een tweede kinderboek.

Henk van der Waal (Amsterdam) studeerde filosofie in Amsterdam en Parijs.
Voor zijn debuutbundel, De windsels van de sfinx (1995), ontving hij de C. Buddingh’-prijs. De aantochtster (2003) werd net als Zelf worden (2010) genomineerd voor de VSB-poëzieprijs. In 2012 publiceerde hij het filosofische werk Denken op de plaats rust. In maart 2017 verscheen zijn filosofische dialoog Mystiek voor goddelozen.

Henriette van Wermeskerken (Den Haag) werkte als jurist voordat zij in 2005 journalist en tekstschrijver werd. Zij schrijft voor verschillende tijdschriften en legt zich daarnaast toe op biografieën. In 2011 verscheen Een schrijfster in het Huis van Arrest, een biografie van Johanna van Woude.

Margriet Westervaarder (de Bilt, Den Haag) is beeldend kunstenaar en schrijft poëzie. In 1990 bracht ze de bundel Lichaam van water in de zee uit. Als kunstenaar is zij vooral bekend vanwege haar ‘koppen’, die omschreven kunnen worden als innerlijke portretten.

Jan Zwaaneveld (Hillegom, Leerdam) publiceerde vier dichtbundels. Ook schrijft hij korte verhalen, die recent verschenen in o.m. Tijdschrift Ei, Liter en Extaze.[/tag]

 

Extaze 22

[tag]Sam Andrea (Amsterdam) is boven alles schilder, maar ook zanger in zijn bands NEED, Pino and the bluebirds en the Local Spastics. Hij exposeerde werk bij galerie Fleur & Wouter en LFTFLD.

Hester van Beers (Geldrop, woonachtig in Maarheeze) studeert Medical Engineering in Eindhoven. Dit jaar verscheen haar debuutbundel Het einde van de roltrap. Haar poëzie werd eerder gepubliceerd in Tijdschrift Ei, Avier en Meander Magazine.

Ine Boermans (onlangs vanuit de Randstad geremigreerd naar Groningen) studeerde nieuwe media aan kunstacademie Minerva. Ine besloot zich nog niet zo lang geleden aan schrijven te wagen en debuteerde recentelijk in het online tijdschrift Hard//hoofd. Ze was freelance werkzaam in de kunst en runde vijf jaar lang (straat)galerie De Kijkkasten in Amsterdam. ‘De dood als muze’ is haar debuut in print.

Lucette ter Borg (Amsterdam) studeerde historische en filosofische pedagogiek en Slavische talen, is kunstcriticus voor NRC Handelsblad, tentoonstellingsmaker, essayist en schrijver van twee romans. Haar essays en korte verhalen zijn gepubliceerd in diverse catalogi (o.a. van de Prix de Rome en de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst) en in kunstenaarsboeken.

Pim Cornelussen (Brunssum, Gent) studeerde wijsbegeerte in Gent en is programmamaker bij Festival Cement. Hij schrijft en publiceert poëzie en proza in onder andere Het Liegend Konijn, Hard//Hoofd en Deus Ex Machina. Tevens was hij van 2013 tot en met 2016 hoofdredacteur van het literaire tijdschrift Kluger Hans.

Kristien De Wolf (Sint-Niklaas, Zele) is life coach. Ze studeerde klassieke talen, rechten, nlp en transpersoonlijke coaching. Ze schrijft essays en blogs rond persoonlijke groei en schreef ook het boek stof, waarvoor ze momenteel een uitgever zoekt.

Lucas van Eeden (Den Haag) is multidisciplinair beeldend kunstenaar in opleiding aan de KABK in Den Haag. Hij werkt met situaties die ofwel toevallig plaatsvinden of bewust zijn gecreëerd. De botsing tussen individuele en sociale aspecten is belangrijk in zijn (experimentele) werk, dat op een eigentijdse wijze aanleunt tegen de alchemie.

Iris van der Graaf (Meyrin, Amsterdam) studeerde filosofie in Amsterdam, Parijs en Utrecht. In de zomer van 2017 studeert zij af aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. In juni 2017 verschijnt bij Uitgeverij Nieuwezijds Is nergens ergens?, haar geïllustreerde (kinder)boek over filosofie. Zij woont en werkt in Amsterdam.

Harry Haarsma (Rotterdam) archiveert beeld en taal, geproduceerd door een verstrengelde wereld, en kiest dan een frame om de samengestelde beelden in onder te brengen, met behoud van de intrigerende complexiteit ervan. Momenteel werkt hij aan een reeks leporello’s waarin zijn beeldtaal laag op laag op laag wordt aangebracht. In 2016 nam hij deel aan de groepstentoonstelling Snapshot of a larger order in Schiedam met het werk ‘Archè’.

Carmen van Haren (Wijchen, Den Haag) is dichter, zangeres, multi-instrumentalist en componist. Ze maakt deel uit van muziekduo Katakat. Begeleidde zelf eerder dichters en theatermakers, onder andere bij het Wintertuinfestival en in Perdu. Samen met het internationale Motabar-Roessler Duo maakte zij het album Door het oog van de naald: gedichten ingebed in geluid (elektronische muziekimprovisatie).

Angie Korst (Rotterdam) is meesterkleermaker, derdejaars fine arts student, moeder van twee kinderen en slagersdochter. In het tweede academiejaar hing al werk van haar in het Noord-Veluws museum. In haar tekeningen zoekt ze naar archetypes. Ze gebruikt persoonlijke referenties en probeert van daaruit een brug te slaan naar het collectieve.

Gerolamo (Genua, Den Haag) studeerde aan de kunstacademie ABAC in Carrara, waar hij veel leerde van Gianni Dessi en Giorgio Frassi, en sinds 2015 aan de KABK in Den Haag, waar hij zich met name op schilderen toelegt.

Ton Mars (Dalfsen, Groningen) is beeldend kunstenaar – schilderen, tekenen,
schrijven – en exposeert in binnen- en buitenland. Zijn werk bevindt zich nationaal en internationaal in particuliere en museale collecties. Hij was medeorganisator van het kunstenaarsinitiatief De Zaak te Groningen en o.a. hoofddocent schilderen aan de ABK Minerva en de MFA Painting van het Frank Mohr Instituut in Groningen. Hij voltooit dit jaar zijn studie MA filosofie aan de Radboud Universiteit te Nijmegen.

Geert Mul (Rotterdam) is mediakunstenaar. Hij onderzoekt al meer dan vijftien jaar de mogelijkheden en de visuele grammatica om beelden met elkaar te combineren in installaties. Hij won de Witteveen en Bos Prijs voor kunst en techniek in 2010 en had in 2016 een grote overzichtstentoonstelling in het Stedelijk Museum Schiedam.

Marc Poorter (Den Haag) woont sinds 2016 in Andalusië. In 2013 debuteerde hij met de autobiografische roman De waarheid en het koninkrijk (Prometheus), over zijn ervaringen als Jehova’s Getuige. Op dit moment werkt hij aan zijn tweede roman.

Renée van Riessen (Lunteren, Kampen) is dichter en filosoof. Tussen 1973 en 1981 studeerde zij filosofie in Amsterdam. In 2013 bracht uitgeverij Sjibbolet haar lange essay De ziel opnieuw. Over innerlijkheid, inspiratie & onderwijs uit. Haar laatste dichtbundel Krekels in de keuken verscheen in 2008 bij Prometheus in Amsterdam.

Onno Schilstra (Amsterdam) is beeldend kunstenaar, schrijver en muzikant. Hij woont afwisselend in Amsterdam en Berlijn, waar hij samen met zijn vrouw Wim Hardeman werkt aan het magnum opus Panopticum Berlin, een klein, reizend museum met tekeningen over alles wat mensen mooi en verschrikkelijk maakt.

Adje Steijn woont en werkt in Acquoy. Zij was docente tekenen en schrijft fictie en non-fictie: eerst gedichten en columns, nu vooral verhalen. Ze publiceerde o.a. in Opzij, ABP blad en Extaze. In eigen beheer gaf ze de bundel columns Kleinbeeld uit. Binnenkort verschijnt Schoenjaren, een autobiografische novelle met gedragen schoenen als leidraad. Op dit moment werkt ze aan een verhalenbundel.

Rob Verschuren (Malden, woonachtig in Nha Trang, Vietnam) is auteur en copywriter. Hij publiceert regelmatig in literaire tijdschriften. In 2016 verscheen zijn verhalenbundel Stromen die de zee niet vinden, als derde uitgave in de Extaze-reeks bij uitgeverij In de Knipscheer.

Freerk Wilbers (Nijmegen, Rotterdam) studeert dit jaar als beeldend kunstenaar af aan de kabk. Zijn werk ontstaat uit een open, onderzoekende houding. Zaken als speelsheid, dwangmatigheid, handigheid, toeval, humor, tijd en de spullen om hem heen spelen een grote rol. Het werk ‘Behang’, waarvan fragmenten zijn weergegeven in dit nummer, is een handgemaakt behangstalenboek (vervaardigd in één exemplaar) uit 2016.[/tag]

 

Extaze 21

[tag]Nico van Apeldoorn (Amsterdam) is auteur. Hij schreef songteksten voor punkbands als The Ex en Door Mekaar, maar ook de hits Je loog Tegen Mij en Hee Amsterdam. Sinds 1966 publiceerde hij opruiende beschouwingen en poëzie in bladen als Image, Gramschap, Bluf, Ravage en De As. In 2015 verschenen bij uitgeverij Troje zijn verzamelde gedichten in de bundels Lotgenoten en Agitprop. Een selectie van zijn songteksten werd gebundeld in het boekje Je Loog Tegen Mij bij dezelfde uitgeverij.

Gert-Jan van den Bemd (Breda) is opgeleid tot wetenschappelijk onderzoeker (endocrinologie) en kunstenaar. Hij schrijft fictie en non-fictie en publiceerde onder andere in ExtazeTirade en Margreet Dolman’s Mens & Gevoelens. Vorig jaar won hij met ‘Belofte maakt schuld’ de Aspe Award voor het beste spannende verhaal.

Dick Brongers (Den Haag) studeerde geschiedenis en archivistiek. Als archivaris werkte hij bij het Algemeen Rijksarchief en het Haags Gemeentearchief. Hij nam als historicus/archivaris deel aan het herkomstonderzoek naar de collecties van de Nederlandse musea voor, tijdens en direct na de Tweede Wereldoorlog. Brongers publiceert regelmatig over collaborerende instellingen en bedrijven tijdens de oorlogsjaren.

Chris Ceustermans (Antwerpen-Mortsel) was journalist bij De Morgen. Hij publiceerde in 2014 de voor de Bronzen Uil genomineerde roman De Boekhandelaar. In 2015 verscheen de novelle Koude Oorlogsdromen. Daarnaast publiceerde hij verhalen in Deus Ex Machina, Gierik en Extaze en gedichten in Kluger Hans en Het Liegend Konijn. Momenteel schrijft hij een non-fictieboek over de legendarische auteur J.M.H. Berckmans.

Kristien De Wolf (Sint-Niklaas, woont in Zele) is life coach. Ze studeerde klassieke talen, rechten, nlp en transpersoonlijke coaching. Ze schreef het boek STOF, waarvoor ze momenteel een uitgever zoekt.

Naomi Duveen (Naarden, woont in Den Haag), is bewegingsperformer/danseres. Ze begon gedichten te schrijven in een periode waarin dansen door omstandigheden niet mogelijk was. Zo bleef ze bewegen, in haar taal. In 2016 publiceerde ze de bundel Zonder ben ik niet heel.

Hans Depelchin (Oostende, woont in Antwerpen) is master in de vergelijkende moderne letterkunde en studeert Woordkunst aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Daarnaast doceert hij Woord aan de Stedelijke Academie in Zottegem. Hij schrijft vooral proza en staat vaak op de planken met Boonyi, een performanceproject waarin woord en muziek de dialoog opzoeken. Hij schreef en regisseerde drie toneelstukken. Depelchin publiceerde onder meer in de literaire tijdschriften Kluger Hans en Tirade.

Dorien Dijkhuis (Apeldoorn, woont in Utrecht) schrijft poëzie, proza, essays en reisverhalen. Eerder publiceerde ze o.a. in Tijdschrift Ei, Het Liegend Konijn, De Optimist, Bouillon!, hard//hoofd en Extaze (15 en 20). Voor Passionate reisde ze naar plekken die een rol spelen in de wereldliteratuur en schreef daarover reisverhalen in de serie Literaire Bestemmingen.

Fred Florusse (Vlissingen, woont in Amsterdam) is cabaretier (Don Quishocking), theatermaker, schrijver en regisseur. Zijn laatste productie was buziau: een revue/musical vol humor en show, uitgevoerd in Rijswijk door een gemengd gezelschap van professionals en amateurs.

Els de Groen (Den Haag, woont in Oss) is schrijver, schilder en dichter. Haar proza voor jongeren en volwassenen is in twaalf talen vertaald. Sinds enkele jaren schijft ze ook gedichten, verschenen in diverse bundels, sommige in vertaling. In 2016 won ze de eerste prijs in de landelijke Stadsgedichtenwedstrijd.

Luuk Imhann (Monster, woont in Amsterdam) debuteerde in oktober 2016 met de roman Paradijs bij Querido. Daarnaast bewerkte hij alle toneelstukken van William Shakespeare tot een toneelstuk van vierentwintig uur, getiteld Alles onder de zon, dat op de sterfdag van de bard een etmaal lang werd gelezen.

Heidi Koren (Raalte, woont in Nijmegen) studeerde aan de Schrijversvakschool Amsterdam en debuteerde in 2015 met de dichtbundel Gedachten over een mogelijk einde bij Uitgeverij Voetnoot (Antwerpen). Ze geeft les in creatief schrijven aan kinderen en volwassenen, werkt in boekwinkel Roelants in Nijmegen en schrijft aan een roman.

Wim Michiel (Lier) studeerde Germaanse talen en filosofie in Antwerpen en Leipzig. Hij geeft les aan zeventien- en achttienjarigen op een school in de Antwerpse Kempen. Hij publiceerde essays en vertalingen in o.a. Kluger Hans, Streven en Deus ex Machina. Van dit laatste tijdschrift is hij ook de redactiesecretaris.

Hanz Mirck (Zutphen) is neerlandicus. Hij publiceerde vijf bundels (de eerste werd genomineerd voor de C. Buddinghprijs, voor de tweede kreeg hij de J.C. Bloemprijs) en was stadsdichter van Zutphen en Apeldoorn. Ook schreef hij een roman en een kinderboek en vertaalde hij toneel en poëzie. Momenteel werkt hij aan een zesde bundel en een jeugdroman.

J.V. Neylen (Turnhout, woont in Antwerpen) is dichter en schrijver. Gedichten van haar verschenen in De Revisor, Deus ex Machina, Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift en Kluger Hans en staan in de tophonderd van de Turing Gedichtenwedstrijd 2017.

Didi de Paris (Leuven, woont in Kessel-Lo) is schrijver, dichter en podiumbeest: 200% D.I.Y. (Do It Yourself). Eerdaags verschijnt bij CEO (Centrum voor Economische Ongehoorzaamheid) zijn nieuwe boek Het journaal van de weemoed. Info: ceoleuven@gmail.com

Lies Van Gasse (Sint-Niklaas, woont in Borgerhout), is dichter, beeldend kunstenaar en leraar. In 2016 won ze de Dirk Martensprijs voor haar crossmediale oeuvre, met mengvormen van beeld en poëzie. Zo verraste ze met de graphic poems Sylvia, Waterdicht en Zand op een Zeebed. Met Peter Theunynck publiceerde ze in 2016 de graphic novel Nel, een zot geweld. In oktober 2016 verscheen Exodus, een graphic poem op basis van de gelijknamige cyclus van H.C. Pernath.

Liedewij Vogelzang (Ommen, woont in Utrecht) schrijft het liefst over interpersoonlijk onvermogen. Haar werk verscheen (onder pseudoniem) in o.a. Op Ruwe Planken, Het Gezeefde Gedicht en Tijdschrift Ei. Ze studeerde Cognitie & Communicatie aan de Universiteit van Kopenhagen. Momenteel geeft ze les aan internationale studenten, doet ze onderzoek naar communicatie en gedrag en werkt ze aan haar eerste roman.

Theo van der Wacht (Delft, woont in Den Haag), oud-stuurman ter koopvaardij, laatbloeier, publiceerde o.a. in het Vlaamse Yang (nY), Poëziekrant, De Brakke Hond, Maatstaf en Extaze. Samen met kunstenaar Jeroen Hermkens maakte hij het boekje De Laatste Stad. Voorts verscheen in Extaze 17/18 zijn poème fleuve Een (On)mogelijke Reisgenoot.[/tag]

 

Extaze 20

[tag]Ofran Badakhshani (geboren in Badakhshan, Afghanistan, opgegroeid in Amsterdam en woonachtig in Den Haag) studeerde politicologie en filosofie. Hij publiceerde verschillende boeken in het Perzisch. De banneling is zijn eerste Nederlandstalige poëziebundel (Uitgeverij Kontrast, 2015).

Mark Baltser (Leeuwarden, woonachtig in Utrecht) is schrijver. Hij debuteerde met een kleine roman bij uitgeverij Querido, publiceerde essays en ander proza in De Revisor, D.W.B., Yang en Extaze. Onlangs verscheen er een essay van hem in Gierik/nvt: ‘Niets dan Leegte’.

Rob H. Bekker (Venlo, Utrecht) is taalarbeider in de band Zimihc en op Ithaka internationale schakelklassen Utrecht. In 1986 startte hij het eenmanstijdschrift Saaie Berichten, waarvan dit jaar nog aflevering 950 zal verschijnen. Verder schrijft hij blogs over onderwijs en leren op www.hetkind.org.

Gerard Berends (Voorst, Emmen) is dichter, schrijver, tekenaar. Zijn gedichten werden gepubliceerd in diverse tijdschriften (o.a. Ballustrada, De Revisor, Nieuw Wereldtijdschrift, Optima, Poëziekrant). Poëziebundels en kinderverhalen verschenen bij Holland, Querido, De Harmonie, Divers en Voetnoot.

Lieven De Cauter (Tielt, Brussel) is als cultuurfilosoof verbonden aan het departement Architectuur van de kuLeuven en de mediaschool RITCS. Hij publiceerde o.a. Archeologie van de kick, De capsulaire beschaving, De Oorsprongen of het boek der verbazing, Entropic Empire en Metamoderniteit voor beginners.

Job Degenaar (Dubbeldam, Lemmer) publiceerde ruim een dozijn dichtbundels in Nederland en een bloemlezing van zijn werk in Polen en in Duitsland. Zijn werk verscheen in talloze tijdschriften en bloemlezingen. Hij vertaalde o.m. Paul McCartney, Reiner Kunze en werk van vervolgde schrijvers. Was tien jaar voorzitter van het Writers in Prison Committee van pen Nederland.

Dorien Dijkhuis (Apeldoorn, woonachtig in Utrecht) is schrijver en journalist. Ze schrijft poëzie, essays, literair proza en reisverhalen. Eerder publiceerde ze literair werk in Tijdschrift Ei, Passionate Platform, hard//hoofd, Bouillon, De Optimist en Extaze (15). Voor Passionate reisde ze naar plekken die een rol spelen in de wereldliteratuur en schreef daarover reisverhalen in de serie Literaire Bestemmingen.

René Gabriëls (Maasniel, Maastricht) is verbonden aan de Faculteit Cultuur- en maatschappijwetenschappen van de Universiteit Maastricht. Momenteel doet hij onderzoek naar voedselbanken in Nederland. Zijn belangstelling gaat uit naar filosofie van de kunst, sociale filosofie, kennissociologie, taalfilosofie en stratificatiesociologie. Hij is medewerker van Sociologie Magazine en redacteur van het filosofisch tijdschrift Krisis (www.krisis.eu).

Cor Gout (Den Haag) is neerlandicus, filosoof, schrijver, dichter en muzikant. Hij publiceerde o.m. drie boeken over muziek, drie poëziebundels en drie verhalenbundels. Zijn songteksten werden in het Frans vertaald en als l’Intégrale in alle Franssprekende landen uitgebracht.

Else de Jonge (Assen, Amsterdam) studeerde filosofie en werkt als tekstschrijver, journalist en redacteur. Zij maakt boeken en bladen, vaak in opdracht. Momenteel stelt zij met filosoof Wouter Slob een bundel samen met essays van de Noors-Nederlandse filosofe Barth. Ook werkt zij aan een bundel korte verhalen ter afronding van haar studie aan de Schrijversvakschool Amsterdam.

Laurens ten Kate (Utrecht) is universitair hoofddocent filosofie en religiewetenschap aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht. Hij publiceert over Franse filosofie, globalisering en de plaats van religie in de moderne cultuur. Sinds 2015 is hij tevens bijzonder hoogleraar Vrijzinnige religiositeit en humanisme aan de UvH. Zijn oratie, De vreemde vrijheid, verscheen in 2016 bij Uitgeverij Sjibbolet.

Giuseppe Minervini is woonachtig te Roeselare en Leuven. Hij studeert filosofie en Nederlandse taal- en letterkunde aan de KU Leuven. In 2014 en 2015 schreef en regisseerde hij toneelstukken. Hij werkt mee aan De Wijzer, het studentenblad van de faculteit filosofie te Leuven. Hij schreef ook twee romans.

Dewi de Nijs Bik (’s-Hertogenbosch, Amsterdam) schrijft verhalen, gedichten en artikelen. Ze is als neerlandicus afgestudeerd aan de UvA, rondt momenteel haar tweede master Comparative Literature af en studeert Proza aan de Schrijversvakschool in Amsterdam. Als freelancer werkt ze o.a. voor het maandblad Moesson en uitgeverij Lemniscaat. Eerder publiceerde ze op hard//hoofd.

Erik Pape (Roosendaal, Delft) is schilder en aquarellist. Opleiding KABK Den Haag. Verblijft één maand per jaar in Parijs en maakt daar aquarellen in schetsboeken. Hij exposeert sinds 1995 geregeld bij Galerie Maurits van de Laar, Den Haag. Zijn werk bevindt zich in de collecties van o.a. het Teylers Museum, Gemeentemuseum Den Haag, Boymans van Beuningen, en het Stedelijk Museum in Schiedam.

Heleen Rippen (Amsterdam, Utrecht) is cultureel antropoloog. Ze schrijft verhalen, columns en recensies en publiceerde essays over popmuziek, religie, het lichaam en
haar jeugd.

Ishana Sayag (Kfar-Saba, Israël, Almere) woont en werkt al ruim tweeëntwintig jaar in Nederland. Pas de laatste jaren is ze zich voldoende thuis gaan voelen in de Nederlandse taal om er verhalen in te schrijven. Eerder publiceerde ze een kort verhaal in Azra Magazine 3.2. Momenteel werkt ze behalve aan korte verhalen ook aan haar eerste roman.

Marijn Sikken (Utrecht, Amsterdam) studeerde aan de Schrijversvakschool Amsterdam. In 2011 won zij zowel de jury- als de publieksprijs bij Write Now! Korte verhalen van Marijn verschenen o.a. in De TitaanPassionate Platform, Kluger Hans, Tirade en De Optimist, alwaar Marijn inmiddels zelf in de redactie zit. Haar debuutroman Probeer om te keren verschijnt voorjaar 2017 bij Cossee.

Anton Simons (Heerlen, Arnhem) is classicus, theoloog en filosoof. Hij werkt als docent klassieke talen aan de RSG Lingecollege in Tiel. In 1996 promoveerde hij met Carnaval en terreur. De ethische betekenis van Bachtins Rabelais. In zijn vrije tijd schrijft Simons blogs over de filosofie van Agamben en andere onderwerpen op simons-ideeen.blogspot.nl.

Yoko Theeuws (Wilrijk, Brussel) studeerde audiovisuele kunsten aan filmschool RITCS. Vanuit de beeldende kunsten evolueerde ze naar werk met de nadruk op tekst. Momenteel schrijft ze aan een eerste boek.

Gerrit Vennema (Bolsward, Den Haag) is componist, tekstschrijver en dichter. Hij draagt voor op poëziefestivals en organiseert ook zelf literaire programma’s. In de reeks De Waterspuwer publiceerde hij acht dichtbundels over uiteenlopende thema’s. Onlangs werd zijn gedicht ‘Schouwburgbezoek’ aangebracht op een muur in de Koninklijke Schouwburg. Een nieuw werk, Woorden van het naseizoen, is in voorbereiding.

Rob Verschuren (Malden, Nha Trang, Vietnam) is copywriter en literair prozaïst. Hij publiceerde verhalen in onder meer Tirade, Extaze, Naakte Lunch en op Passionate Platform. Zijn debuutbundel Stromen die de zee niet vinden verscheen in november van dit jaar bij In de Knipscheer als derde uitgave in de Extaze-reeks.[/tag]

 

Extaze 19

[tag]Pieta van Beek (Rotterdam) is neerlandica. Ze promoveerde op de zeventiende-eeuwse bestseller Opuscula Hebraea Graeca Latina et Gallica (1648) van Anna Maria van Schurman. Als onderzoeker bij de Universiteit Utrecht publiceert ze o.a. over vrouwenschrijvers. Samen met Dineke Ehlers schreef ze Oranje Boven: Nederlands voor Zuid-Afrika (2004). Binnenkort brengt ze samen met Annemarié van Niekerk een boek uit met teksten van Nederlandse en Afrikaanse vrouwenschrijvers: Zuid-Afrika naar het licht.

Marc Colsen (Nijmegen) studeerde filosofie aan de Radboud Universiteit, met als specialisatie het thema nihilisme bij Friedrich Nietzsche en Fjodor Dostojevski. Hij publiceert verhalen en artikelen.

Elke De Klerk (Merksem, woonachtig in Rotterdam) studeerde aan de Willem de Kooning Academie en werkte bij verschillende organisaties aan het realiseren van groeiambities. In 2015 genas ze van lymfeklierkanker en besloot dat het tijd werd om haar eigen dromen te omarmen. Met het korte verhaal Inzicht staat haar eerste publicatie op papier.

Charlotte D’Eer (Sint-Niklaas, woonachtig in Gent) is doctoraatsstudente aan de Vakgroep Letterkunde van de Universiteit Gent. Sinds februari 2016 maakt ze deel uit van het project ‘Agents of Change: Women Editors and Socio-Cultural Transformation in Europe, 1710–1920’, waarvoor ze Duitstalige tijdschriften bestudeert. Ze schrijft ook regelmatig voor de webredactie van Openbaar Kunstbezit Vlaanderen.

Jeroen van den Heuvel (Eindhoven) is redacteur van literaire website ooteoote.nl. Hij vertaalde eerder poëzie van hedendaagse Amerikaanse dichters als Adam Clay, Rae Armantrout en Elizabeth Willis. Daarnaast schrijft hij essays over poëzie, onder andere voor klassiekegedichten.net.

Michiel van Kempen (Oirschot, woonachtig in Amsterdam) is bijzonder hoogleraar Nederlands-Caraïbische letteren aan de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceerde tal van boeken en artikelen over de Surinaamse en de Nederlandse literatuur. Zijn laatste boek is de biografie Rusteloos en overal. Het leven van Albert Helman (2016).

Heidi Koren (geboren Raalte, woonachtig in Nijmegen) debuteerde in 2015 met de bundel Gedachten over een mogelijk einde bij Uitgeverij Voetnoot (Antwerpen). Ze geeft schrijfles aan kinderen en volwassenen en werkt in een boekhandel. Heidi schrijft momenteel aan haar debuutroman.

Elisabeth Leijnse (Aalst (B), woonachtig in Dave (B) en Amsterdam) is hoogleraar Nederlandse letterkunde aan de Université de Namur, biograaf van Cécile de Jong van Beek en Donk en toekomstig biograaf van Maurice Maeterlinck.

Joke Linders (Oegstgeest, woonachtig in Bloemendaal) studeerde Nederlands en literatuurwetenschappen in Leiden en is specialist op het gebied van kinder- en jeugdliteratuur en biografieën. Promoveerde in 1999 op het schrijverschap van Annie M.G. Schmidt met Doe nooit wat je moeder zegt en publiceerde onlangs samen met anderen Het abc van Annie MG.

Lorine Niedecker (Black Hawk Island, 1903–1970) was een Amerikaanse modernist. Ze leefde teruggetrokken. Tegen het einde van haar leven kwam er meer belangstelling voor haar poëzie. Geleidelijk is ze erkend als een belangrijke modernist met een eigen plek tussen grootheden als Wallace Stevens, William Carlos Williams, Ezra Pound en T.S. Eliot. De rechten op het gebruik en publicatie van het werk van Lorine Niedecker zijn in handen van Bob Arnold, Longhouse, publishers & booksellers, P.O. Box 2454, West Brattleboro, Vermont 05303.

Annemarié van Niekerk (Port Elizabeth, Zuid-Afrika, woonachtig in Den Haag) stelde verschillende bloemlezingen samen uit de Zuid-Afrikaanse vrouwenliteratuur. Ze was werkzaam als docent aan Zuid-Afrikaanse universiteiten en als redacteur. Sinds 2004 woont ze in Nederland en schrijft voor Trouw en Streven. Binnenkort verschijnt Zuid-Afrika naar het licht, geschreven met coauteur Pieta van Beek.

Trudy van Rooij-van Mil (Gemonde, woonachtig in Boxtel) werkte als softwaretrainer en schreef mee aan tal van cursusboeken waarvan zij ook de vertaling coördineerde. Ze schreef voor Management Support Magazine en BOSK Magazine. Ze voltooide onlangs haar eerste roman, De Lijnen.

Kees Ruys (Den Haag) debuteerde in 1986 met de roman Een afgedragen huid, gevolgd door verschillende romans en reisverhalen, w.o. drie delen van De randgebieden, een literaire non-fictiereeks over Indonesië. In 2013 verscheen zijn eerste biografie, Alles is voor even. Het bewogen schrijversleven van Aya Zikken, gevolgd door Chris Hinze. Een biografie (2015), beide verschenen bij uitgeverij In de Knipscheer.

Jacques Sicking (Den Haag) werkte tot aan zijn pensionering aan de Groningse universiteit als docent in de moderne Nederlandse letterkunde. Behalve over Carry van Bruggen publiceerde hij onder meer over verschuivingen in de literatuurgeschiedenis en over het leven in Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog.

John Toxopeus (Utrecht, woonachtig in Vianen) studeerde psychologie en was vakbondsbestuurder. Hij publiceerde in Nederlandse en Vlaamse literaire tijdschriften. In september 2016 verscheen zijn vierde verhalenbundel Zo zien de mensen het graag, satirische verhalen over televisiepersoonlijkheden.

Ilona Verhoeven (Amsterdam, woont en werkt in Berlijn en Amsterdam) studeerde neerlandistiek, kunstgeschiedenis en journalistiek en werkte als stadsverslaggever voor
De Gelderlander. Haar verhalenbundel Voor de eerlijke vinder (2012), met eigen collages, stond op de shortlist van de Academica Literatuurprijs. Eind 2016 verschijnt bij In de Knipscheer Fiets onder de waterspiegel, verhalen en foto’s.

Jos Versteegen (Helden, woonachtig in Amsterdam) laat zich in zijn poëzie vooral inspireren door zijn familie en zijn jeugd in Limburg. Voor zijn debuutbundel werd hij genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs. Dit najaar publiceert hij zijn zevende bundel, Woon ik hier, en zijn vertaling van de Duitse gedichten die Hans Keilson in 1944 in de onderduik schreef voor een geliefde: Sonnetten voor Hanna.

Marleen de Vries (Voorburg, opgegroeid in het hoge noorden, woonachtig in Amsterdam) is neerlandica, (scenario)schrijfster en onderzoekster. Ze publiceert sinds 1990 over de intellectuele en literair-politieke geschiedenis van de achttiende en vroege negentiende eeuw. Zo verscheen in 2001 Beschaven! Letterkundige genootschappen in Nederland 1750–1800. Ook bracht ze een roman uit, De wetten van de tango (2009).

Wendela de Vries (Enschede, opgegroeid in o.a. Suriname en op Bonaire, woonachtig in Amsterdam) is beeldend kunstenaar en dichter. Ze maakt deel uit van een groep van negen internationale kunstenaars die werk hebben gemaakt n.a.v. Astrid Roemer’s romantrilogie. Deze reizende tentoonstelling met de naam ‘Roemers Drieling’ gaat in 2017 naar het buitenland.

Aya Zikken (1919–2013) werd geboren in Epe, groeide op in Nederlands-Indië en woonde vanaf 1940 op diverse adressen in Nederland en Spanje. Ze publiceerde meer dan dertig titels, voornamelijk romans en reisverhalen over Azië. Haar bekendste werk is de roman De atlasvlinder (1958). In 1997 ontving Aya Zikken de Anna Bijns Prijs voor haar gehele oeuvre.

Jan Zwaaneveld (Hillegom, woonachtig in Leerdam) schreef jarenlang songs voor obscure bands waarin hij gitaar speelde en zong. In 2001 begon hij met het schrijven van gedichten. Sinds enkele jaren schrijft hij ook korte verhalen. Zijn werk werd gepubliceerd in diverse literaire tijdschriften. Er zijn vier gedichtenbundels van hem verschenen, waarvan Dwaalsporen (Xanten, 2014) de meest recente is.[/tag]

 

Extaze 17/18

[tag]Kolja Aertgeest (Antwerpen) ontdekte na een aantal mislukte jobs dat schrijven zijn roeping is. Die missie probeert hij te volbrengen door korte verhalen aan obscure blaadjes te slijten en romans te schrijven die langzaam maar zeker naar literatuur beginnen te neigen. Verder tekent en schildert hij en maakt hij videokunst. In 2012 verscheen zijn debuutroman Igor bij Uitgeverij Macc.

Mark Baltser (geboren in Leeuwarden, woonachtig in Utrecht) debuteerde in 2013 bij Querido met de roman Narcissus’ Echo. Sindsdien publiceerde hij in verschillende tijdschriften (De Revisor, Yang, DWB) essays over onder anderen Cioran, Blanchot, Klossowski en Pessoa. Onlangs publiceerde het tijdschrift Esthetica zijn essay ‘De Dans van de Jager’. In Extaze 16 verscheen zijn essay ‘De Stilte van de Sirenen’.

René ten Bos (Hengelo, Nijmegen) is hoogleraar filosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij is de auteur van Stilte, geste, stem (2011), Water, een geofilosofische geschiedenis (2014) en Bureaucratie is een inktvis (2015). Hij is tevens columnist bij Het Financieele Dagblad.

Tim Dankers (Herentals, Vorselaar, België) is historicus van opleiding. Hij heeft enkele wetenschappelijke werkjes gepubliceerd, maar schrijft nu uitsluitend verhalend proza. Zich uitleven doet hij op de satirisch-literaire blog letterslet.com.

Bram Esser (Apeldoorn, Den Haag) heeft grote belangstelling voor de openbare ruimte en de gebouwde omgeving. Als ontdekkingsreiziger van het alledaagse verkende hij de grenzen van de stad Groningen, werd hij leerling-monteur in Ghana en loopt hij momenteel in opdracht van Rijksdienst Cultureel Erfgoed langs de Nederlandse kust om hierover een kustatlas te schrijven.

Klaas de Groot (Leiden, Haarlem) reisde eind jaren vijftig als hutbediende op de Willem Ruys de wereld rond. Hij werkte als leraar Nederlands, ook op Curaçao en Aruba, publiceerde de bloemlezing Vaar naar de vuurtoren en was o.a. medebezorger van de verzamelde gedichten van Aletta Beaujon en de tweede druk van Tempels in woestijnen van Boeli van Leeuwen. Hij schreef over Van Leeuwen in De Parelduiker en over Bernardo Ashetu in OSO. Momenteel werkt hij aan een bloemlezing van In de Knipscheer-dichters.

Hein van der Hoeven (Haarlem, Den Haag) is na vier jaar bij de ABN Bank en ruim dertig jaar bij Buitenlandse Zaken gewerkt te hebben in 2014 met pensioen gegaan. Vijf van zijn verhalen verschenen eerder in Extaze. Onlangs voltooide hij een korte roman met roofkunst als thema. In 2014 werd hij de eerste voorzitter van het Springergenootschap.

Wim Hofman (Oostkapelle, Vlissingen) schreef verschillende kinderboeken, vier poëziebundels, is columnist bij de PZC, illustrator en beeldend kunstenaar. Onlangs verscheen Golfslag, een selectie uit een briefwisseling tussen hem en de dichter Ed Leeflang.

Christien Kok (Den Haag) debuteerde in 1986 met de verhalenbundel Het ontbrekende. Daarna verschenen nog drie romans en twee verhalenbundels, waarvan Verzameld leven (1994) de meest recente is. Daarnaast publiceerde ze twee essays over het werk van Kees Ouwens in De Revisor en Tirade. Tussen 1991 en 1994 was ze redactiesecretaris van De Revisor en sinds 2013 is ze medewerker van Extaze, waarin ze met enige regelmaat verhalen publiceert.

Ronnie Krepel (Oud-Zuilen, Rotterdam) maakt schilderijen, was jarenlang componist en muzikant in Trespassers W en schrijft korte verhalen. Daarnaast heeft hij een baan als steenhouwer.

Felix Monter (pseudoniem, Utrecht, Den Haag) nam in de jaren negentig deel aan poëziegroepen bij de Stichting Literaire Activiteiten ’s-Gravenhage (SLAG). Enkele van zijn gedichten zijn eerder gepubliceerd in Extaze. In 2009 bracht hij een roman uit in eigen beheer: De Blancke Lelie. Hij werkt samen met een fotograaf aan een boek over de Bollenstreek en is lid van het Haagse schrijverscollectief Wild Mind.

Wim Noordhoek (Amsterdam) werd in Steenwijk geboren uit Haagse ouders. In 1953 verhuisde het gezin terug naar Den Haag en vestigde zich in de wijk Bohemen. Hij doorliep het Gymnasium Haganum en studeerde Politieke Wetenschap aan de UVA. Daarna werkte hij vele jaren voor de VPRO. Hij schrijft stukjes en verhalen. Onlangs verscheen de bundel Muzenstraat en andere Haagse verhalen, met tekeningen van Marcel van Eeden.

Christian Oerlemans (Duivendrecht, Kortenhoef / Moncarapacho, Portugal) belandde via de journalistiek in de reclame (‘Even Apeldoorn bellen’ is zijn creatie). Hij publiceerde drie thrillers bij Bruna en schreef korte verhalen voor o.a. de Elsevier-reeks Plot. Sinds de jaren negentig schreef hij voornamelijk literair proza (w.o. Vrouwen zijn om op te vreten) en poëzie (Oude Liefde).

Marcel Poorthuis (Hilversum, Tilburg) studeerde muziek en theologie en is professor in de dialoog tussen de godsdiensten aan de Faculteit Katholieke Theologie van de Universiteit van Tilburg. Zijn dissertatie Het gelaat van de Messias (Zoetermeer 1992, 1995) heeft de Messiaanse Talmoedcommentaren van de Frans-joodse filosoof Immanuel Levinas als onderwerp. Zijn publicaties handelen over filosofie, rabbijnse literatuur en het vroege christendom en over de interreligieuze dialoog.

Arie Pos (Boskoop, Cete, Portugal) is neerlandicus en vertaler. In samenwerking met Menno Voskuil stelde hij in 2013 een bloemlezing uit het werk van Slauerhoff samen: Het heele leven is toch verloren. Gedichten, brieven, dagboek, essays. Momenteel werkt hij aan een biografie van Gerrit Komrij.

Herman Rohaert (Ninove, Aalst-Dorp bij Sint-Truiden, België) publiceerde zijn gedichten in vele literaire tijdschriften en won verschillende literaire prijzen. Gedichten van zijn hand werden opgenomen in een aantal bloemlezingen, hij publiceerde vier bundels, de meest recente som, (Uitgeverij P, 2014). In januari 2017 verschijnt een nieuwe bundel, eveneens bij uitgeverij P.

Brigitte Spiegeler (Roelofarendsveen, Den Haag) is naast dichter beeldend kunstenaar en advocaat in Den Haag en Parijs. In 2015 verscheen bij uitgeverij In de Knipscheer haar debuut Krijgskunst –
Verluierde gedichten en andere vuurpauzes.

Harry Vaandrager (Rotterdam) is dichter en prozaschrijver. Hij publiceerde de bundels Langs toendra’s (1978) en Wat telt is van niets gemaakt (2010), de roman Aan barrels (2011) en de verhalenbundel Koprot (2013). In september van dit jaar verschijnt Ik wordt.

Gerrit Vennema (Bolsward, Den Haag) is componist/tekstschrijver en dichter. Terugkerende thema’s in zijn werk zijn: liefde en erotiek, beeldende kunst en muziek, de wisselwerking tussen mens en natuur, samenleving en geschiedenis, tijd en vergankelijkheid. In de poëziereeks De Waterspuwer verscheen onlangs zijn achtste dichtbundel Maskers en stadsgezichten.

Rob Verschuren (Malden, Nha Trang, Vietnam) is copywriter en literair prozaïst. Hij publiceerde verhalen in onder meer Tirade, Extaze, Naakte Lunch en op Passionate Platform. Zijn debuutbundel zal dit najaar verschijnen.

Theo van der Wacht (Delft, Den Haag), oud-stuurman aan de koopvaardij, debuteerde als laatbloeier in het Vlaamse Yang met gedichten (1993). Daarop volgden publicaties van m.n. poëzie in Poëziekrant, De Brakke Hond, Maatstaf, Pandora en Extaze en in diverse bloemlezingen. Samen met kunstenaar Jeroen Hermkens publiceerde hij het bibliofiele boekje De Laatste Stad (2004).

Ad Zuiderent (’s-Gravendeel, Amsterdam) is dichter en literatuurwetenschapper. Voor Natuurlijk evenwicht werd hem in 1984 de Jan Campertprijs toegekend. Zijn meest recente bundel is Een heel nieuw orgel (2015). Daarnaast publiceerde hij o.a. de bloemlezing Na de watersnood (2003), de autobiografische prozabundel Energieke doelloosheid (2008) en de biografie van de schrijver Gerrit Krol, Van Korreweg naar Korreweg (2010).

Miek Zwamborn (Schiedam, Amsterdam) is schrijver, vertaler, beeldend kunstenaar en redacteur van literair tijdschrift Terras. In 1998 verbleef zij een half jaar op volle zee. Twee jaar daarna publiceerde zij de roman Oploper (2000), gevolgd door de roman Vallend Hout (2004) en de dichtbundel Het krieken van sepia (2008). In 2013 verscheen haar derde roman De duimsprong bij uitgeverij Van Oorschot.[/tag]

 

Extaze 16

[tag]Andreas van den Akker (Utrecht, woonachtig in Amsterdam) studeerde muziektechnologie aan de Hogeschool voor de Kunsten in Hilversum. Sinds enige tijd richt hij zich meer op literatuur. Hij schreef een (nog ongepubliceerde) roman over Doutzen Kroes en de roman Dicht wit, waaruit nu het eerste hoofdstuk in Extaze is gepubliceerd. Dit is zijn debuut.

Mark Baltser (Leeuwarden, woonachtig in Utrecht) is schrijver. Hij debuteerde bij Querido met een roman over Narcissus en Echo (Narcissus’ Echo, 2013).

Gilles Boeuf (Parijs, woonachtig in Den Haag) studeerde filosofie in Leiden en fotografie aan de Fotoacademie in Amsterdam. In 1998 debuteerde hij met Gedichten, gevolgd door In het groene licht, Verte en Buiten slapen. Over de geschiedenis van zijn familie schreef hij samen met zijn zus een kinderboek, De laatste prins (2010). Ook schrijft Boeuf gedichten in opdracht voor de stichting De Eenzame Uitvaart en is hij actief voor het Haags Dichtersgilde.

Elko Born (Haarlem, woonachtig in Amsterdam) studeerde geschiedenis en Nederlands. Na zijn studies werkte hij een paar jaar als journalist in Engeland. Nu houdt hij zich met korte verhalen en reportages bezig.

Jonas Bruyneel (Kortrijk, woonachtig in Ledeberg, België) is auteur, journalist en muzikant. Hij werkt als criticus voor de filmbladen Filmmagie en Vertigo en schrijft over cultuur voor Openbaar Kunstbezit Vlaanderen, Eos Memo en Boeken Magazine. Na enkele korte verhalen in literaire magazines als Plebs en Extaze debuteerde hij begin 2015 met de verhalenbundel Voorbij het licht.

Chris Ceustermans woont en werkt in Antwerpen-Mortsel. Hij was journalist bij De Morgen en publiceerde in 2014 de voor de Bronzen Uil genomineerde roman De Boekhandelaar. In 2015 verschijnt zijn novelle Koude oorlogsdromen. Daarnaast publiceerde hij verhalen in tijdschriften als Deus Ex Machina en Gierik.

Peter De Voecht (Antwerpen, 1982) is doctor in de Amerikaanse literatuur en schrijver. Hij publiceerde poëzie en proza in verschillende tijdschriften, is redacteur bij Gierik & NVT, occasioneel acteur en (korte) filmscenarist. In zijn debuutroman Slachtvlinders (In de Knipscheer, oktober 2015) verwerkte hij zijn woonplaats Antwerpen tot een ‘Antwerp of the mind’.

Marcel van Eeden (Den Haag, woonachtig in Zürich) is schilder en tekenaar. Wat hij afbeeldt, is afkomstig uit de tijd vóór zijn geboorte (1965). Daarom werkt hij naar bestaand beeldmateriaal, dat hij vindt in oude tijdschriften, boeken en kranten. De laatste jaren maakt hij steeds vaker verhalende series die met elkaar samenhangen. Daarmee komt ook een element van fictie zijn werk binnen. Hij ontving in 2011 de Prix de Dessin de la Fondation d’Art Contemporain Daniel & Florence Guerlain en in 2013 de Ouborg Prijs.

Marco Geldermans (Beverwijk, woonachtig in Almere) debuteerde in 2013 met de roman Doolramen. Hierna volgde de dichtbundel Spiegelkinderen. In 2014 verscheen de verhalenbundel Resolver. Naast het schrijven van gedichten werkt hij momenteel aan een tweede roman.

Cor Gout (Den Haag) is neerlandicus, filosoof, schrijver en muzikant. In 1984 richtte hij de multidisciplinaire organisatie, tevens tijdschrift en band, Trespassers W op. Hij is redacteur van Extaze. In 2015 verscheen van zijn hand de verhalenbundel Korenblauw (In de Knipscheer).

Arnold Jansen op de Haar (Nijmegen, woonachtig in Londen) is dichter en schrijver. In 2014 verhuisde hij naar Londen, waar hij redacteur werd bij Holland Park Press. Zijn gedichten werden opgenomen in tal van literaire tijdschriften en bloemlezingen. Onlangs publiceerde hij vijf gedichten in Het Liegend Konijn en drie gedichten in De Gids. Werk van hem verscheen bij 
De Arbeiderspers, Meulenhoff, De Geus en Holland Park Press.

Christien Kok (Den Haag) debuteerde in 1986 met de verhalenbundel Het ontbrekende. Daarna verschenen drie romans en twee verhalenbundels, waarvan Verzameld leven (1994) de meest recente is. Ook publiceerde ze twee essays over het werk van Kees Ouwens, in De Revisor en Tirade. Tussen 1991 en 1994 was ze redactiesecretaris van De Revisor en sinds 2013 is ze medewerker van Extaze.

Ronnie Krepel (Oud-Zuilen, woonachtig in Rotterdam) maakt schilderijen, was jarenlang componist en muzikant in Trespassers W en schrijft korte verhalen. Daarnaast werkt hij als steenhouwer.

MarcCaméra, pseudoniem voor Harm Wagenmakers (Amersfoort, woonachtig in Bilthoven) is auteur. Hij schrijft korte verhalen, monologen en andere teksten voor toneel. Hij publiceerde korte verhalen in diverse tijdschriften en bracht in eigen beheer Lotgevallen. Negentien korte drama’s zonder titel uit.

Tom Marien (Lier, België) geeft les en is stadsdichter in zijn woonplaats Lier. Hij publiceerde twee young adults. Poëzie van zijn hand verscheen in de Turing Top 100, Deus Ex Machina en Gierik & nvt.

Jens Meijen (Beringen, België) studeert taal- en letterkunde aan de universiteit van Leuven en werkt naast zijn studies voor het Vlaamse tijdschrift Humo als webredacteur en recensent. In 2016 worden zijn korte verhalen gepubliceerd in o.a. de literaire tijdschriften Gierik & NVT en DWB.

Hans Muiderman (Den Haag) begon als docent filmanalyse en scenarioschrijven aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Als auteur en redacteur was hij betrokken bij vele publicaties op het raakvlak van kunst, media en onderwijs. Nu is hij schrijver, dichter en columnist. In 2013 verscheen zijn debuutroman Souvenir Utopia (Aspekt 2013), gevolgd door de verhalenbundel 
Ik ben hier geboren (Aspekt 2014).

Wim Noordhoek (Steenwijk, woonachtig in Amsterdam) werkte voor de VPRO (sinds 1967) en is journalist en schrijver. Vanaf 1980 maakte hij vooral radioprogramma’s waarin schrijvers centraal stonden. Als auteur publiceerde hij de verzamelde columns Is daar iemand (1999) en Verlangen naar u (2004). Voorjaar 2016 verschijnt van hem bij Van Oorschot Muzenstraat en andere Haagse verhalen, met tekeningen van Marcel van Eeden.

Lukas Simonis (Overschie, woonachtig in Rotterdam) is organisator, curator, componist, improvisator en muzikant. Hij speelde en speelt in tal van bands, schreef en schrijft teksten voor subsidieaanvragen, theater en diverse uitgaven.

Pieter Verhoeff (Lemmer, woonachtig in Amsterdam) werkt overal en nergens, maakte documentaires, televisiedrama en speelfilms. Volgend jaar verschijnt Tokyo Trial, een tv-serie en speelfilm.[/tag]

 

Extaze 15

[tag]Pieta van Beek (Rotterdam) studeerde verschillende talen en promoveerde op de zeventiende-eeuwse bestseller de Opuscula Hebraea Graeca Latina et Gallica van Anna Maria van Schurman.  Onderwijs geeft ze al sinds 1987. Als onderzoeker bij de Universiteit Utrecht publiceert ze onder andere over vrouwenschrijvers. Samen met Dineke Ehlers schreef ze Oranje Boven: Nederlands voor Zuid-Afrika en binnenkort brengt ze samen met Annemarié van Niekerk een boek met teksten van Nederlandse en Afrikaanse vrouwenschrijvers uit: Zuid-Afrika naar het licht.

Cees Bronsveld (Den Haag, woonachtig in Rotterdam) studeerde niet-westerse sociologie in Leiden. Hij was (hoofd)redacteur van InZet, een periodiek over Noord/Zuid-verhoudingen. Sinds 1990 werkt hij als sociaalwetenschappelijk onderzoeker bij de gemeente Rotterdam. Recent publiceerde hij als gastredacteur een themanummer van het anarchistische tijdschrift De AS over Noam Chomsky (2015/1).

Erika De Stercke
(Ninove, woonachtig in Gent) schrijft gedichten over het leven en de natuur en werkt daarnaast ook op basis van opgegeven thema’s. Ze draagt regelmatig uit haar werk voor op literaire avonden in Nederland en Vlaanderen.

Dorien Dijkhuis (Apeldoorn, woonachtig in Utrecht) is schrijver en journalist. Ze schrijft poëzie, essays, proza en reisverhalen. Eerder publiceerde ze literair werk in Tijdschrift Ei, Passionate Platform, hard//hoofd, Bouillon en De Optimist. Voor Passionate reisde ze naar plekken die een rol spelen in de wereldliteratuur en schreef daarover reisverhalen in de serie Literaire Bestemmingen.

Marcel van Eeden (Den Haag, woonachtig in Zürich, Zwitserland) is schilder en tekenaar. Wat hij afbeeldt is afkomstig uit de tijd vóór zijn geboorte (1965). Daarom werkt hij naar bestaand beeldmateriaal, dat hij vindt in oude tijdschriften, boeken en kranten. De laatste jaren maakt Marcel van Eeden steeds vaker verhalende series die met elkaar samenhangen. Daarmee komt ook een element van fictie het werk binnen. Hij ontving in 2011 de Prix de Dessin de la Fondation d’Art contemporain Daniel & Florence Guerlain en in 2013 de Ouborg Prijs.

Bram Esser (Apeldoorn, woonachtig in Den Haag) is ontdekkingsreiziger van het alledaagse. Steeds op zoek naar verhalen dook hij onder in een buitenwijk met een geleende labrador, ging hij op pelgrimstocht langs de grenzen van de stad en onderzocht hij de snelweg door een maand lang in een auto te wonen op parkeerplaatsen. Hij schrijft artikelen voor het online magazine Vice en maakt het video item ‘Opduik tv’ voor de Groningse talkshow Stand van Stad. Voor Rijksdienst Cultureel Erfgoed (rce) schrijft Bram momenteel aan een belevingsatlas van de kust.

Léon Hanssen (Kerkrade, woonachtig in Eindhoven) is cultuurhistoricus en bekleedt de bijzondere leerstoel Life Writing and Cultural Memory aan Tilburg School of Humanities (Universiteit Tilburg).

Boudewijn van Houten
(Den Haag, woonachtig bij Namen, België) studeerde wat Nederlands en rechten, om daarna vijftien jaar een avontuurlijk en onfatsoenlijk bestaan te leiden en uiteindelijk met het schrijven van pulp en journalistiek in zijn levensonderhoud te gaan voorzien. Daarnaast schreef hij een oeuvre van ruim twintig literaire, merendeels autobiografische boeken bij elkaar.

Mohana van den Kroonenberg
 (Amsterdam, woont en werkt in Den Haag) studeerde werktuigbouwkunde aan de Universiteit Twente en Beeldhouwen aan de kabk in Den Haag. Zij schreef verhalen voor onder meer Extaze, elle, Parmentier, bzzlletin en Tirade. Zij is lid van het bestuur van de Nederlandse Kafkakring. In 2010 verscheen haar debuutbundel Moorddiner bij Uitgeverij Van Oorschot. Momenteel werkt zij aan een tweede bundel.

Thomas Langerak (Utrecht, woont in Sas van Gent) studeerde Slavische taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en doceerde tot voor kort Russische literatuur aan de Universiteit Gent. Promoveerde op het werk van Andrej Platonov. Schrijft over Russische poëzie van de twintigse en eenentwintigste eeuw. Oprichter van het Gents Collectief van Poëzievertalers (2001).

Het Gents Collectief van Poëzievertalers, in 2001 opgericht door Thomas Langerak, bestaat uit (oud-)medewerkers en oud-studenten van de Afdeling Slavistiek en Oost-Europakunde van de Universiteit Gent. Het collectief vertaalt poëzie van klassieke en hedendaagse Russische dichters. Het meest omvangrijke vertaalproject is de tweetalige uitgave van Familiearchief, een ‘roman in gedichten’ van de Russischtalige Joods-Oekraïense dichter Boris Chersonski (Amsterdam: Pegasus 2014).
Aan de vertaling van de gedichten van Svetlana Kekova hebben de volgende leden van het collectief meegewerkt: Jan Debergh, Hubert De Vogelaere, Elisabeth Ghysels, Thomas Langerak, Geertrui Libbrecht, Lotte Loncin, Alexandre Popowycz, Miriam Van hee, Jeannine Vereecken en Stijn Vervaet.

Giuseppe Minervini is woonachtig te Roeselare en Leuven. Hij studeert filosofie en Nederlandse taal- en letterkunde aan de KU Leuven. In 2014 en 2015 schreef en regisseerde hij toneelstukken. Hij werkt mee aan De Wijzer, het studentenblad van de faculteit filosofie te Leuven. Hij schreef ook twee romans.

Annemarié van Niekerk (Port Elizabeth, Zuid-Afrika, woonachtig in Den Haag) stelde verschillende bloemlezingen samen uit de Zuid-Afrikaanse vrouwenliteratuur. Ze was werkzaam als docent aan verschillende Zuid-Afrikaanse universiteiten en als redacteur bij Uitgeverij Kwela Books in Kaapstad. Sinds 2004 woont en werkt ze in Nederland en schrijft voor Trouw en Streven. Een boek over de Nederlandstalige en Afrikaanse vrouwenliteratuur in Zuid-Afrika is in voorbereiding, met co-auteur Pieta van Beek.

Renée van Riessen (Lunteren) is dichter, haar laatste bundel, Krekels in de keuken, verscheen in 2008 bij Prometheus, Amsterdam. In 2013 bracht uitgeverij Sjibbolet De ziel opnieuw uit, een lang essay ‘Over innerlijkheid, inspiratie & onderwijs’. Ze woont in Kampen, en doceert filosofie in Groningen en Leiden.

Astrid H. Roemer (Paramaribo, haar werkzame leven grotendeels woonachtig in Den Haag, woont nu in België) debuteert als auteur in 1970 en breekt door naar een groot publiek met de roman Over de gekte van een vrouw (1982). Behalve romans publiceert zij toneel, poëzie, columns en verhalen. Eind jaren negentig beschrijft ze het Suriname van na 1980 in de romantrilogie Gewaagd leven (1996), Lijken op Liefde (1997) en Was Getekend (1999), opgedragen aan Jos Knipscheer. De jaren daarna lijdt ze een teruggetrokken bestaan, maar ze blijft schrijven. In 2015 treedt ze uit de zelfgekozen anonimiteit mede vanwege de documentaire De wereld heeft gezicht verloren van Cindy Kerseborn, die in december 2015 in première gaat. Een nieuw ‘tragi-komisch’ gedicht van haar hand verschijnt in oktober 2015 op het digitale supplement van Extaze.

Isolde Sanders (1971) studeerde geschiedenis in Groningen en woont in Den Haag. Korte verhalen zijn haar genre, waarbij ze Graham Greene, T.C. Boyle en Nathan Englander als haar voorbeelden ziet. Ze werkt momenteel aan haar eerste verhalenbundel.

Nina Roos (geboren in Groningen, woonachtig in Leiden) schrijft en tekent. Ze studeerde een aantal jaren autonome kunst in Arnhem, Enschede en Amsterdam. In 2011 verscheen bij De Harmonie de verhalenbundel Neem op, haar literaire debuut.

Isolde Sanders (1971) studeerde geschiedenis in Groningen en woont in Den Haag. Korte verhalen zijn haar genre, waarbij ze Graham Greene, T.C. Boyle en Nathan Englander als haar voorbeelden ziet. Ze werkt momenteel aan haar eerste verhalenbundel.

Johanneke van Slooten (Den Haag, woonachtig in Amsterdam) studeerde filosofie aan de UvA en hobo aan het conservatorium in Parijs. Als beeldend kunstenaar kreeg zij verschillende solo-exposities. Zij is schrijver van verhalen, reportages en essays onder meer over filosofie, beeldende kunst, moderne literatuur en muziek. Zo schreef zij tientallen portretten over het oeuvre van schrijvers en componisten, over de verwantschap en dwarsverbindingen tussen beide kunsten in haar essaybundel Woord en Weerklank en in tijdschriften als Tirade, Raster, Bzzlletin, De Gids, Wolfsmond, Luister en Theatermaker.

Theo van der Wacht
(Delft, woonachtig in Den Haag), oud-stuurman bij de koopvaardij, debuteerde in 1993 als laatbloeier met gedichten in het Vlaamse tijdschrift Yang. Vervolgens publiceerde hij met tussenpozen werk in onder andere Poëziekrant, De Brakke Hond, Maatstaf, Pandora en Extaze. In 2004 bracht hij samen met beeldend kunstenaar Jeroen Hermkens het fraaie bibliofiele boekje De Laatste Stad uit.

Niki van Zuijlen (Den Haag) studeerde Cultureel Maatschappelijke Vorming en is sinds 2006 werkzaam als taal- en onderwijsmedewerker bij Bibliotheek Den Haag. Met het verhaal Dochter van Jacques zet zij haar eerste schreden op het schrijverspad.[/tag]

 

Extaze 14

[tag]A.H.J. Dautzenberg (Heerlen, woont en werkt in Tilburg-Noord) studeerde bedrijfseconomie en taal- en letterkunde. Hij schrijft romans, verhalen, essays, poëzie en toneel. Later dit jaar verschijnen bij uitgeverij Atlas Contact de roman Wie zoet is en de bloemlezing Vuur! Bezieling en betrokkenheid in de Nederlandse en Vlaamse letteren.

Peter J. van Dijk (Drachten, woonachtig in Utrecht) werkt als docent Nederlands, nt2 en creatief schrijven voor het taleninstituut Babel. Hij werkt aan een romancyclus waarvan tot nu toe drie delen zijn uitgebracht, waarvan het meest recente deel, Het domein van de jeugd, in 2012 verscheen. Als supplement bij deze cyclus zal wellicht eind dit jaar De verhalen uitkomen.

Jaap Goedegebuure (Sint Annaland, woonachtig in Den Haag) werkte als hoogleraar in de letteren bij verschillende universiteiten, het meest recent bij de Universiteit Leiden. Hij schrijft boeken en artikelen over de literatuur van de negentiende en twintigste eeuw en is criticus voor Trouw en Het Financieele Dagblad. Eind van dit jaar verschijnt van hem Wit licht. Over poëzie, mystiek en epifanie in de Nederlandse literatuur van de twintigste eeuw. Een biografie van Frans Kellendonk is in voorbereiding.

Arnon Grunberg (Amsterdam) is schrijver van romans, (reis)verhalen, essays, toneelstukken, reportages en poëzie. Hij debuteerde in 1994 met de roman Blauwe maandagen, waarna er in hoog tempo tal van publicaties volgden. Voor zijn werk, dat in negenentwintig talen werd vertaald, ontving hij verschillende literaire prijzen, waaronder in 2004 de F. Bordewijk-prijs en de AKO Literatuurprijs voor De asielzoeker en in 2007 de Libris Literatuur Prijs en de Gouden Uil Literatuurprijs voor Tirza. Voor zijn gehele oeuvre kreeg hij in 2009 de Constantijn Huygens-prijs en in 2010 de Frans Kellendonkprijs uitgereikt. Hij publiceerde ook onder het pseudoniem Marek van der Jagt.

Rick Honings (Heerlen, woonachtig in Leiden) is universitair docent moderne Nederlandse letterkunde bij de opleidingen Dutch Studies en Nederlands van de Universiteit Leiden. Hij promoveerde op Geleerdheids zetel, Hollands roem! Het literaire leven in Leiden 1760–1860 (2011) en schreef samen met Peter van Zonneveld de bekroonde biografie De gefnuikte arend. Het leven van Willem Bilderdijk (2013). In het Kellendonk-jaar 2015 verzorgde hij met Jaap Goedegebuure de luisterboekeditie van Mystiek lichaam, die werd voorgelezen door Ilja Leonard Pfeijffer. Momenteel werkt hij aan een boek over literaire roemcultuur in de negentiende eeuw: De dichter als idool.

Oek de Jong (Breda, 1952, woonachtig in Amsterdam) is auteur van de romans Opwaaiende zomerjurken (1979, F. Bordewijk-prijs), Cirkel in het gras (1985), Hokwerda’s kind (2002) en Pier en oceaan (2012, Gouden Uil Literatuurprijs). Daarnaast publiceerde hij onder meer de verhalenbundel De hemelvaart van Massimo (1977, Reina Prinsen Geerligsprijs), de gebundelde novellen De inktvis (1993), het dagboek De wonderen van de heilbot (2006) en de essaybundels Een man die in de toekomst springt (1997, Busken Huetprijs), Brief aan een jonge Atlas (2012) en Wat alleen de roman kan zeggen (2013).

Rens Krikhaar (Apeldoorn, woonachtig in Voorburg) is beeldend kunstenaar. Sinds zijn opleiding aan de KABK is hij werkzaam in Den Haag als schilder en tekenaar. Zijn werk wordt regelmatig geëxposeerd in binnen- en buitenland. In 2012 werd zijn schilderij De overwinning van Simon de Danser in Marseille genomineerd voor de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst. In datzelfde jaar was hij medeorganisator van het initiatief ‘De Hommage’, dat vierenveertig kunstenaars in de gelegenheid stelde een eerbetoon te brengen aan de te vroeg gestorven schilder Carel Fabritius (1622–1654).

Tomas Lieske (Den Haag, woonachtig in Leiden) is schrijver van romans, verhalen, essays en poëzie. Voor zijn prozadebuut Oorlogstuinen (1992) ontving hij de Geertjan Lubberhuizenprijs, voor de roman Franklin (2000) de Libris Literatuur Prijs en voor de dichtbundel Hoe je geliefde te herkennen (2006) de VSB Poëzieprijs. Lieske was tien jaar redacteur van het tijdschrift Tirade.

Hanz Mirck (Zutphen, woonachtig in Arnhem) is docent Nederlands, muzikant, dichter en romanschrijver. Hij debuteerde in 2002 met de dichtbundel Het geluk weet niets van mij (genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs). Daarna volgden de bundels Wegsleepregeling van kracht (2006), waarmee hij de J.C. Bloem-poëzieprijs won, en Archiefvernietiging (2009). Mirck was de eerste stadsdichter van Zutphen. Hij publiceerde ook een roman, Het godsgeschenk (2005), en diverse gedichten voor kinderen. Momenteel werkt hij aan zijn vijfde bundel en een tweede roman en is hij opnieuw stadsdichter, nu van Apeldoorn.

Rob Schouten (Hilversum, woonachtig in Amsterdam) schrijft poëzie, verhalend proza, essays, kritieken en columns. Hij publiceerde dertien dichtbundels, waarvan de laatste, Zware pijnstillers, in 2012 uitkwam. In 2002 verscheen zijn roman Lusthof. Ook stelde hij enkele bloemlezingen samen. Hij was redacteur van verschillende literaire tijdschriften, waaronder Maatstaf en de 
Vestdijkkroniek. Tegenwoordig is hij redacteur van Awater. Daarnaast schrijft hij columns en kritieken voor het dagblad Trouw en beschouwingen voor Vrij Nederland.

Gerrit Vennema (Bolsward, woonachtig in Den Haag) beschouwt schrijven als zijn levenswerk. Naast songs in verschillende talen (muziek en tekst) schreef hij Nederlandse poëzie over liefde en (homo-)erotiek, beeldende kunst, natuur en samenleving, geschiedenis, tijd en vergankelijkheid. Dit jaar verschijnt zijn achtste dichtbundel Maskers en stadsgezichten.

Reinold Vugs (Goirle, woonachtig in Zoetermeer) is journalist en schrijver. Hij promoveerde in 1995 op F. Bordewijk, een biografie en schreef verschillende romans, waaronder Tanchelm (2009) en De fluit van de puddingfabriek (2014). Daarnaast publiceerde hij over de Spaanse griep in Nederland (2002) en de razzia van Den Haag (2004). Moord in de Meerpolder is zijn meest recent verschenen historische studie (2014). Hij werkt aan een nieuwe historische roman.

Theo van der Wacht (Delft, woonachtig in Den Haag), oud-stuurman bij de koopvaardij, debuteerde in 1993 als laatbloeier met gedichten in het Vlaamse tijdschrift Yang. Vervolgens publiceerde hij met tussenpozen werk in o.a. Poëziekrant, De Brakke Hond, Maatstaf, Pandora en Extaze. In 2004 bracht hij samen met beeldend kunstenaar Jeroen Hermkens het fraaie bibliofiele boekje De Laatste Stad uit.

Niña Weijers (Nijmegen, woonachtig in Amsterdam) debuteerde in 2014 met De consequenties, een roman die alom uiterst lovend werd besproken en in 2015 bij de uitreiking van de Gouden Boekenuil Literatuurprijs de prijs van de Lezersjury won. Ze schrijft voor De Groene Amsterdammer en is redacteur bij literair tijdschrift De Gids.

Joost Zwagerman (Alkmaar, woonachtig in Haarlem), publiceerde dertig titels, waaronder de romans Vals licht (1991, shortlist AKO Literatuurprijs) en De buitenvrouw (1994), de dichtbundels De ziekte van jij (1988) en Roeshoofd hemelt (2005, bekroond met de driejaarlijkse Paul Snoek 
Poëzieprijs) en de essaybundels Transito (2006, shortlist AKO Literatuurprijs), Alles is gekleurd (2011) en Americana (2013). In 2008 ontving hij voor zijn oeuvre de Gouden Ganzenveer, waarna hij in 2010 het Boekenweekgeschenk schreef: Duel. In 2003 en 2004 was hij de presentator van VPRO’s Zomergasten. Zijn werk verscheen onder andere in Duitsland, Frankrijk, Hongarije en Japan. Sinds een aantal jaren schrijft hij voor de Volkskrant en Humo een column over beeldende kunst.[/tag]

 

Extaze 13

[tag]Pieter Boskma (geboren in Leeuwarden, woonachtig in Heiloo) publiceerde dertien dichtbundels, waarvan Doodsbloei (2010) en Mensenhand (2014, Ida Gerhardt Poëzieprijs) de meest recente zijn. Verder publiceerde hij de novelle Een foto van God (1993), de roman in verzen De aardse komedie (2002) en de verhalenbundel Westerlingen (2006). In 2014 verscheen zijn dichtbundel Zelf.

Peter de Bruijn (Leeuwarden, woonachtig in Den Haag) is als senioronderzoeker verbonden aan het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (KNAW). Hij is de bezorger van de historisch-kritische uitgave van Gerrit Achterberg’s Gedichten, waarop hij in 2000 promoveerde, en van de leeseditie Alle gedichten uit 2005 (samen met Edwin Lucas en Fabian R.W. Stolk).

Lisette Erdtsieck (Ukkel, België, woonachtig in Haarlem) studeerde film- en tv-wetenschap aan de UVA en werkte als programmamaker en redacteur voor televisie. Sinds enige jaren geeft ze les in Vijnana-yoga. In 2012 won ze de Haarlemse Debuutprijs met haar roman Reis van de Zeemeermin.

Cor Gout (Den Haag) is Neerlandicus, filosoof, schrijver en muzikant. In 1984 richtte hij de multidisciplinaire organisatie, tevens tijdschrift en band, Trespassers W op. Hij is redacteur van Extaze. In 2015 verscheen van zijn hand de verhalenbundel Korenblauw (In de Knipscheer).

Boudewijn van Houten (Den Haag, woonachtig bij Namen, België) studeerde wat Nederlands en Rechten, om daarna vijftien jaar een avontuurlijk en onfatsoenlijk bestaan te leiden en uiteindelijk met het schrijven van pulp en journalistiek in zijn levensonderhoud te gaan voorzien. Daarnaast schreef hij een oeuvre van ruim twintig literaire, merendeels autobiografische boeken bij elkaar.

Kees ’t Hart (Den Haag, woont in Den Haag) is schrijver. Zijn meest recente romans zijn Hotel Vertigo (2012) en Teatro Olimpico (2014). Hij schrijft recensies en beschouwingen voor De Groene Amsterdammer.

Jan Holtman (Drachten, woonachtig in Gieten) publiceerde drie bundels: Een ezelsoor met lippenstift (2002), Nachtstroom (2010) en Windjammer (2012). Eind 2014 verscheen zijn interviewboek Een zweep voor eigen rug. Hij is hoofdredacteur van het Onafhankelijk Literair Vlugschrift Avier.

Hein van der Hoeven (Haarlem, woonachtig in Den Haag) is zich na zijn pensionering als ambtenaar op schrijven en schilderen gaan richten. Vier van zijn verhalen verschenen eerder in Extaze. Hij is medeoprichter van het Haagse schrijverscollectief Wild Mind.

Luuk Imhann (Castricum) is theatermaker en dichter. Hij richtte de theatergroep Nox op en speelde daarmee twee voorstellingen. Daarnaast schreef hij toneelstukken over Wislawa Szymborska en Erik Satie. Een hoofdthema in zijn werk is het onvermogen van mensen om elkaar te begrijpen. Imhann publiceerde eerder in Slang en Tijdschrift Ei.

Anne-Mie Van Kerckhoven (Antwerpen, woont in Borgerhout), ook bekend als AMVK, is multidisciplinair kunstenaar. Ze schildert, tekent, maakt computer-, video- en geluidskunst en schrijft teksten. In 1981 richtte zij met Danny Devos de noise-band en (sub)culturele organisatie Club Moral op.

Jeanet Kingma (Almelo, woonachtig in Den Bosch) is beeldend kunstenaar/graficus. Zij maakt houtsneden en kunstenaarsboeken waarin tekst en beeld worden gecombineerd en schrijft voor kinderen.

Christien Kok (Den Haag) debuteerde in 1986 met Het ontbrekende. Daarna verschenen drie romans en twee verhalenbundels, waarvan Verzameld leven (1994) de meest recente is. Daarnaast publiceerde ze twee essays over het werk van Kees Ouwens in De Revisor en Tirade. Tussen 1991 en 1994 was ze redactiesecretaris van De Revisor. Sinds 2013 is ze medewerker van Extaze.

Huub Koch (Rotterdam) studeerde grafisch ontwerpen aan de kunstacademies van Rotterdam en Offenbach am Main. Hij was decorontwerper en documentair fotograaf. Tegenwoordig is hij o.a. visueel strateeg, designfilosoof, boekbespreker, weblogger en essayist. Als publicist werkte hij o.a. mee aan The Education of a Typographer, En dan nu de Polonaise en Beweging in de Zaak.

Wim Noordhoek (Steenwijk, opgegroeid in Den Haag, woonachtig in Amsterdam) is radiomaker bij de vpro,  journalist en auteur. In zijn studententijd was hij redacteur van Propria Cures en Hitweek. Sinds 1980 maakt hij radioprogramma’s waarin schrijvers centraal staan. Als auteur publiceerde hij de verhalenbundels Beromünster (1972) en Natte cel (1978), de roman Pool (1996) en, onder het pseudoniem Alex Mol, de verzamelde columns Is daar iemand (1999) en Verlangen naar u (2004).

Christian Oerlemans (Kortenhoef, woonachtig in Moncarapacho, Portugal) was reclamemaker (zijn bekendste tekst: ‘Even Apeldoorn bellen’). Hij publiceerde o.a. boeken over de reclamewereld, thrillers, een kijk/leesboek over kunstenares Will Kellermann, een biografie van een kunstenaarsmodel, twee romans, een reisverhaal en een dichtbundel en een boekje over prostaatkanker.

Ellen Van Pelt (Antwerpen, België) is psychologe en schrijfster. Haar debuutroman Drift verschijnt dit voorjaar bij Uitgeverij Vrijdag. Ze publiceerde verhalen in diverse literaire tijdschriften.

Monika Sauwer (ps. van Yolande Nusselder, Naarden, woonachtig in Amsterdam) schrijft verhalen en romans. Daarnaast tekent en schildert ze. In 2011 verscheen haar roman Het raadsel vader bij uitgeverij Nieuw Amsterdam. Haar laatste roman, Een liefde in 1945, is te bestellen via e-mail: yolnus@xs4all.nl.

Fabian R.W. Stolk (Zeist, woonachtig te Utrecht) is docent Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit Utrecht. Hij promoveerde in 1999 op Achterberg’s Spel van de wilde jacht. In dat jaar bezorgde hij ook een kritische leeseditie van Jacques Perk’s Gedichten. Met Peter de Bruijn en Edwin Lucas bezorgde hij in 2005 Alle gedichten van Achterberg.

Elvira Werkman (Delfzijl, woonachtig in Arnhem) wandelt, schrijft, interviewt en fotografeert. Na haar studies milieukunde en journalistiek werkte ze voor natuurorganisaties. Ze publiceert journalistiek werk in diverse tijdschriften, schrijft verhalen en werkt aan een eerste roman.[/tag]

 

Extaze 12

[tag]Jan-Hendrik Bakker (Vlaardingen) is filosoof, essayist en journalist. Hij promoveerde op de filosofische studie Tijd van lezen (1999) en publiceerde over literaire cultuur en de moderne media. Hij schreef verder over de relatie stad en natuur (o.m. Grond in 2011). In Stilte. Een filosofie van de afzondering (2015) gaat over eenlingen in verzet tegen de moderne samenleving en bepleit  een vernieuwing van het individualisme. Hij won in 2007 de Jan Hanlo Essay Prijs Klein.

Rob H. Bekker (Venlo, woonachtig in Utrecht) is dichter en zanger van de band Zimihc. De titels van zijn dichtbundels zijn: Later (1988), Staart (1991), De Mond (1995), De gezichtenstalling (2000), De balvirtuoos, eindeloos (2001) en Kruisigingen (2002). Hij begon op 14 maart 1986 het eenmanstijdschrift Saaie Berichten en weet na 837 afleveringen nog altijd niet van ophouden.

Gert-Jan van den Bemd (geboren en woonachtig in Breda) is opgeleid tot wetenschappelijk onderzoeker (endocrinologie) en kunstenaar. Hij schrijft fictie en non-fictie en publiceerde onder andere in Tirade, Schoon Schip en Margreet Dolman’s Mens & Gevoelens. Een roman is in voorbereiding.

Marc Van den Bossche (Dendermonde, België) studeerde moraalwetenschappen en filosofie aan de Vrije Universiteit Brussel en doceert wijsgerige antropologie en cultuurfilosofie. Hij publiceerde verschillende boeken over het denken, waaronder Kritiek van de technische rede (Utrecht 1995) en Het pathos van het denken (Budel 2003). Zijn meest recente publicaties zijn Religie na de dood van God (Brussel 2013) en Leven na de dood. Dagboek van een rouwproces (Rotterdam 2014).

Mischa van den Brandhof (Kamerik, woonachtig in Den Haag) studeerde rechten, psychologie en filosofie in Amsterdam en Londen. Ze schrijft korte (dieren)verhalen, fotografeert en maakt tekeningen. Haar natuurfotografie was te zien in Bibliotheek Den Haag en Haags Talent Centraal.

Wim Brands (Brummen, Amsterdam) debuteerde op zijn twintigste met gedichten in Hollands Maandblad en publiceerde sindsdien vier dichtbundels. Hij werkte als verslaggever voor o.a. het Leidsch Dagblad en maakt sinds 1987 literaire radio- en tv-programma’s voor de vpro, w.o. Brands met Boeken. Zijn vijfde dichtbundel, ’s Middags zwem ik in de Noordzee, verscheen in 2014.

Peter WJ Brouwer (Utrecht, Velp) is schrijver, vertaler en performer. Hij studeerde Duitse taal- en letterkunde in Utrecht. Sinds 2003 publiceert Brouwer poëzie in bloemlezingen en tijdschriften en treedt hij bij diverse gelegenheden op. Landdieren was zijn landelijke debuutbundel (2011).

Bram Esser (Apeldoorn, woonachtig in Den Haag en Groningen) is ontdekkingsreiziger van het alledaagse. Op zoek naar verhalen dook hij onder in een buitenwijk met een geleende labrador, ging hij op pelgrimstocht langs de grenzen van de stad en verbleef hij een maand lang op en rond Nederlandse snelwegen. Momenteel schrijft hij een column op zowel de website van De Gids als Passionate Platform. Tevens maakt hij Opduik tv voor de Groningse talkshow Stand van Stad.

Aly Freije (Veelerveen, woonachtig in Groningen) debuteerde met de Groningstalige bundel Wondpoeier (Uitgeverij kleine Uil, 2009). In 2008 kreeg ze de Freudenthalprijs voor nieuwe Nedersaksische literatuur. Nederlandstalige gedichten verschenen in verzamelbundels. Ze is schrijfdocent aan de Schrijversvakschool Groningen.

Jurjen de Haan (Den Haag) is fotograaf, schilder, tekenaar en ruimtelijk vormgever. Met andere vertegenwoordigers van het nieuw realisme studeerde hij aan de Koninklijke Academie van
Beeldende Kunsten in Den Haag. Van 1963 tot 1991 doceerde hij op de Hogeschool voor de
Kunsten in Arnhem. Van 1982 tot 1987 was hij voorzitter van Pulchri Studio en had hij zitting in de adviescommissie van de Stichting Kunst en Bedrijf in Amsterdam.

Ruud Jaspers (geboren en woonachtig te Amsterdam) was jarenlang filmlaborant in de Amsterdamse Jordaan. Eerdere publicaties van zijn hand verschenen in Hollands Maandblad.

Ronnie Krepel (Oud Zuilen, woonachtig in Rotterdam) maakt schilderijen, was jarenlang componist en muzikant in Trespassers W en schrijft korte verhalen. Daarnaast heeft hij een baan als steenhouwer.

Theo Monkhorst (geboren in Groningen, woonachtig in Den Haag) is schrijver en dichter. Hij publiceerde vier romans, de vijfde verschijnt in 2015. Ook publiceerde hij vier bundels poëzie en een bundel vertaalde poëzie. Zijn gedichten verschenen o.a. in Hollands Maandblad, Meander,
De Poëziekrant (Gent) en werden twee keer tijdens de Poëziezomers van Watou (België) gepresenteerd. Zijn columns verschenen o.a. in de Haagsche Courant.

Herman Rohaert (Ninove, nu Sint-Truiden, België) studeerde Nederlands, Engels en Duits en was o.a. redactielid van de literaire bladen Appel en Verba, jurylid, winnaar van literaire wedstrijden, docent bij een schrijfcursus, auteur van talrijke publicaties in literaire tijdschriften en lid van voormalig dichterscollectief mengmeTTaal. Zijn laatste publicatie was de dichtbundel som (2014).

René De Ryck (Asse, woonachtig in Gent) is master Germaanse Filologie, afgestudeerd in Leuven. Zijn boek Droommachines en Denkbeesten – een bundeling van veertig actuele essays – verscheen in 2013. Daarnaast publiceert hij opiniestukken in tijdschriften.

Rob Verschuren (Malden, woonachtig in Nha Trang, Vietnam) is copywriter. Verhalen van zijn hand verschenen in Tirade, de City2Cities-bundel Ik zoek een reisgenoot, in twee bundels van Literair Werk en in de verzamelbundels Lezen en Laven en Obsessie. Met het verhaal Local bar won hij de Boekenweek Schrijfwedstrijd 2014.

Tanya van der Wacht (Den Haag, woonachtig in Duitsland) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde, mediëvistiek en biologische landbouw. Sinds 2001 runt zij een biologisch tuinbouwbedrijf in Stemwede. Zij is lid van dichterscollectief Ithaka. Gedichten van haar verschenen eerder in Schoon Schip en Pandora.

Theo van der Wacht (Delft, woonachtig in Den Haag), oorspronkelijk stuurman ter koopvaardij, debuteerde op middelbare leeftijd in het Vlaamse tijdschrift Yang. Daarna publiceerde hij met name gedichten in Poëziekrant, Maatstaf en De Brakke Hond. Zijn werk verscheen in verscheidene bloemlezingen. Samen met kunstenaar Jeroen Hemkens publiceerde hij het bibliofiele boekje
De Laatste Stad (De Weideblik, 2004).

Jan Wychers (Surakarta, Indonesië, woonachtig in Den Haag) studeerde bosbouw en is werkzaam geweest in de planologie. Hij is beeldend kunstenaar en publiceerde als schrijver in Nynade. Geeft een reeks kleine boekjes uit bij Uitgeverij Atjeh.[/tag]

 

Extaze 11

[tag]Maarten Buser (Doetinchem, woonachtig in Wehl) is neerlandicus en letterkundige. Gedichten van hem verschenen in onder andere SlangPassionate Platform, Op Ruwe Planken en Absint. Ook treedt hij geregeld op. Hij droeg zijn werk voor op onder meer het Gedichtenbal, Onbederf’lijk Vers en de Literaire Nachtclub. Daarnaast is hij poëzie- en hiphoprecensent.

Maria van Daalen (Voorburg, woonachtig in Almere) is afgestudeerd in de Nederlandse taal- en letterkunde. Sinds 1989 is zij auteur bij Querido. Zij publiceerde zeven dichtbundels, naast verhalen en essays. Zij werkt aan een nieuwe bundel en vertaalt tevens de teksten van het veertiende-eeuwse Gruuthusehandschrift.

Marlies De Munck (Antwerpen) studeerde filosofie in Antwerpen en Leuven, en aan Columbia University in New York. Ze promoveerde met een doctoraatsthesis over betekenis in muziek en publiceerde artikelen over muziek, literatuur en film. Sinds 2013 is zij verbonden aan het Departement Wijsbegeerte in Antwerpen, waar ze haar eigen cursus muziekfilosofie doceert.

Lisette Erdtsieck (Ukkel, België, woonachtig in Haarlem) studeerde film- en televisiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en werkte als programmamaker en redacteur voor televisie. Sinds enige jaren geeft ze les in klassieke vijnana-yoga. In 2012 won ze de Haarlemse Debuutprijs met haar roman Reis van de Zeemeermin.

Jaap Goedegebuure was tot 2012 hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit Leiden. Daarvoor vervulde hij leeropdrachten aan de universiteiten van Berlijn, Tilburg en Nijmegen. Hij schreef tal van boeken en artikelen over de literatuur van de negentiende en twintigste eeuw. Zijn laatste publicatie in boekvorm is Nederlandse schrijvers en religie 1960-2010 (2010). Hij is literatuurcriticus voor Trouw en Het Financieele Dagblad. In 2015 verschijnt van hem Wit licht, een studie over mystieke aspecten van de Nederlandstalige twintigste-eeuwse poëzie.

Michiel Hanon (Leiden, woonachtig in Den Haag) is jurist en psycholoog. Tegenwoordig schrijft hij gedichten, prozagedichten, columns en korte verhalen. Hij publiceerde onder andere in het literair-cultureel tijdschrift Schoon Schip en in diverse bloemlezingen.

Arnold Heumakers (Tilburg, woonachtig in Amsterdam) is literair criticus en essayist. Zijn kritieken verschijnen in NRC Handelsblad. Daarnaast doceert hij cultuurgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceerde talloze essays en diverse essaybundels. Begin 2015 verschijnt De esthetische revolutie – ontstaan en ontwikkeling van het moderne kunstbegrip in Verlichting en Romantiek.

Annette van ’t Hull (Tiel, woonachtig in Arnhem) schrijft korte verhalen voor jongeren en volwassenen. Na haar studie Engels heeft zij eerst bij een vertaalbureau gewerkt. Inmiddels is ze managementassistent bij een internationaal georiënteerd bedrijf. Ze publiceerde diverse korte verhalen in een tijdschrift over Argentijnse tango. Op 1 juni van dit jaar ontving zij de Nieuw Proza Prijs Venlo 2014 voor haar verhaal ‘Beste reiziger’, dat verscheen in Extaze 8.

Wouter Kusters (Geldermalsen, woonachtig in Schoonhoven) studeerde filosofie en algemene taalwetenschap in Utrecht en promoveerde in Leiden in de Letteren. Met Pure waanzin (2004) won hij de Socrateswisselbeker voor het beste Nederlandstalige filosofieboek, en de Van Helsdingenprijs voor het beste werk op het grensgebied van psychiatrie en filosofie. Maart 2014 verscheen zijn magnum opus Filosofie van de waanzin.

Giuseppe Minervini (Roeselare, woonachtig in Roeselare/Leuven) studeert filosofie en Nederlandse taal- en letterkunde aan de ku Leuven. Hij is hoofd van de afdeling cultuur in het praesidium van de Nieuwe Filosofische Kring. Het in dit nummer gepubliceerde verhaal is zijn prozadebuut, maar hij heeft inmiddels ook een roman afgerond: Rubikosofie.

Hans Muiderman (Den Haag) werkte lange tijd op het raakvlak van kunst en onderwijs. Als auteur en redacteur was hij betrokken bij vele publicaties op dit gebied. Nu is hij schrijver, dichter en columnist. In 2013 verscheen bij Aspekt zijn debuutroman Souvenir Utopia, in 2014 gevolgd door de verhalenbundel Ik ben hier geboren.

Renée van Riessen (Lunteren, woonachtig in Kampen) is filosofe en dichter. Haar laatste bundel, Krekels in de keuken, verscheen in 2008 bij Prometheus. In 2013 bracht uitgeverij Sjibbolet De ziel opnieuw uit, een lang essay ‘over innerlijkheid, inspiratie & onderwijs’. Ze doceert filosofie in Groningen en Leiden.

Tanja Smit (Voorburg, woonachtig in Den Haag) is beeldend kunstenaar. Haar werk, veelal ontstaan vanuit het tekenen, wordt gekenmerkt door een speelse mix van wetmatigheid en automatisme. Soms werkt ze ook samen met musici. Ze heeft gestudeerd aan de kabk in Den Haag en woonde van 1993 tot 2009 grotendeels in Barcelona. Smit’s werk is o.a. te zien geweest in Studio Loos (2011 en 2013), Quartair (2013) en Gemak (2014) in Den Haag, in Off the Record in het Stedelijk Museum, Amsterdam (2009) en in Possibility of Action in het macba, Barcelona (2009).

Gerrit Vennema (Bolsward, woonachtig in Den Haag) schreef ruim vijfentwintig jaar lang voornamelijk Engels- en Duitstalige songs, toen in 2005 een onvermoede dichtader opensprong. Sindsdien publiceerde hij zeven bundels in de poëziereeks De Waterspuwer en verscheen zijn werk in vele literaire tijdschriften en festivalbundels. In 2015 wordt zijn nieuwe bundel Maskers en stadsgezichten verwacht.

Elvira Werkman (Delfzijl, woonachtig in Arnhem) schrijft, interviewt en fotografeert. Ze studeerde milieukunde en journalistiek en is gefascineerd door de natuur. Werkt voor groene organisaties, publiceert journalistiek werk in natuur- en wandeltijdschriften en schrijft korte verhalen. Gestaag werkt ze aan haar eerste roman.[/tag]

 

Extaze 10

[tag]Theo Bollerman (Den Haag) is communicatiedeskundige en tennishistoricus. Hij publiceerde vijf boeken, waarvan één over vergadertechnieken. Zijn laatste werk, Voltooide volharding (2013), is een historische roman over het dramatische leven van Gerard Scheurleer, ‘hoogleraar tenniswetenschappen’, die van 1886 tot 1948 leefde.

Marc Van den Bossche (Dendermonde, België) studeerde moraalwetenschappen en filosofie aan de Vrije Universiteit Brussel en doceert wijsgerige antropologie en cultuurfilosofie. Hij publiceerde verschillende boeken over het denken, waaronder Kritiek van de technische rede (Utrecht 1995) en Het pathos van het denken (Budel 2003), twee studies over de filosoof Richard Rorty en twee boeken over sportbeleving: Wielrennen (Rotterdam 2005) en Sport als levenskunst (Rotterdam 2010). Zijn meest recente publicatie is Religie na de dood van God (Brussel 2013).

Erika De Stercke (Ninove, woonachtig in Gent) schrijft gedichten over het leven en de natuur en werkt daarnaast ook op basis van opgegeven thema’s. Ze draagt regelmatig uit haar werk voor op literaire avonden in Nederland en Vlaanderen.

Peter J. van Dijk (Drachten, woonachtig in Utrecht) studeerde Nederlands en geschiedenis en is docent bij het taleninstituut Babel. Hij werkt aan een meerdelige romancyclus, waarvan inmiddels drie delen zijn verschenen. Zijn laatste gepubliceerde titel is Het domein van de jeugd (2012).

Arjen Duinker (Delft) publiceerde sinds 1988 verschillende dichtbundels, waaronder het met de Jan Campertprijs 2001 bekroonde De geschiedenis van een opsomming en De zon en de wereld, waarvoor hij in 2005 de vsb Poëzieprijs ontving. Verder schreef hij een roman en werkt hij met glasblazer Bernard Heesen aan de reeks De wereld van de glasblazer: encyclopaedisch woordenboek. Binnenkort verschijnt zijn Autobiografie tot op de dag van vandaag.

Lisette Erdtsieck (Ukkel, België, woonachtig in Haarlem) studeerde film- en tv-wetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en werkte als programmamaker en redacteur voor televisie. Sinds enige jaren geeft ze les in klassieke Vijnana yoga. In 2012 won ze de Haarlemse Debuutprijs met haar roman Reis van de Zeemeermin.

Diederik Gerlach (Den Haag) is beeldend kunstenaar. Sinds zijn opleiding aan de kabk is hij werkzaam in Den Haag en Berlijn als schilder en tekenaar. Zijn werk wordt regelmatig geëxposeerd. Hij verzorgde verschillende boekillustraties, o.a. in Den Haag Ontijdelijk (2007), in samenwerking met schrijver Cor Gout. In 2008 verscheen de monografie Promenade langs het gemis in de serie Haags Palet en in 2011 Die Zeit ist Jung (Galerie Maurits van de Laar 2011).

Hein van der Hoeven (Haarlem, woonachtig in Den Haag) is fulltime ambtenaar. Daarnaast schrijft en schildert hij. Drie van zijn verhalen verschenen eerder in Extaze. Hij is medeoprichter van het Haagse schrijverscollectief Wild Mind.

Lucy Huybregts, ook schrijvend onder haar meisjesnaam Lucy Naberman (Den Haag, woonachtig in Utrecht) schildert en schrijft korte verhalen voor tijdschriften en dagbladen. Ze debuteerde in 2001 met Nooit meer, een bundel korte Haagse verhalen.

Annette van ’t Hull (Tiel, woonachtig in Arnhem) studeerde Engels, werkte voor een vertaalbureau en is inmiddels managementassistent bij een internationaal georiënteerd bedrijf. Ze publiceerde diverse korte verhalen in een tijdschrift over Argentijnse tango. Op 1 juni van dit jaar ontving zij de Nieuw Proza Prijs Venlo 2014 voor haar verhaal Beste reiziger, dat verscheen in Extaze 8.

Rinske Kegel (Haren, woonachtig in Nijmegen) is schrijfster en illustratrice. Zij publiceerde o.a. in literair tijdschrift Op Ruwe Planken, De Gids en De Uitvreters. Dit jaar won ze de derde prijs bij de poëziewedstrijd van de stad Oostende. Momenteel werkt ze aan een poëziebundel.

Christien Kok (Den Haag) debuteerde in 1986 met de verhalenbundel Het ontbrekende. Daarna verschenen nog drie romans en twee verhalenbundels, waarvan Verzameld leven (1994) de meest recente is. Daarnaast publiceerde ze twee essays over het werk van Kees Ouwens in De Revisor en Tirade. Tussen 1991 en 1994 was ze redactiesecretaris van De Revisor en sinds 2013 is ze medewerker van Extaze.

Wim Noordhoek (Steenwijk, opgegroeid in Den Haag, woont in Amsterdam) werkte vanaf 1966 voor de vpro en was redacteur van Propria Cures en Hitweek. Als journalist en schrijver publiceerde hij vooral over literatuur en beeldende kunst. Onder het pseudoniem Alex Mol publiceerde hij Is daar iemand (1999) en Verlangen naar nu (2004). Sinds 2006 schrijft hij dagelijks een blog: www.avondlog.nl.

Joubert Pignon (Haarlem) is schrijver. Hij publiceerde korte verhalen in diverse literaire tijdschriften en schrijft reportages voor Nieuwe Revu en HP/De Tijd. Zijn debuut, de roman-in-korte-verhalen Er gebeurde o.a. niets werd genomineerd voor de Academica literatuurprijs.

Herman Rohaert (Ninove, nu Sint-Truiden, België) studeerde Nederlands, Engels en Duits en was o.a. redactielid van de literaire bladen Appel en Verba, jurylid, winnaar van literaire wedstrijden, docent bij een schrijfcursus, auteur van talrijke publicaties in literaire tijdschriften en lid van voormalig dichterscollectief mengmeTTaal. Zijn laatste publicatie was de dichtbundel som (2014).

Nicolette Smabers (Den Haag) debuteerde in 1983 met de verhalenbundel De Franse tuin, gevolgd door de novellen Portret van mijn engel (1987) en Chinezen van glas (1991). Ze publiceerde twee romans: Stiefmoeder (2003) en De man van gas en licht (2008). Tussen 1992 en 2001 publiceerde ze (onder het pseudoniem Colette Li) ook werk voor kinderen.

John Toxopeus (Utrecht, woonachtig in Vianen) studeerde psychologie. Hij publiceerde verhalen in o.a. De Brakke Hond, Deus ex Machina, Extaze, Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift en Tirade. In februari 2013 verscheen zijn verhalenbundel Desnoods met harde hand. In juni 2014 verschijnt zijn roman We doen of er niets aan de hand is, fact fiction uit de praktijk van een vakbondsman.

Jos Versteegen (Helden, woonachtig in Amsterdam) studeerde Nederlands en Indonesisch. Hij debuteerde in 1996 met de dichtbundel Voorgoed volmaakt, die werd genomineerd voor de Cees Buddingh’ Prijs. Hij wijdde drie dichtbundels aan zijn familie en zijn jeugd in Limburg. Zijn meeste recente titel is De bliksem in je pen: hoe schrijf je gedichten en liedjes? (2013).

Niels Vonberg (Den Helder, woonachtig in Kockengen) behaalde in 2013 zijn onderzoeksmaster Literatuur in Amsterdam met poëzie als specialisatie, maar richtte zich na zijn studie op het schrijven van poëzie en proza. Zijn werk is eerder gepubliceerd in Meander Magazine.[/tag]

 

Extaze 9

[tag]Piet Bakker (Midwoud, woonachtig in Zaandam) is lector Crossmediale Journalistiek aan de Hogeschool Utrecht. Hij was journalist, onderzoeker bij de Universiteit van Amsterdam en publiceert o.a. op journalismlab.nl over ontwikkelingen op het gebied van media en journalistiek.

Estelle Boelsma (Hilversum, woonachtig in Arnhem) studeerde beeldende kunst en kunstfilosofie. Met Edwin Fagel richtte ze in 2006 het kunst- en literatuur webzine blue-turns-grey op. Ze publiceerde poëzie in o.a. De Revisor, Brakke Hond, Krakatau, Poëziekrant en Lava en in verschillende bloemlezingen. In 2013 verscheen het chapbook juniper bij Halverwege Chapbooks.

René Boomkens (Bussum) is cultuurfilosoof en essayist. Van 1999 tot 2013 was hij hoogleraar Sociale en cultuurfilosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Sinds december 2013 werkt hij als hoogleraar Cultuurbeschouwing en cultuurgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn laatste boek is Erfenissen van de Verlichting. Basisboek Cultuurfilosofie (Boom 2011).

Chrétien Breukers (Leveroy) woont en werkt in Utrecht. Hij is dichter en publicist en hoofdredacteur van De Contrabas, het meest gelezen weblog over literatuur in het Nederlandse taalgebied. In april van dit jaar verschijnt Een zoon van Limburg. Verhalen uit mijn diaspora bij uitgeverij Marmer.

Jonas Bruyneel (Kortrijk, woonachtig in Ledeberg, België) is kunsthistoricus en journalist. Hij werkt als freelancer voor magazines als Openbaar Kunstbezit Vlaanderen en Kwintessens. Daarnaast publiceerde hij korte verhalen met een historisch/mythologische inslag in o.a. het literaire tijdschrift Plebs.

Luc Geeraert (Brussel, woonachtig in Leuven) schrijft wetenschappelijke teksten en verhalen. In zijn verhalen, die kort of lang kunnen zijn, beschrijft hij mensen die zich in situaties op de grens tussen fantasie en werkelijkheid bevinden. Hij publiceerde in literaire tijdschriften en droeg ook bij aan verschillende verhalenbundels.

Cor Gout (Den Haag) is neerlandicus, filosoof, schrijver en muzikant. In de Knipscheer, Avalon Pers, baal, Slibreeks, Valerius Pers en Aprilis brachten gedichten, korte verhalen en essays van hem uit. Van zijn band Trespassers W verschijnt dit jaar de vijfendertigste geluidsdrager.

Ronnie Krepel (Oud Zuilen, woonachtig in Rotterdam) maakt schilderijen, was jarenlang componist en muzikant in Trespassers W en schrijft korte verhalen. Daarnaast heeft hij een baan als steenhouwer.

Gertrude Kunze (Leiden, woonachtig in Den Haag) begon pas laat met schrijven. Na haar studie Engelse taal- en letterkunde in Leiden gaf ze les op een lyceum. In 2007 verscheen bij uitgeverij IJzer haar verhalenbundel Vandaag misschien, misschien vannacht.

Fred Lanzing (Bandoeng, woonachtig in Amsterdam) is antropoloog. Hij publiceerde o.a. de verhalenbundel Vannacht gaan wij op pad (1997), de historische novelle Gerucht op de wind (2002) en het autobiografische Voor Fredje is het kamp een paradijs (2007). In 2009 verscheen De Nisero-affaire, een roman over een gijzeling tijdens de Atjeh-oorlog.

Delphine Lecompte (Gent, woonachtig in Brugge) is een productieve dichter. Haar eerste bundel, De Dieren In Mij (verschenen bij De Contrabas), werd bekroond met de Cees Buddingh’-prijs 2010. Haar derde bundel, Blinde gedichten (De Bezige Bij Antwerpen), werd niet bekroond. En haar vijfde bundel, De Baldadige Walvis (De Bezige Bij Antwerpen), geeft geen zier om prijzen.

Henk Oosterling (Rotterdam) is universitair hoofddocent Filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en directeur van Rotterdam Vakmanstad. Voor zijn wetenschappelijk onderzoek, verwerkt in zijn dissertatie (1996), ontving hij de Erasmus Universiteit Onderzoekprijs, voor zijn verdiensten voor de Rotterdamse cultuur kreeg hij in 2008 de Rotterdamse Laurenspenning. In 2013 kende het Humanistisch Verbond hem voor zijn gehele oeuvre de Van Praagprijs toe.

Stefan Serneels (Wilrijk, woonachtig in Aarschot, België) is vooral gefascineerd door tekenen. Na een opleiding keramiek aan het toenmalige phiko, Hasselt (nu mad Faculty) maakte hij eerst installaties, waarin beweging en geluid een belangrijke rol speelden. De laatste tien jaar is hij zich meer en meer gaan toeleggen op tekenen, momenteel het belangrijkste medium in zijn oeuvre.

Wout Waanders (’s-Hertogenbosch, woonachtig in Nijmegen) schrijft poëzie. In 2008/2009 was hij campusdichter van de Radboud Universiteit en in 2012 won hij de Poëzieprijs van de Stad Oostende. Tevens was hij tot dit jaar hoofdredacteur van het literaire tijdschrift Op Ruwe Planken en droeg hij voor op (literaire) festivals als Onbederf’lijk Vers, Manuscripta, Gedichtenbal, de Zwarte Cross en het Wintertuinfestival.[/tag]

 

Extaze 8

[tag]

Estelle Boelsma (Hilversum, woonachtig in Arnhem) studeerde beeldende kunst en kunstfilosofie. Met Edwin Fagel richtte ze in 2006 het kunst- en literatuurwebzine blue-turns-grey op. Ze publiceerde poëzie in o.a. De Revisor, De Brakke Hond, Krakatau, Poëziekrant en Lava en in verschillende bloemlezingen. In 2013 verscheen het chapbook juniper bij Halverwege Chapbooks.

Peter WJ Brouwer (Utrecht, woonachtig in Velp) is schrijver, vertaler en performer. Hij studeerde Duitse Taal- en Letterkunde in Utrecht. Sinds 2003 publiceert Brouwer poëzie in bloemlezingen en tijdschriften als Het Liegend Konijn, Poëziekrant en Meander. Zijn debuutbundel Landdieren verscheen in 2011. Brouwer’s gedichten werden o.a. genomineerd voor de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd en de Bibliotheek Nijmegen Literatuurprijs.

Michiel Hanon (Leiden, woonachtig in Den Haag) is jurist en psycholoog. Tegenwoordig schrijft hij gedichten, prozagedichten, columns en korte verhalen. Hij publiceerde o.a. in het literair-cultureel tijdschrift Schoon Schip en in diverse bloemlezingen.

Annette van ’t Hull (Tiel, woonachtig in Arnhem) is gefascineerd door woorden en schrijft korte verhalen voor jongeren en volwassenen. Na haar studie Engels heeft zij eerst bij een vertaalbureau gewerkt. Inmiddels is ze managementassistent bij een internationaal georiënteerd bedrijf. Ze publiceerde diverse korte verhalen in een tijdschrift over Argentijnse tango.

Elly Kamp
(Haarlem) is neerlandica en biograaf. Zij werkte als onderzoeker mee aan de uitgave van de Volledige Werken van Willem Frederik Hermans, publiceerde Schaduw, Stemming en Stil water. Bordewijk en de Haagse straatnamen (1989) en Iedereen zei, dat is pornografie. Willem Frederik Hermans en de ontvangst van De tranen der acacia’s (2005). Ze was redacteur van het Biografie Bulletin en bestuurslid van de Werkgroep Biografie en schreef artikelen over Ferdinand Bordewijk en over Johanna Bordewijk-Roepman.

Christien Kok (Den Haag) debuteerde in 1986 met haar verhalenbundel Het ontbrekende bij uitgeverij Querido. Daarna verschenen nog drie romans en twee verhalenbundels, waarvan Verzameld leven (1994) de laatste bundel is. Ze publiceerde twee essays over werk van Kees Ouwens in De Revisor en Tirade. Tussen 1991 en 1994 was ze redactiesecretaris van De Revisor.

Arjen van Meijgaard (Den Haag) geeft Nederlands en Frans op een middelbare school in Den Haag. Daarnaast recenseert hij Franstalige literatuur voor boekhandel Athenaeum in Amsterdam. Hij publiceerde korte verhalen in o.a. De tweede ronde, Deus ex Machina en NRC Handelsblad. Een boek over zijn belevenissen als straatmuzikant in Parijs is in wording.

Wim Noordhoek
(Steenwijk, opgegroeid in Den Haag, woonachtig in Amsterdam) is radiomaker bij de vpro (sinds 1967),  journalist en auteur. In zijn studententijd was hij redacteur van het studentenblad Propria Cures en het subculturele periodiek Hitweek. Sinds 1980 maakt hij radioprogramma’s waarin schrijvers centraal staan. Als auteur publiceerde hij de verhalenbundels Beromünster (1972) en Natte cel (1978), de roman Pool (1996) en, onder het pseudoniem Alex Mol, de verzamelde columns Is daar iemand (1999) en Verlangen naar u (2004).

Vic van de Reijt (Breda, woonachtig in Amsterdam) is uitgever en publicist over literatuur en muziek. In 2011 verscheen zijn biografie Elsschot: leven en werken van Alfons de Ridder. Dit najaar komt zijn Groot 45-Toerenboek uit.

Kees Ruys debuteerde in 1986 bij uitgeverij Van Oorschot met de roman Een afgedragen huid. Daarna verschenen bij Van Oorschot, Veen en Atlas romans en reisverhalen, waaronder de eerste drie delen van De randgebieden, een literaire non-fictiecyclus over Indonesië. Zijn meest recente roman is Hotel Des Indes (2009). Dit voorjaar verscheen Alles is voor even. Het bewogen schrijversleven van Aya Zikken bij uitgeverij In de Knipscheer.

Bart Slijper (Groningen) publiceerde biografieën van J.C. Bloem en Willem Kloos. Op het moment werkt hij aan een geschiedenis van de Beweging van Tachtig, beschreven vanuit het biografische perspectief. Tegelijkertijd schrijft hij een boek over het genre van de biografie, waarvan de in dit nummer van Extaze opgenomen tekst een onderdeel is.

Wim Willems (Den Haag) is schrijver en hoogleraar Sociale Geschiedenis, met name van Den Haag. Naast zijn wetenschappelijke werk publiceerde hij een reeks autobiografische boeken, waaronder Stadskind (2003) en Stadsblues (2005). Met Tjalie Robinson. Biografie van een Indo-schrijver (2008) won hij de Littéraire de Witteprijs. Zijn meest recente boek is Van wie is de geschiedenis? (2013), een pleidooi voor verhalende geschiedschrijving.[/tag]

 

Extaze 7

[tag]Tuncay Cinibulak (Tuzluca, Turkije, woonachtig in Den Haag) publiceerde journalistieke stukken in de Volkskrant, De Groene Amsterdammer en Het Parool en gaf het blad Tulpia uit. Voor zijn gedichten ontving hij o.m. de Dunya Poëzieprijs 2000.

Kees Engelhart (Beverwijk, Den Helder) is dichter en uitgever. Hij publiceerde gedichten in De Brakke Hond, Poëziekrant en Passionate Magazine. Onlangs verscheen zijn bundel Woedende Dansen Kunnen Niet Zingen. Later in dit jaar verschijnt het eerste deel van zijn hoofdwerk Dagen medio.

Harry Haarsma (Brunssum, woont en werkt in Rotterdam) schildert en maakt boeken. Gaandeweg ontwikkelden zijn publicaties zich van een verzameling schetsen, teksten, (aan)tekeningen en foto’s tot zorgvuldige composities van beeldessays, geïnspireerd op de ‘nabije’, bezielende wereld die hem omgeeft.

Delphine Lecompte (Gent, woonachtig in Brugge) debuteerde met een scabreuze roman in het Engels, Kittens in the Boiler (2005). Daarna publiceerde ze verschillende dichtbundels, w.o. De Dieren in Mij (Cees Buddingh’-prijs 2010), Verzonnen Prooi (2010), Blinde Gedichten (2012) en Schachten en amuletten (2013), de beide laatste bij De Bezige Bij.

Laurens ten Kate (Utrecht) is filosoof en theoloog. In 1994 publiceerde hij zijn dissertatie De lege plaats. Revoltes tegen het instrumentele leven in Batailles atheologie. Hij doceert thans aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht. In 2004 publiceerde hij een bundel teksten van Foucault, Breekbare vrijheid, en in 2007 Encyclopedie van de filosofie.

Manuel Kneepkens (Heerlen, woonachtig in Rotterdam) is dichter, schrijver, jurist en beeldend kunstenaar. Zijn laatstverschenen prozawerk is Het Boek Foutu, kroniek van een poëtisering (2011), zijn meest recente dichtbundel Een zomer voor alle seizoenen (2012).

Mohana van den Kroonenberg (Den Haag) studeerde werktuigbouwkunde aan de Universiteit Twente. Zij publiceerde verhalen in o.a. Tirade, Parmentier en Bzlletin. Haar debuut Moorddiner verscheen in 2010 bij Van Oorschot en werd genomineerd van de Academica Litaratuurprijs. Zij werkt nu aan haar tweede bundel.

Wilma Marijnissen (Den Haag) is scenograaf/beeldend kunstenaar en maakt locatietheater. Voor de vierdelige dansmuziekproductie Winterreise ontwikkelde zij het toneelbeeld. In 2011 verscheen het essay Taxi naar het oerland. Over de kunstwerken van Wilma Marijnissen in het Vlaams tijdschrift Streven.

Henk Oosterling (Rotterdam) doceert aan de Erasmus Universiteit. Sinds 2006 leidt hij ‘Rotterdam Vakmanstad’, waarin hij zijn politiek-filosofische inzichten in grootstedelijke interventies en innovaties uitzet. Hij promoveerde op de filosofische studie Door schijn bewogen. Naar een hyperkritiek van de xenofobe rede (Erasmus Onderzoeksprijs 1996). In 2013 verscheen zijn Eco3: Doendenken.

Heleen Rippen (Amsterdam, woonachtig in Utrecht) is cultureel antropoloog. Ze schrijft verhalen en recensies en publiceerde essays over o.a. de Ierse zanger Gavin Friday en religie, Lady Gaga en haar vleesjurk en de ondergang van Abba.

Ulises Segura (Aalst, woonachtig in Dendermonde) studeerde Klassieke Oudheid aan de Vrije Universiteit Brussel. Hij publiceerde verhalen in o.m. Gierik & nvt en Extaze. Momenteel werkt hij aan een eerste verhalenbundel.

Toon Tellegen (Brielle,woonachtig in Amsterdam) is dichter en schrijver. Hij debuteerde in 1980 met de bundel De zin van een liguster en schreef vele bekroonde (jeugd)boeken. Zijn laatste dichtbundel is De Optocht (2013).

John Toxopeus (Utrecht, woonachtig in Vianen), is gepensioneerd vakbondsbestuurder. Hij publiceerde verhalen in o.m. Deus ex Machina, Gierik & nvt, Passionate Magazine en Tirade. In februari 2013 verscheen zijn verhalenbundel Desnoods met harde hand.

Harry Vaandrager (Rotterdam) is dichter, prozaïst en redacteur van het tijdschrift Nynade. Hij publiceerde de dichtbundels Langs toendra’s (1978) en Wat telt is van niets gemaakt (2010), de roman Aan barrels (2011) en de verhalenbundel Koprot (2013).

Isabel Vanzieleghem (Kortrijk, woonachtig in Gent) is neerlandica en communicatiewetenschapper. In haar studententijd werkte ze mee aan de uitgave van het oorlogsdagboek van Virginie Loveling. Ze publiceerde verhalen en columns in o.a. Vrij Nederland en De Pers en schrijft recensies voor De Leeswolf.

Gerdien Verschoor (Boskoop, woonachtig in Zutphen) is kunsthistoricus en directeur van codart. Ze werkte als cultureel attaché op de Nederlandse ambassade in Warschau, tevens de locatie van haar eerste roman, De draad en de vliegende naald (2011). Komend najaar verschijnt haar tweede roman, De kop van Oskar Wronski.

Koen Vlaeminck (Antwerpen, woonachtig in Wilrijk) studeerde psychologie en schrijft korte verhalen die hij o.m. publiceerde in De Brakke Grond en Op Ruwe Planken. Daarnaast won hij verschillende schrijfwedstrijden.

Cilja Zuyderwyk (Den Haag, woonachtig in Leerdam) publiceerde gedichten in verschillende literaire e-zines en papieren tijdschriften. Ze gaf samen met haar man Jan Doornbos twee duobundels uit: Smeltwater (2004) en Een duiventil te paard / Mijten in een hemelbed (2009). In 2011 verscheen haar bundel Exotisch verblijf.

Jan Zwaaneveld (Hillegom, woonachtig in Leerdam) publiceerde gedichten in diverse literaire tijdschriften. Onder de naam Jan Doornbos bracht hij drie bundels uit: Vandaag is van glas (2003), Smeltwater (2004) en Mijten in een hemelbed (2009), de laatste twee samen met zijn vrouw Cilja Zuyderwyk.[/tag]

 

Extaze 6

[tag]Jan-Hendrik Bakker (Vlaardingen) is filosoof, essayist en journalist bij het Algemeen Dagblad. Hij promoveerde op de filosofische studie Tijd van lezen. Zijn essaybundel Toewijding handelt over de veranderingen in de literaire cultuur. Voor het openingsessay in de bundel Welkom in Megapolis werd hem in 2007 de Jan Hanlo Essayprijs toegekend. In 2011 verscheen Grond – een pleidooi voor aards denken en een groene stad.

Jan Paul Bresser (Wassenaar, woonachtig in Den Haag) is journalist en kunstcriticus sinds 1961. Tegenwoordig is hij columnist van AD/Haagsche Courant. In 2002 publiceerde hij Jaren van verbeelding, een kritische kroniek over veertig jaar culturele journalistiek. In 2011 verscheen zijn fictiedebuut: de verhalenbundel Het verdriet van Eline.

José Buschman (Haarlem, woonachtig in Den Haag) is historica. Zij was medeoprichter en eerste voorzitter van het in 1993 gestichte Louis Couperus Genootschap. Zij heeft al veel gepubliceerd over Couperus, waaronder Een dandy in de Oriënt. Louis Couperus in Afrika (2009) en een wandelgids door Den Haag. In mei verschijnt haar kookboek Couperus Culinair.

Rob Delvigne (Amsterdam, woonachtig in Houten) publiceerde vooral over Willem Frederik Hermans en Jacob Israël de Haan, op wiens brieven hij in 1994 promoveerde, samen met Leo Ross.

Hans Franse (Den Haag, woonachtig in Bettona en Scheveningen), studeerde Nederlands en muziek, was leraar, consulent, theaterdirecteur en koordirigent. Hij publiceerde vele artikelen, vier boeken en één gedichtenbundel. Zijn fotowerk werd tweemaal tentoongesteld.

Diederik Gerlach (Den Haag) is beeldend kunstenaar. Na zijn opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (1977-1982)  is hij werkzaam in Den Haag en Berlijn als schilder en tekenaar. Gastdocentschappen in Den Haag (K.A.B.K en Vrije Academie) en Amsterdam (Academie van Bouwkunst). Naast vele exposities ook boekillustraties, o.a. in Den Haag Ontijdelijk (2007), in samenwerking met schrijver Cor Gout. In 2008 verscheen de monografie Promenade langs het gemis als deel 21 in de serie Haags Palet. Laatste publicatie: Die Zeit ist Jung (Galerie Maurits van de Laar, 2011).

Jaap Goedegebuure (Sint Annaland, woonachtig in Den Haag) was tot voor kort hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit Leiden. Hij schrijft kritieken voor o.a. Trouw en Het Financieele Dagblad. In 2010 verscheen zijn Nederlandse schrijvers en religie 19602010.

Cor Gout (Den Haag) is muzikant en schrijver. Bij Aprilis publiceerde hij twee boeken over muziek. Voor In de Knipscheer schreef hij de verhalenbundels Noirette en De stilte die volgt op het woord en de gedichtenbundel De muziek van het huis (2012). Bij andere uitgeverijen verschenen novellen, poëziebundels en songteksten.

Ezra de Haan (Amsterdam) is schrijver, dichter, journalist, radiomaker en redacteur. Hij publiceerde de romans Vonk (1996) en Kermis in de hel (1999). Zijn tweede dichtbundel Scheren zonder spiegel verscheen in 2011, acht jaar na zijn debuut Ik belde mijn muze. Een bundeling van zijn interviews met buitenlandse auteurs verscheen onder de titel Wereldschrijvers.

Kees ’t Hart (Den Haag) is schrijver en dichter. Hij studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam, werkte in het onderwijs als docent en later als studiebegeleider cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit Nederland. Onlangs verscheen van hem de roman Hotel Vertigo.

Hein van der Hoeven (Haarlem, woonachtig in Den Haag) werd in 1951 in Haarlem geboren en woont sinds 1995 in Den Haag. Naast een veertigurige werkweek in Rijksdienst schrijft en schildert hij. Twee van zijn verhalen verschenen eerder in Extaze. Hij is medeoprichter van het Haagse schrijverscollectief Wild Mind.

Frans Leidelmeijer (Bandung, woonachtig in Amsterdam) is kunsthandelaar en gecertificeerd expert toegepaste kunst en vormgeving 1880-heden. Hij is autodidact en co-auteur van enkele publicaties over zijn expertise.

Karin Peterson (Amsterdam, woonachtig in Frankrijk en Den Haag) is neerlandica en publiciste. Van 1998 tot en met 2000 was ze voorzitter van het Louis Couperus Genootschap. Ze publiceerde over Louis Couperus onder meer Generaties rond Couperus (Den Haag 2003), een historische reconstructie van het eerste Genootschap Louis Couperus, en In het voetspoor van Louis Couperus. Pasoeroean door de lens van Salzwedel (Amsterdam 2009).

Hélène Penninga (Leidschendam, woonachtig in Den Haag) is beeldend kunstenaar. Ze studeerde in 1983 af aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Sindsdien werkt zij op haar atelier in De Spanjaardshof met plezier, inzet en uithoudingsvermogen aan haar oeuvre. Ze is geïnterviewd door Toine Moerbeek voor het vpro radioprogramma De Avonden, heeft een bijdrage geleverd aan de uitgave Een absolute mus (2009) en exposeert regelmatig in diverse galeries en kunstinstellingen.

Michel Ramaker (Delft) studeerde in de periode 2004-2008 poëzie aan de Schrijversvakschool Amsterdam. Hij publiceerde korte verhalen in onder meer de literaire tijdschriften Tirade en Lava en werkt in het dagelijks leven als informatiemedewerker in een openbare bibliotheek.

Leo Ross (Zwartsluis, woonachtig in Diemen) is schrijver en neerlandicus. In 1969 werd hij aangesteld als docent moderne letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Als lid van de pen maakte hij deel uit van de werkgroep Writers in prison. Hij schreef gedichten, distichons, pamfletten, essays en in 1999 de roman Een tourist kwam naar ons dorp. Grieks reisverhaal.

John Sillevis (Den Haag) studeerde kunstgeschiedenis in Leiden, Rome en Florence. Hij was tot voor kort hoofdconservator van het Gemeentemuseum Den Haag en schreef onder meer over Degas, Buffet, Rodin en Botero en over de Dandy. Hij maakt penningen van portretten van vrienden in brons en in Venetiaans glas.

Murat Tuncel (Kars, Noordoost-Turkije, woonachtig in Nederland) schreef verhalenbundels, romans en kinderboeken. Drie van zijn werken zijn in Turkije beloond met literaire prijzen. Zijn roman Maviydi Adalet Sarayı is in 2003 in het Nederlands uitgeven door uitgeverij 3C in Arnhem onder de titel Valse hoop.

Gerrit Vennema (Bolsward, woonachtig in Den Haag) is als tekstschrijver/dichter een autodidact. Sinds 2006 publiceerde hij zeven bundels in zijn poëziereeks De Waterspuwer. Zijn werk verscheen in Extaze, Nynade, Poëziepunt.gl, Schoon Schip en Pandora. Hij won prijzen bij Singer Laren en El Hizjra.

Ruud Vermeer (Den Haag) is hoofdredacteur van Pandora Magazine, tijdschrift voor kunst en literatuur. Hij studeerde Nederlands en geschiedenis en schreef in de afgelopen jaren artikelen over literaire, geschiedkundige en occulte onderwerpen voor diverse tijdschriften. In 2004 verscheen zijn biografie van de magiër Aleister Crowley.

Ruud Verwaal (Rotterdam, woont en werkt in Wageningen) studeerde Franse taal- en letterkunde in Utrecht, en publiceerde over Rimbaud. Ander werk verscheen in tijdschriften (o.a. Poëziepunt.gl, De Tweede Ronde, Hard Gras) en poëzie- en verhalenbundels. Leverde bijdragen aan Opperlans! van Battus, en won op het festival Winternachten de eerste prijs met een verhaal over Oulipo en de literaire beperking.

Theo van der Wacht (Delft, woonachtig in Den Haag), oorspronkelijk stuurman ter koopvaardij, debuteerde op middelbare leeftijd in het Vlaamse tijdschrift Yang. Daarna publiceerde hij met name gedichten in Poëziekrant, Maatstaf en De Brakke Hond. Zijn werk verscheen in verscheidene bloemlezingen. Samen met kunstenaar Jeroen Hemkens publiceerde hij het bibliofiele boekje De Laatste Stad (De Weideblik, 2004).

Dr. Caroline de Westenholz (Londen) studeerde kunstgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Leiden. Zij is voorzitter van de stichting Louis Couperus Museum te Den Haag en publiceerde onder meer Een witte stad van weelde. Louis Couperus en Nice (1996) en haar proefschrift Albert Vogel, voordrachtskunstenaar (18741933). Een onderzoek naar retorica en voordrachtskunst in het eerste kwart van de twintigste eeuw (2002).[/tag]

 

Extaze 5

[tag]Barney Agerbeek (Surabaya, woont in Leerdam) maakte na een internationale loopbaan in de financiële wereld de oversteek naar de literatuur en de beeldende kunst. Hij publiceerde o.a. monografieën over Floris Meydam en Nelson Carrilho en de dichtbundels Opzij van mensen (2003) en Elke dag is zondag (2006). Zijn verhalen en beschouwingen verschenen o.a. in Indische Letteren en Nynade.

Wim Brands (Brummen, Amsterdam) debuteerde op zijn twintigste met gedichten in Hollands Maandblad en publiceerde sindsdien vier dichtbundels. Hij werkte als verslaggever voor o.a. het Leidsch Dagblad en maakt sinds 1987 literaire radio- en tv-programma’s voor de vpro, w.o. Brands met Boeken. Zijn vijfde dichtbundel, ’s Middags zwem ik in de Noordzee, zal in 2013 verschijnen.

Aart G. Broek (Maasland, Leiderdorp) werkte twintig jaar op Curaçao, o.a. als docent. In Nederland ontwikkelde hij zich tot adviseur inzake agressie- en veiligheidsvraagstukken. Hij publiceerde o.a. essays over Caribische cultuur en De terreur van schaamte. Brandstof voor agressie (2007).

Esther Didden (Woerden) is kunstenaar en studeert filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Ze is redacteur van de beeldende kunst website www.jegensentevens.nl, schrijft gedichten over kunst en werkt aan een boek over sociaal geëngageerde kunstenaars.

Kees Engelhart (Beverwijk) publiceerde in literaire tijdschriften in Nederland en Vlaanderen. Bij uitgever De Manke God verschenen zijn bundels Fantastische Gedichten (2010) en De Verloofde van Meester (2011). In zijn werk tracht hij de kloof tussen dichtkunst en proza te slechten.

Lucy Huybregts (Den Haag, Utrecht). Ze schildert en schrijft korte verhalen voor tijdschriften en dagbladen. In 2001 debuteerde ze onder haar meisjesnaam Lucy Naberman met Nooit meer, een bundel korte Haagse verhalen.

Michiel Klein Nulent (Jutphaas, Amsterdam) publiceerde bij Contact de romans De tram van half zeven (2009), genomineerd voor de Academica Debutantenprijs 2010 en de Selexyz Debuutprijs 2010, en Het koekoeksei (2011). Hij werkt aan een derde roman.

Fred Lanzing (Bandoeng, Amsterdam) is antropoloog. Hij publiceerde o.a. de verhalenbundel Vannacht gaan wij op pad (1997), de historische novelle Gerucht op de wind (2002) en het autobiografische Voor Fredje is het kamp een paradijs (2007). In 2009 verscheen De Nisero-affaire, een roman over een gijzeling tijdens de Atjeh-oorlog.

Arjen van Meijgaard (Den Haag) staat sinds september 2012 voor de klas als docent Nederlands. Daarvoor was hij boekverkoper en onderwijscoördinator. Hij publiceerde korte verhalen in o.a. De tweede ronde, Deus ex Machina en nrc Handelsblad. Een boek over zijn belevenissen als straatmuzikant in Parijs is in wording.

Peter Minten (Hasselt, Leuven) studeerde communicatiewetenschap en journalistiek in Leuven en Brussel en werkte o.m. bij de Katholieke Universiteit Leuven en Amnesty International Vlaanderen. Hij publiceerde korte verhalen in o.a. De Brakke Hond en Den Hopsack en stond op vele schrijverspodia.

Hanz Mirck (Zutphen, Apeldoorn) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde in Utrecht. Hij debuteerde in 2002 met de dichtbundel Het geluk weet niets van mij (genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs), gevolgd door de roman Het godsgeschenk (2005) en de bundels Wegsleepregeling van kracht (2006, J.C. Bloem-poëzieprijs) en Archiefvernietiging (2009).

Ulises Segura (Aalst, Dendermonde) studeerde Klassieke Oudheid aan de Vrije Universiteit Brussel. Zijn debuutverhaal verscheen in 2011 in het ‘Bruges-la-vivante’-nummer van Gierik & nvt. Momenteel werkt hij aan een eerste verhalenbundel.

John Sillevis (Den Haag) studeerde kunstgeschiedenis in Leiden, Rome en Florence en was tot voor kort hoofdconservator van het Gemeentemuseum Den Haag. Hij schreef onder meer over Degas, Buffet, Rodin, Botero en over de dandy. Daarnaast maakt hij penningen van portretten van vrienden in brons en in Venetiaans glas.

Ilona Verhoeven (Amsterdam, Berlijn) studeerde neerlandistiek, kunstgeschiedenis en journalistiek, was medeoprichter van het tijdschrift Bontekoe en verslaggever bij De Gelderlander. Ze debuteerde in 2012 met de verhalenbundel Voor de eerlijke vinder, waarin ook eigen collages zijn opgenomen. Als zine maker produceert ze diverse DIY-uitgaven met schaar, lijm, printer en fotokopieermachine, en natuurlijk met pen en potlood.

Gerwin van der Werf (Utrecht) is muziekleraar in Oegstgeest en columnist bij Trouw. In 2010 debuteerde hij met de roman Gewapende Man en won hij de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd. Zijn tweede roman Wild (2011) haalde de longlist van de Libris Literatuurprijs. Hij werkt inmiddels aan een derde roman.

Babette Wagenvoort (Voorburg, Den Haag) is beeldend kunstenaar en illustrator. Ze is docent aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag en mede-initiator en hoofdredacteur van het digitale platform www.illustrationdaily.com. Ze publiceerde haar tekeningen o.a. in vpro Gids, Vrij Nederland, Hollands Maandblad, Dazed & Confused en de Volkskrant en exposeerde op diverse plekken in Nederland en Groot-Brittannië. In Den Haag waren recentelijk autonome tekenprojecten (‘Nature-Caught’ – Live Finger Drawings) te zien tijdens Todaysart en in Nest.

Duco van Weerlee (Leiden, Amsterdam/Bali) studeerde Algemene Taalwetenschap in Amsterdam. In 1966 debuteerde hij met het pamflet Wat de provo’s willen. Sinds 1984 leeft en werkt hij afwisselend in Amsterdam en op Bali, waarover hij tussen 1988 en 2001 vijf verhalenbundels publiceerde. Van Weerlee bracht ook poëzie uit: Het Hemelse Gerief (1984), homo-erotische gedichten op de tekens van de zodiak.

Wim Willems (Den Haag) is schrijver en hoogleraar sociale geschiedenis, met name van Den Haag. Naast zijn wetenschappelijke werk publiceerde hij een reeks autobiografische boeken, waaronder Stadskind (2003) en Stadsblues (2005). Met Tjalie Robinson. Biografie van een Indo-schrijver (2008) won hij de Littéraire de Witteprijs. In 2011 verscheen zijn bundel schetsen Het Haagse Gevoel.[/tag]

 

Extaze 4

[tag]Elko Born (Haarlem/Vlieland/Amsterdam) behaalde zijn bachelor Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en is momenteel bezig met een onderzoeksmaster Nederlandse Letterkunde. Hij publiceerde een aantal verhalen in het online literaire tijdschrift Circumplaudo.

Mischa van den Brandhof (Kamerik, woonachtig in Den Haag) studeerde rechten, psychologie en filosofie in Amsterdam en Londen. Ze schrijft korte (dieren)verhalen en ze fotografeert. Een selectie van haar natuurfoto’s werd geëxposeerd door Haags Talent Centraal.

Annelie David
(Keulen, woonachtig in Amsterdam) was danseres en choreografe en schrijft sinds enige jaren poëzie, aanvankelijk in het Duits. In 2004 ontving ze de Dunya Poëzie Prijs. Haar gedichten verschenen onder meer in Op Ruwe Planken, Krakatau, Nynade en nrc.next.

Frederik Lucien De Laere
(Brugge) publiceerde de dichtbundels Paniek in het circus (2003), De martelgang (2006) en Secuur (2010). Zijn gedichten verschenen in diverse literaire tijdschriften  en in enkele bloemlezingen, waaronder Gerrit Komrij’s Nederlandse poëzie van de 19de tot en met de 21ste eeuw in 2000 en enige gedichten (2004) en Hotel New Flandres (2008).

Rabin Gangadin (Paramaribo, woonachtig in Maarssen) debuteerde in 1980 met zijn poëziebundel Desaveu, gevolgd door onder meer Tussen letter en geest (1984) en Striptease zonder muziek (1987) en de verhalenbundel Landgenoten (1986). Naast poëzie en verhalend proza publiceerde hij columns, beschouwingen en literaire kritieken in verschillende periodieken.

Harrie Geelen (Heerlen, woonachtig in Hilversum) is illustrator, regisseur, schrijver en dichter. Hij schreef teksten voor bekende televisieseries als Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, meneer?, was vijfendertig jaar lang tekenfilmer en maakt prentenboeken. Bij Van Oorschot verscheen zijn roman Het nijlpaard Ellende (2004) en de verhalenbundel Ooms en tantes, tantes en ooms (2006).

Jaap Goedegebuure (Sint Annaland, woonachtig in Den Haag) is hoogleraar moderne Nederlandse Letterkunde en criticus voor Trouw en Het Financieele Dagblad. Hij publiceerde studies over onder meer literaire decadentie en Nieuwe Zakelijkheid en de biografie Zee, berg, rivier. Het leven van H. Marsman (1999). In 2010 verscheen Nederlandse schrijvers en religie 1960–2010.

Hein van der Hoeven (Haarlem) woont sinds 1995 in Den Haag. Naast een baan in rijksdienst schrijft en schildert hij. Hij is medeoprichter van het Haagse schrijverscollectief Wild Mind en  redacteur van de bundel Apekool. Diplomatencabaret op de Apenrots (2011).

D. Hooijer (Hilversum) begon met het schrijven van gedichten. In 2001 debuteerde ze met haar verhalenbundel Kruik en Kling bij uitgeverij Van Oorschot. Daarna verschenen er nog twee verhalenbundels, waaronder het in 2008 met de Libris Literatuur Prijs bekroonde Sleur is een roofdier, en twee romans: Catwalk (2009) en De Wanden van Oeverhorst (2011). Gedichten schrijft ze nog steeds.

Christien Kok (Den Haag) debuteerde in 1986 met de verhalenbundel Het ontbrekende, gevolgd door drie romans en twee verhalenbundels. Ze publiceerde essays over het werk van Kees Ouwens in De Revisor en Tirade. Tussen 1991 en 1994 was ze redactiesecretaris van De Revisor.

Robbie van Leeuwen (Den Haag, woonachtig in Wassenaar) richtte in 1965 de eerste Nederlandse professionele rockgroep op, The Motions. In februari 1967 formeerde hij het succesvolle Shocking Blue, met Mariska Veres als zangeres. Galaxi-Lin en Mistral waren zijn volgende muzikale projecten.

Felix Monter (Den Haag) werkte onder meer bij de rijksoverheid. Tegenwoordig is hij dichter, schrijver en redacteur en lid van het schrijverscollectief Wild Mind. In 2009 publiceerde hij zijn eerste roman, De Blancke Lelie. Inmiddels werkt hij aan een tweede roman en een eerste dichtbundel.

Heleen Rippen (Amsterdam, woont in Utrecht) is cultureel antropoloog. Ze schrijft korte verhalen, columns en recensies en publiceerde essays over onder meer de Ierse zanger Gavin Friday en religie en Lady Gaga en haar vleesjurk.

Kees Ruys (Den Haag) debuteerde met de roman Een afgedragen huid (1986), gevolgd door verschillende  romans en drie delen van De randgebieden, een literaire non-fictiecyclus over Indonesië. Zijn meest recente roman is Hotel Des Indes (2009). Momenteel rondt hij een biografie af over Aya Zikken.

Monika Sauwer (pseudoniem van Yolande Nusselder, Naarden, woonachtig in Amsterdam) schrijft korte verhalen en romans, tekent en schildert. In 2011 verscheen haar roman Het raadsel vader. Momenteel werkt ze aan de roman Een liefde in 1944, een verhaal gebaseerd op authentieke brieven.

Richard Steegmans (Hasselt) is dichter en muzikant met een grote voorliefde voor rock- en popmuziek uit de jaren zestig. Hij publiceerde de dichtbundels Uitgeslagen zomers (2002) en Ringelorend zelfportret op haar leeuwenhuid (2005). Een nieuwe dichtbundel is in voorbereiding.

Siebe Thissen (Tilburg, woonachtig in Rotterdam) is historicus en filosoof. Hij doceert en schrijft over de stad, kunst en populaire cultuur en publiceerde onder meer De spinozisten. Wijgerige beweging in Nederland 1850–1907 (2000) en Op Zuid. De kunst van Rotterdam-Zuid (2009).

C.P. Vincentius (Maastricht, woonachtig in Enschede) is maatschappelijk werker, dichter, schrijver en jazzliefhebber. Hij publiceerde onder meer in Doctor Jazz, Yang, Poëziekrant en Krakatau en plaatst een dagelijks Blottomotto op www.cpvincentius.nl. Daarnaast schrijft hij experimentele grafische poëzie onder de schrijversnaam {{{ïe-e-ïet-e-iët-e-ïet-e-iets}}}.

De eerste invloeden van Zeloot (Eline van Dam, Vaassen/Den Haag/Düsseldorf) waren striptekenaars als Robert Crumb en Moebius. Later werd ze geïnspireerd door de psychedelische vormgeving van de jaren zestig. Op de flyers en affiches die ze tussen 2004 en 2008 voor de Huishoudschool in Den Haag ontwierp, wist ze het bijzondere van de (muziek-)programmering feilloos te treffen. Zeloot’s posters, boekjes en platenhoezen kregen internationale aandacht, wat leidde tot opdrachten van groepen als Sonic Youth en The Decemberists. Voor The New Yorker maakte ze enkele tekeningen.

Ad Zuiderent (’s-Gravendeel, sinds 1964 woonachtig in Amsterdam) is dichter en literatuurwetenschapper. Voor de dichtbundel Natuurlijk evenwicht ontving hij in 1984 de Jan Campertprijs. Zijn meest recente publicaties zijn de biografie Van Korreweg naar Korreweg. 75 plaatsen in het leven van Gerrit Krol (2010) en de dichtbundel We konden alle kanten op (2011).[/tag]

 

Extaze 3

[tag]Orchida Bachnoe (Suriname, woont in Den Haag) is de achterkleindochter van de bekende Surinaamse schrijver Munshi Rahman Khan. Zij studeerde Arabische taal- en letterkunde in Leiden. In 2007 debuteerde zij met het korte verhaal Zelfs een iglo was warmer. Daarop volgden Lintjesregen (non-fictie, 2009) en Azijn in mijn aderen (roman, 2012).

Jan-Hendrik Bakker (Vlaardingen) is filosoof, essayist en journalist bij het Algemeen Dagblad. Hij promoveerde in 1999 met zijn filosofische studie Tijd van lezen. Zijn essaybundel Toewijding (2003) handelt over de veranderingen in de literaire cultuur. In 2011 verscheen Grond – een pleidooi voor aards denken en een groene stad.

Rob H. Bekker (Venlo, woont in Utrecht) is dichter en zanger van de band Zimihc. De titels van zijn dichtbundels zijn: Later (1988), Staart (1991), De Mond (1995), De gezichtenstalling (2000), De balvirtuoos, eindeloos (2001) en Kruisigingen (2002).

Anselma Bueler (Den Haag) is kunstenares en verhalenartiest. Haar expressionistische schilderijen werden geëxposeerd in Bodega de Posthoorn, de Haagse Kunstkring en Galerie Ludwig Trossaert (Antwerpen).

Kreek Daey Ouwens (Lindenheuvel, woont in Eindhoven) schrijft proza, poëzie en toneel. Haar  meest recente bundel, De Achterkant, werd genomineerd voor de vsb-poëzieprijs 2011.

Marco Entrop (Oostzaan, woont in Amsterdam) is neerlandicus en publicist. Kunst-,  literair- en theater-historische onderwerpen publiceerde hij onder andere in Het Oog in ’t Zeil, Jong Holland, ZL en De  Parelduiker. In 1993 verscheen van zijn hand Onbekwaam in het compromis, een biografie van de beeldend kunstenaar, schrijver en verzetsstrijder Willem Arondéus, van wie hij ook de nagelaten gedichten bezorgde.

Ger Groot (Amsterdam, woont in Brussel) is hoogleraar Filosofie en literatuur aan de Radboud Universiteit te Nijmegen en doceert filosofische antropologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij is medewerker filosofie en literatuur bij NRC Handelsblad en columnist bij Trouw.

Ezra de Haan (Amsterdam) is schrijver, dichter, journalist, radiomaker en redacteur. Hij publiceerde de romans Vonk (1996) en Kermis in de hel (1999). Zijn tweede dichtbundel Scheren zonder spiegel verscheen in 2011, acht jaar na zijn debuut Ik belde mijn muze. Een bundeling van zijn interviews met buitenlandse auteurs verscheen onder de titel Wereldschrijvers.

Natasja van Kampen (Renkum, woont in Den Haag) maakt tekeningen. In haar serie conferen­tietafels komen grote historische vergaderingen zoals de Conferentie van Potsdam aan bod. Tegenover het vertrouwenwekkende beeld dat wordt opgeroepen door de anonieme mannen met macht die rond reusachtige tafels vergaderen, en de illusie van controle die dit oproept, staan de onoverzichtelijke consequenties die dat praten aan zo’n geordende tafel voor de werkelijke wereld hebben. Natasja van Kampen heeft gestudeerd aan de kunstacademie in Arnhem en studeerde in 2002 af aan de tweede fase van de Willem de Kooning Academie in Rotterdam.

Euf Lindeboom (Nijmegen, woont en werkt in Den Haag) is beeldend kunstenaar. Tot nu toe verschenen twee boeken met haar beeldend werk: in 1993 Emblemata Domestica (een samenwerkingsproject met zeven dichters) en in 2004 Kill your darlings. Nooit! – een vogelboek. Sinds 2005 schrijft ze gedichten.

Christoph Moonen (Turnhout, België, woont in Gent) studeerde filosofie, kunstgeschiedenis, godsdienstwetenschappen en theologie in Antwerpen en Leuven. In zijn studententijd was hij medeoprichter van de derde reeks van het literair filosofisch kunsttijdschrift Van Nu & Straks.

Olphaert den Otter (Poortugaal) werd opgeleid tot beeldend kunstenaar aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam (1976–1981). Hij is een schilder die een oude techniek – eitempera – combineert met een intense interesse in de eigen tijd. Daarnaast is hij countertenor in het door hem opgerichte Retorisch Kwartet.

Kees Ruys (Den Haag) is schrijver van romans en reisverhalen. Hij debuteerde in 1986 bij uitgeverij Van Oorschot met de roman Een afgedragen huid. Sinds 1996 is hij verbonden aan Atlas, waar hij naast enkele romans de eerste drie delen van De randgebieden publiceerde, een literaire non-fictiecyclus over Indonesië. Momenteel werkt hij aan een biografie van de schrijfster Aya Zikken.

F. Starik is dichter. Hij woont en werkt in Amsterdam. Brengt daar sedert 2002 eenzame doden weg en was er de afgelopen twee jaren stadsdichter, hetgeen hem niet verhindert veelvuldig op te treden door het gehele land. Hij werkt momenteel aan de voltooiing van zijn tiende dichtbundel: As.

John Toxopeus (Utrecht) is gepensioneerd en was daarvoor vakbondsbestuurder. Hij studeerde psychologie. Hij publiceerde in onder andere De Brakke Hond, De Tweede Ronde/KortVerhaal, Parmentier, Passionate Magazine en Tirade.

Gerrit Vennema (Den Haag) is componist/tekstschrijver en dichter. In de poëziereeks ‘De Water­spuwer’ publiceerde hij zes dichtbundels. Zijn gedichten verschenen in vele bloemlezingen en hij won prijzen bij Singer Laren en El Hizjra.

Gerdien Verschoor (geboren in Boskoop woont in Zutphen) debuteerde deze zomer bij uitgeverij Contact met de roman De draad en de vliegende naald. Woont in Zutphen, maar werkt sinds 2005 in Den Haag voor het internationale conservatorennetwerk Codart.

Hans Vervoort (Magelang, Indonesië) behoort tot de laatste generatie schrijvers die is opgegroeid in Nederlands-Indië. Hij schreef in 1974 het bekende reisverslag Vanonder de koperen ploert. Zijn meest recente ‘Indische’ publicaties zijn Kind van de Oost, een bundeling autobiografische jeugd-verhalen, en Retourtje Tropen, een reis door Sumatra en Java (beide bij Nijgh en van Ditmar, 2005). Weg uit Indië, zijn eerste kinderboek, verscheen in 2012 bij uitgeverij Conserve.

Hugo Wapperom (Den Haag) is schrijver. Hij studeerde chemische techniek, klinische psychologie en veranderkunde. Als schrijver richt hij zich vooral op wetmatigheden binnen processen van uiteenlopende aard. In zijn studie Het team als voertuig voor organisatieverandering combineerde hij de verschillende aspecten van zijn vak. Zijn romandebuut De Spinvlieg verscheen in 2011.[/tag]

 

Extaze 2

[tag]Philip Akkerman is kunstschilder. Hij exposeerde onder andere in Witte de With Center for Comtemporary Art Rotterdam, Kunsthalle Wenen, Deichtorhallen Hamburg, Gemeentemuseum Den Haag, De Hallen Haarlem, Kunsthal Rotterdam en in diverse galeries in binnen- en buitenland. In Nederland wordt hij vertegenwoordigd door Torch Gallery in Amsterdam. www.philipakkerman.com

Mischa Andriessen (Voorburg) debuteerde in 2008 bij de Bezige Bij met de bundel Uitzien met D., die een jaar later werd bekroond met de C. Buddingh’-prijs. In 2012 verschijnt zijn nieuwe bundel Huisverraad. Behalve poëzie schrijft Andriessen over beeldende kunst en jazz en werkt hij aan een roman. www.mischa-andriessen.com

Cor Gout is muzikant en schrijver. Bij Aprilis publiceerde hij twee boeken over muziek en bij In de Knipscheer de verhalenbundels Noirette (2003) en De stilte die volgt op het woord (2008). Bij andere uitgeverijen verschenen onder andere novellen en bundels met gedichten en songteksten. Komend voorjaar zal bij In de Knipscheer zijn nieuwe dichtbundel De muziek van het hui uitkomen. www.trespassersw.nl

Kees ’t Hart is schrijver en dichter. Hij studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam, werkte in het onderwijs als docent en later als studiebegeleider cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit Nederland. Hij publiceerde romans, poëzie- en verhalenbundels en essays. Tussen 1994 en 1999 was hij redacteur van het literaire tijdschrift De Revisor. www.keesthart.com

Salah Hassan (Babylon, Irak) moest zijn vaderland in 1992 om politieke redenen verlaten. In 1995 verleende Nederland hem politiek asiel. Inmiddels is hij Nederlands staatsburger en woont hij in Den Haag. Hassan is dichter, toneelschrijver, journalist en criticus. In 1998 won hij de Dunya Poëzieprijs voor Het standbeeld van de dichter. Zijn laatste bundel, Een oud liedje over de weiden, verscheen in 2005. www.salahhassan.com

Hein van der Hoeven werd in 1951 in Haarlem geboren en woont sinds 1995 in Den Haag. Naast een veertigurige werkweek in rijksdienst schrijft en schildert hij. Hij is medeoprichter van het Haagse schrijverscollectief Wild Mind. Eén keer eerder verscheen proza van zijn hand in druk: het verhaal Modelbegrafenis, dat in 2008 op de Achterpagina van nrc Handelsblad werd geplaatst.

D. Hooijer (Hilversum) begon met het schrijven van gedichten. In 2001 debuteerde ze met haar verhalenbundel Kruik en Kling bij uitgeverij Van Oorschot. Nadien verschenen er nog twee verhalenbundels, waaronder het in 2008 met de Libris Literatuur Prijs bekroonde Sleur is een roofdier, en twee romans: Catwalk (2009) en het in 2011 verschenen De Wanden van Oeverhorst. Gedichten schrijft ze nog steeds.

Yolande de Kok (Eindhoven) woont sinds drie jaar in Den Haag. Ze werkt als psychiater bij Parnassia en publiceerde vanuit haar vakgebied een aantal artikelen in het Tijdschrift voor Psychiatrie, onder andere over erotomanie en over de relatie tussen katten en patiënten met schizofrenie. Ze woonde en werkte op verschillende plaatsen in Nederland, onder meer in het Friese Tzummarum. In deze periode publiceerde ze enkele licht surrealistische verhalen in Friestalige tijdschriften.

Wim Noordhoek, geboren in Steenwijk en opgegroeid in Den Haag, is radiomaker (sinds 1967 bij de vpro, waarvoor hij ook enkele tv-programma’s maakte), journalist en schrijver. Sinds 1980 maakt hij radioprogramma’s waarin schrijvers centraal staan. Als auteur publiceerde hij de verhalenbundels Beromünster (1972) en Natte cel (1978), de roman Pool (1996) en, onder het pseudoniem Alex Mol, de verzamelde columns Is daar iemand (1999) en Verlangen naar u (2004).

Didi de Paris werd geboren in Steenokkerzeel, België, en woont tegenwoordig in Kessel-Lo nabij Leuven. Als performer-dichter-romancier-essayist-blogeur-twitteraar-facebookanier-elektronische verhalenverteller en cybertroubadour penetreert hij al enige decennia vanuit de underground de Schone Letteren. Hij is een graag geziene gast op allerlei podia. www.didideparis.wordpress.com

Renée van Riessen (Lunteren) is filosoof en dichter. Ze debuteerde in 1984 met de bundel Jagend licht en publiceerde sindsdien nog drie dichtbundels bij Prometheus/Bert Bakker, waarvan de laatste, Krekels in de keuken, in 2008 verscheen. Ze woont in Kampen en doceert filosofie in Leiden, Kampen en Zwolle.

John Sillevis studeerde kunstgeschiedenis in Leiden, Rome en Florence. Hij was tot voor kort hoofdconservator van het Gemeentemuseum Den Haag. Schreef onder meer over Degas, Buffet, Rodin, Botero en over de Dandy. Zijn favoriete kunstenaars zijn: Goya, Jongkind, Hockney en Sorolla. Hij maakt penningen van portretten van vrienden in brons en in Venetiaans glas.

Willem van Toorn (Amsterdam, woonachtig in Frankrijk) debuteerde in 1959 met de novelle De explosie en publiceerde sindsdien een groot aantal werken in verschillende genres, waaronder ook jeugdliteratuur. Zijn meest recente publicaties zijn Stoom (roman, 2005), De hofreis (gedichten, 2009), De geur van gedroogde appels (verhalen, 2010) en Het grote landschapsboek (essays, 2011). Van Toorn was redacteur van het tijdschrift Raster.

Sarah Verroen is journaliste. Ze werkte jarenlang als radiomaker voor de vpro en publiceerde onder meer in De Groene Amsterdammer, de Volkskrant en Vrij Nederland. In 1994 verscheen bij Anthos haar boek Het sexcomplex. Tegenwoordig woont ze in het Franse dorp Gargilesse. Samen met Xandra Schutte publiceerde ze in 2008 Weg uit Nederland: briefwisseling over het verlangen naar het Franse buitenleven bij uitgeverij Meulenhoff.

Jos Versteegen (geboren in Helden, woonachtig in Amsterdam) studeerde Nederlands en Indonesisch. Hij debuteerde in 1996 met de dichtbundel Voorgoed volmaakt, die werd genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs, gevolgd door Jonge Meesters (1998) en Nachtkermis (2001). Zijn liedteksten voor televisieprogramma Het Klokhuis werden gebundeld in Ik zet mijn tanden in de paus (2001). In 2008 verscheen Slapen bij een warme man, twee jaar later Zijn overhemden op jouw huid. www.josversteegen.nl

Wim Willems is schrijver en hoogleraar Sociale Geschiedenis, in het bijzonder die van Den Haag. Naast zijn wetenschappelijke werk publiceerde hij een reeks autobiografische boeken, waaronder Stadskind (2003) en Stadsblues (2005). Met Tjalie Robinson. Biografie van een Indo-schrijver (2008) won hij de Littéraire de Witteprijs en werd hij genomineerd voor de Nationale Geschiedenisprijs. In de herfst van 2011 verschenen zijn gebundelde Haagse schetsen Het Haagse Gevoel.[/tag]

 

Extaze 1

[tag]Pieter Boskma (geboren in Leeuwarden, woonachtig in Heiloo) debuteerde in 1987 met de dichtbundel Quest. Sindsdien publiceerde hij tien dichtbundels (waarvan Het violette uur (2008) en Doodsbloei (2010) de meest recente zijn), de novelle Een foto van God (1993), het roman-gedicht De aardse komedie (2002), de verhalenbundel Westerlingen (2006) en diverse bibliofiele poëzieuitgaven. Boskma’s werk is vertaald in onder andere het Engels, Frans, Duits, Italiaans en Chinees. In 2006 verscheen Altijd weer dit leven, een keuze uit zijn gedichten, samengesteld en van een nawoord voorzien door Joost Zwagerman.

Wim Brands (Brummen, woonachtig in Amsterdam) debuteerde op twintigjarige leeftijd met gedichten in Hollands Maandblad. Hij werkte als stadsredacteur voor het Leidsch Dagblad, schreef verhalen voor Vrij Nederland en het danstijdschrift Notes, werkt thans als literair verslaggever voor de vpro. Maakt onder meer het tv-programma Boeken. Laatst verschenen bundel: Neem me mee, zei de hond (2010). In januari 2012 verschijnen zijn vijftig beste gedichten in een reeks die wordt geredigeerd door Chrétien Breukers.

Jan Paul Bresser (Wassenaar, woonachtig in Den Haag). Journalist en kunstcriticus sinds 1961. Begonnen bij het Vaderland. Was theaterredacteur en later chef kunstredactie van de Volkskrant. Hij maakte kunstprogramma’s voor de Vara-radio en Vara-televisie. Hij was chef van de redactie Kennis & Cultuur bij het weekblad Elsevier. Presenteerde tot voor kort een culturele talkshow in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. Hij is columnist van de Haagsche Courant. In 2002 publiceerde hij Jaren van verbeelding, een kritische kroniek over veertig jaar culturele journalistiek. In het najaar verschijnt zijn fictiedebuut: de verhalenbundel Het verdriet van Eline.

Tom Dommisse studeerde Natuurkunde en Filosofie in Amsterdam, Leuven, Parijs en Perugia. Hij publiceerde over esthetica, metafysica en politieke filosofie. Werkt als filosoof voor het Kooren­huis, het Koninklijk Conservatorium en in opdracht van diverse Haagse cultuurinstellingen.

Jaap Goedegebuure (Sint Annaland, woonachtig in Den Haag) is hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit Leiden en criticus voor Trouw en Het Financieele Dagblad. Publiceerde sinds 1981 tal van essays over Nederlandse literatuur. In 2010 verscheen van hem Nederlandse schrijvers en religie 1960–2010.

Rob Groenewegen groeide op in Rotterdam. Hij studeerde Nederlandse taal- en letterkunde en legde zich toe op het bestudering van het interbellum. In 2008 bezorgde hij de vierde druk van Jo Otten’s cri de coeur Bed en wereld (1932). Als redacteur is hij verbonden geweest aan de Stichting Menno ter Braak. Deze maand promoveert hij aan de Universiteit Leiden op de biografie Te leven op duizend plaatsen. Jo Otten 1901–1940. Van dit boek verschijnt tegelijkertijd een handelseditie.
Momenteel bereidt hij de biografie voor van de dichter en criticus Victor E. van Vriesland (1892–1974).

Ezra de Haan (Amsterdam) is schrijver, dichter, journalist, radiomaker en redacteur. Hij publiceerde de romans Vonk (1996) en Kermis in de hel (1999). Zijn tweede dichtbundel Scheren zonder spiegel verscheen in 2011, acht jaar na zijn debuut Ik belde mijn muze. Een bundeling van zijn interviews met buitenlandse auteurs verscheen onder de titel Wereldschrijvers (2009).

Jaap Harten (Blaricum, woonachtig in Den Haag) is een van ’s lands meest veelzijdige schrijvers, ‘nu al klassiek en nog altijd modern’. Hij schreef poëzie, proza (waaronder De getatoeëerde Lorelei, 1968), verhalenbundels, een brievenboek (Garbo en de broeders Grimm, 1969) en een biografie (Else Mauhs, de ontvoering van een legende, 1984). Op dit moment werkt Harten aan een vervolg op zijn ‘Lorelei’ (De kapel van Frau Roll) en aan een autobiografie.

Tjibbe Hooghiemstra (Tytsjerk) woont en werkt in Friesland en Ierland.
 Zijn werk is te zien van Leeuwarden tot Keulen en van Tokio tot New York. Ierland is voor hem al jaren zijn tweede vaderland. Een aantal keren per jaar reist hij ernaartoe om aan zijn schilderijen en tekeningen te werken. Hier gaf hij les aan veroordeelde IRA-terroristen in de streng bewaakte gevangenis van Portlaoise. Tegenwoordig doceert Hooghiemstra aan de kunstacademies van Belfast en Dublin. De laatste jaren exposeert hij zijn werk ook buiten Ierland en Nederland. In Tokio heeft hij veel succes. Daarnaast heeft hij in New York een vaste galerie.

Maaike Klaster (Amsterdam) schrijft poëzie. Van haar verschenen eerder gedichten in cultureel gastronomisch magazine Bouillon!, de literaire tijdschriften Nymph en Krakatau en de bloemlezing Zoals een haan een ei legt (2010).

Christien Kok debuteerde in 1986 met de verhalenbundel Het ontbrekende. Daarna verschenen er nog drie romans en twee verhalenbundels, waarvan Verzameld leven (1994) de laatste bundel is. Ze publiceerde twee essays over het werk van Kees Ouwens in De Revisor en Tirade. Tussen 1991 en 1994 was ze redactiesecretaris van De Revisor.

Els (E.M.) Kort is vormgeefster. Haar specialisatie ligt op het gebied van boekomslagen en -typografie. Haar opleiding Grafische en Typografische Vormgeving volgde ze aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Ze ontwerpt voor de Haagse uitgeverij Valerius Pers (o.a. de literaire reeks Haagse deeltjes en Haags Parfum: de stad in honderd romans en verhalen (2006) en werkte voor gerenommeerde internationale kunstuitgevers als Hatje Cantz Verlag (o.a. K.M. Wiegand. Life and work (2006) en Celia (2006) van de kunstenaar Marcel van Eeden).

Ronnie Krepel (Oud-Zuilen, woonachtig te Rotterdam) is beeldend kunstenaar, muzikant en componist en heeft een baan als schuurder/polijster van natuursteen. Hij studeerde aan de Academie Van Beeldende Kunsten in Rotterdam en vestigde zijn Galerie Ron Krepel in Middelburg. Tussen 1986 en 2005 speelde hij in de band Trespassers W en was hij vormgever van diverse bladen, waaronder Mondain Den Haag. In die verschillende kunstvormen en in zijn ambacht raakt hij geboeid door het ongrijpbare van wat voorbij is, de manieren waarop het verleden verschijnt.

Hanz Mirck (Zutphen) studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde in Utrecht. Hij debuteerde in 2002 met de dichtbundel Het geluk weet niets van mij (genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs), gevolgd door Wegsleepregeling van kracht (in 2007 bekroond met de J.C. Bloemprijs) en Archiefvernietiging (2009). Daarnaast publiceerde hij een roman (Het godsgeschenk, 2005), diverse gedichten voor kinderen en vertalingen. Mirck was de eerste stadsdichter van Zutphen. Momenteel werkt hij aan zijn vijfde bundel.

Nina Roos (Groningen) schrijft en tekent. Ze studeerde een aantal jaren Autonome beeldende kunst in Arnhem, Enschede en Amsterdam. Dit najaar verschijnt haar prozadebuut bij uitgeverij De Harmonie.

Leo Samama (Apeldoorn) is componist, musicoloog en programmeur. Gedurende vele jaren is hij werkzaam geweest in het Nederlandse muziekleven, onder meer bij het Residentie Orkest, het Nederlands Kamerkoor en het Concertgebouworkest. Als auteur heeft hij diverse boeken over muziek en het muziekleven op zijn naam staan en bracht hij tal van lezingen op cd uit, waaronder de succesvolle box Klinkende Geschiedenis (2008). Als bestuurslid en adviseur heeft Samama zich voor tal van organisaties ingezet.

Anneloes Timmerije woont afwisselend in Den Haag en Frankrijk. Zij is afkomstig uit de dagbladjournalistiek. Naast haar werk als freelance journalist publiceerde zij de non-fictieboeken De goeie nieuwe tijd (1992), Gemengde gevoelens. Erfenis van twee culturen (1993) en Indisch zwijgen (2002) en enkele korte verhalen in het Optima-nummer Vrijtaal (onder gastredactie van Adriaan van Dis), Vrij Nederland en De Gids. Haar fictiedebuut Zwartzuur (2005) werd bekroond met de Vrouw&Kultuur Debuutprijs 2006 en genomineerd voor de Selexyzprijs voor Literaire Prozadebuten, de Anton Wachter-prijs 2006 en de DebutantenPrijs 2006. In 2010 verscheen haar roman De grote Joseph.

Murat Tuncel (geboren in Kars, noordoost Turkije) woont sinds twintig jaar in Nederland. Hij volgde een opleiding tot leraar basisschool en studeerde vervolgens voor leraar Turks. Murat heeft een paar jaar in het voortgezet onderwijs van Turkije gewerkt en, als journalist, voor diverse kranten en tijdschriften. Hij schreef verhalenbundels, romans en kinderboeken. Drie van zijn werken zijn in Turkije beloond met literaire prijzen. Zijn roman Maviydi Adalet Sarayi is in 2003 in het Nederlands uitgeven door uitgeverij 3C in Arnhem onder de titel Valse hoop. Zijn laatste (historische) roman Inanna (2006) is een groot succes in Turkije.

Karel de Vey Mestdagh (Rotterdam, woonachtig in Wassenaar) is jurist, diplomaat en schrijver. Voor wielrenners ontwierp hij het antropometrische computerprogramma Cyclefit. Hij publiceerde in kranten en tijdschriften over uiteenlopende onderwerpen. In 2003 debuteerde hij als schrijver in het Antilliaanse literaire tijdschrift Kristòf met Het uniform van Debrot. In 2005 verscheen zijn verhalenbundel Onder een hemel van tin (Vorroux), in 2010 gevolgd door de roman Ruwe olie
(In de Knipscheer).

Theo van der Wacht (Delft, woonachtig in Den Haag), was oorspronkelijk stuurman ter koopvaardij. Hij debuteerde op middelbare leeftijd in het Vlaamse tijdschrift Yang. Daarop volgde publicaties van met name gedichten in Poëziekrant, Maatstaf en De Brakke Hond. Voorts verscheen zijn werk in verscheidene bloemlezingen. Samen met tekenaar/schilder Jeroen Hermkens publiceerde hij het bibliofiele boekje De Laatste Stad (2004).[/tag]

 

Extaze 0

[tag]Jan-Hendrik Bakker is filosoof, essayist en journalist bij het Algemeen Dagblad.
Hij promoveerde op de filosofische studie Tijd van lezen. Zijn essaybundel Toewijding handelt over de veranderingen in de literaire cultuur. Voor het openingsessay in de bundel Welkom in Megapolis werd hem in 2007 de Jan Hanlo Essayprijs toegekend.
Met regelmaat publiceert hij in diverse culturele tijdschriften.

Rob H. Bekker (Venlo, woonachtig in Utrecht) is dichter en zanger van de band Zimihc. Hij publiceerde de dichtbundels Later (1988), Staart (1991), De Mond (1995), De gezichtenstalling (2000), De balvirtuoos, eindeloos (2001) en Kruisigingen (2002).

Gilles Boeuf studeerde wijsbegeerte en fotografie. Zijn poëziedebuut verscheen in 1998 bij uitgeverij Perdu. Daarna publiceerde hij dichtbundels bij Meulenhoff en De Contrabas. Met zijn zus Marie Boeuf schreef hij een kinderboek over het leven van zijn grootmoeder. www.boeuf.nl

Peter J. van Dijk (Drachten) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde en geschiedenis en volgde onder meer een cursus prozaschrijven onder leiding van Oek de Jong. Hij publiceerde twee romans die deel uitmaken van zijn romancyclus Het leven in een daad, waarvan dit jaar het derde deel zal verschijnen. www.peterjvandijk.nl

Tom Dommisse studeerde natuurkunde en filosofie in Amsterdam, Leuven, Parijs en Perugia. Hij publiceerde over esthetica, metafysica en politieke filosofie en werkt als filosoof voor het Koorenhuis, het Koninklijk Conservatorium en, in opdracht, voor verschillende Haagse cultuurinstellingen.

Cor Gout is muzikant en schrijver. Muziek maakte hij met diverse groepen en artiesten, maar vooral met zijn eigen band Trespassers W. Bij Aprilis publiceerde hij twee boeken over muziek en bij In de Knipscheer twee verhalenbundels, Noirette en De stilte die volgt op het woord. www.trespassersw.nl

Kees ’t Hart is schrijver en dichter. Hij studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam, werkte in het onderwijs als docent en later als studiebegeleider cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit Nederland. Hij schreef romans, poëzie- en verhalenbundels en een verzameling essays. Tussen 1994 en 1999 was hij redacteur van het literaire tijdschrift De Revisor.

Yolande de Kok (Eindhoven) woont sinds drie jaar in Den Haag. Ze werkt als psychiater bij Parnassia en publiceerde een aantal artikelen over haar vakgebied in het Tijdschrift voor Psychiatrie. Voorts schreef ze Friestalige surrealistische verhalen en (Nederlandstalige) gedichten, onder haar eigen naam en onder het pseudoniem Dolly Valks.

Gertrude Kunze (Leiden) begon pas later met schrijven. Na haar studie Engelse taal- en letterkunde in Leiden gaf ze les op een lyceum. In 2007 verscheen bij uitgeverij IJzer haar verhalenbundel Vandaag misschien, misschien vannacht.

Wim Noordhoek, geboren in Steenwijk en opgegroeid in Den Haag, is radiomaker, journalist en schrijver. Hij publiceerde de verhalenbundels Beromünster (1972) en Natte cel (1978) en de roman Pool (1996) en onder het pseudoniem Alex Mol de verzamelde columns Is daar iemand (1999) en Verlangen naar u (2004).

Didi de Paris (Steenokkerzeel, België). Als performer dichter-romancier-podiumbeest-essayist- blogeur-twitteraar-facebookanier-elektronische verhalenverteller-cybertroubadour penetreert hij al enige decennia vanuit de underground de Schone Letteren. http://didideparis.wordpress.com

Kees Ruys is schrijver van romans en reisverhalen. Hij debuteerde in 1986 bij uitgeverij Van Oorschot met de roman Een afgedragen huid. Sinds 1996 is hij verbonden aan uitgeverij Atlas, waar hij naast enkele romans de eerste drie delen van De randgebieden publiceerde, zijn literaire non-fictiecyclus over Indonesië. Momenteel werkt hij aan een biografie van de schrijfster Aya Zikken (1919). www.keesruys.nl

Kees Schuyt (Leidschendam) is socioloog, jurist en columnist. Hij studeerde sociologie en rechten in Leiden, Oslo en Berkeley en specialiseerde zich in de combinatie van beide: de rechtssociologie. In 2010 publiceerde hij J.B. Charles /W.H.Nagel, 1910–1983 (Balans, Amsterdam).

Nicolette Smabers debuteerde in 1983 met De Franse tuin. Daarna volgden Portret van mijn engel en Chinezen van glas. In 2003 publiceerde ze haar eerste roman: Stiefmoeder en in 2009 de tweede: De man van gas en licht. Tussen 1992 en 2001 schreef ze kinderboeken en in 2001 verscheen een kleine bundel prozagedichten: Het plein Bijzonder en Gewoon. www.nicolettesmabers.nl

Paul Steenhauer werd geboren te Leiden. Hij woonde lange tijd in Den Haag en is tegenwoordig woonachtig in Voorburg. Sedert 1967 is hij werkzaam als beeldend kunstenaar. Zijn werk is te zien geweest in verschillende galeries en musea in binnen- en buitenland. Hij publiceerde gedichten in diverse tijdschriften, o.a. in De Gids.

Wim Willems is schrijver en hoogleraar Sociale Geschiedenis, met name van Den Haag. Naast zijn wetenschappelijke werk publiceerde hij een reeks autobiografische boeken, waaronder Stadskind (2003) en Stadsblues (2005). Met zijn boek Tjalie Robinson: biografie van een Indo-schrijver (2008) won hij de Littéraire de Witteprijs en werd hij genomineerd voor de Nationale Geschiedenisprijs.

Beeld

Marcel van Eeden is schilder en tekenaar. Wat hij afbeeldt is afkomstig uit de tijd vóór zijn geboorte (1965). Daarom werkt hij naar bestaand beeldmateriaal, dat hij vindt in oude tijdschriften, boeken en kranten. De laatste jaren maakt Marcel van Eeden steeds vaker verhalende series die met elkaar samenhangen. Daarmee komt ook een element van fictie het werk binnen. In maart van dit jaar ontving hij de Prix de Dessin 2011 de la Fondation d’Art contemporain Daniel & Florence Guerlain. www.marcelvaneeden.nl

Els Kort is vormgeefster. Haar specialisatie ligt op het gebied van boekomslagen en -typografie. Haar opleiding grafische en typografische vormgeving volgde ze aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Ze werkte zowel voor een kleine Haagse uitgeverij als voor gerenommeerde internationale kunstuitgevers. www.elskort.nl[/tag]

Reacties zijn gesloten.