De buurman van een handelsreiziger, Bart Bruijnen

Van zijn vader wist hij weinig, behalve dat veel mensen zeiden dat hij toonvaster was dan Yoko Ono. Gaandeweg zeiden steeds minder mensen het, omdat Yoko Ono dat via allerlei rechtszaken zeer moeilijk tot haast onmogelijk had gemaakt.
Wat hij ook nog wist van zijn vader was dat hij een winkel met toeters, bellen en kniebeschermers had. Op een goede dag stopte zijn vader met die toeters en bellen om zich alleen nog maar te focussen op kniebeschermers. Het bleek een ferme misstap. Met het nieuwe concept was hij na vijf minuten al failliet. Maar dat kwam niet alleen door de illegale partij papieren wegwerpkniebeschermers die hij iets te hard op de kop had getikt. Nee, het pand liet ineens weten dat er door allerlei achterstallig onderhoud veel werk aan de winkel was, waardoor het werk in de winkel erbij inschoot, met als gevolg een extra lekkage.
En het was allemaal nog wel te verkroppen geweest voor zijn vader als diens buurman niet die dag ook was verhuisd. Vader en buurman hadden in de ruim vier jaar dat ze buren waren niet echt een goede verhouding, maar ze hadden zeker – vooral aan het begin – goede momenten gekend. Vader had gewoon tijd nodig om eroverheen te komen, het idee los te laten dat hij de ware buurman was kwijtgeraakt. Dus ging hij met iedereen over zijn gevoelens praten. Stuk voor stuk verhuisde iedereen om maar niet meer met hem over zijn gevoelens te hoeven praten.
Van zijn opa wist hij dat hij de grondlegger was van een reeks geografische wetten, waarvan de meest bekende: om de territoriale hoedanigheid van een planeet te veranderen is een sociaal of fysisch verschijnsel nodig. Zo’n verschijnsel kan uitwendig zijn (bijv. klimatologische omstandigheden) of inwendig (bijv. met behulp van esoterische vierkantjes en theosofische driehoekjes).
Het leverde hem uiteindelijk geen roem op. Ook toen hij probeerde om met dezelfde inzet faam te krijgen, kwam hij van een koude, veel te dure kermis thuis. Lof lukte ook niet. Eer kon hij op zijn buik schrijven. Aanzien kon hij eveneens niet het zijne maken. En toen hij uiteindelijk voor het verwerven van glorie idem dito nul op zijn rekest kreeg, vond hij dat het aardoppervlak voortaan de tering kon krijgen. Met die stelling won hij in de wereld van de geografische wetenschappen een bescheiden prijs, die hij thuis in zijn schouw bewaarde, waarna hij zich toelegde op het opzettelijk doden van dieren om het opzetten van die dieren door zijn buurman, die toevallig taxidermist was en graag dieren droeg, te vergemakkelijken.

Van zijn overgrootvader wist hij dat hij alleen dochters had. (Danig intelligent waren die dochters overigens niet, maar ze waren in ieder geval opgetogen dat ze geen meisjes waren.) Grootvader was sowieso zijn tijd ver vooruit. Zo was hij een van de eerste neo-analfabeten. Toen hij als jongeman ooit in onweer en bliksem buiten liep en twee keer dezelfde weg insloeg, kwam hij tot het inzicht dat geletterdheid rijmde op ijdelheid. Hij zwoer het alfabetisme af en bleek een natuurtalent: binnen twee weken had hij het zichzelf aangeleerd om niet meer te kunnen lezen en schrijven. In de media werd daar toen veel aandacht aan besteed, maar overgrootvader bewaarde de verkeerde krantenknipsels, dus zijn plakboek voor het nageslacht bleek achteraf een andere dan de bedoelde waarde te hebben. In die tijd ging hij vaak met zijn buurman, ook een neo-analfabeet, met vakantie. Het kwam dan voor dat ze in een hotel moesten logeren dat niet om over naar huis te schrijven was. Voor hen geen probleem. Ze reisden dan gewoon terug naar huis om er niet over te vertellen. Zo bewezen ze dat ongeletterdheid geen enkele belemmering hoeft te zijn voor een normaal leven. Waar ze ook waren verdienden ze prima de kost. Overgrootvader was accountant en buurman had het mooie, oude en vergeten beroep van spiegelverzorger. Als hij je spiegel zo eens per jaar weer helemaal netjes afstelde, had je er daarna geen omkijken meer naar. Later bleek dat overgrootvader helemaal geen buurman had, maar al die tijd zijn spiegelbeeld daarvoor had aangezien.
En dat is maar goed ook, want volgens zijn vader had die buurman maar een slechte invloed op hem. Buurman’s vader schreef hier nog een tot op de dag van vandaag veel voorgelezen factuur over.

 

 

Dit bericht is geplaatst in Columns, Home, Proza en getagd, . Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.