In de sportschool, door Christian Oerlemans

In de sportschool voel ik mij niet op mijn plaats. Bewegen is gezond, dat geef ik toe, maar zinloos bewegen is op z’n zachtst gezegd saai, om niet te zeggen dom. Lopen op een zich voortrollende lap rubber is tijdverspilling, want je loopt wel maar komt niet vooruit. Vroeger deden alleen domme dieren dit, zoals witte muizen in zo’n loopmolentje. Goed, men doet het om wat aan de fysieke vorm te werken. Bijvoorbeeld om af te vallen, dit laatste vooral, want de obesitas slaat hard toe dankzij onze voedselindustrie. Coca Cola en Unilever propageren nu bewegingsprogramma’s om de aandacht af te leiden van hun verwerpelijke suikerstrategie. Overal suiker in doen, hoe zoeter hoe lekkerder en hoe beter het verkoopt. Ik las eens dat in gewoon brood al ruim 3% suiker zit. De mens is een zoetekauw. Dat is goed voor de sportschoolondernemers. En voor de tandartsen natuurlijk. Veel vette figuren in de sportschool, die op advies van de therapeut naar hun ideale gewicht fietsen of lopen of rekken en strekken. Zelden echte sportievelingen gezien, ik bedoel afgetrainde lijven met bonkige gewrichten tussen de spierbundels. Ik kom wellicht niet in de juiste – of de echte – sportschool, die ook wel krachthonk wordt genoemd. Daar zou ik mij trouwens ook niet op mijn plaats voelen. Het grappige is dat de dikke mevrouwen en de buikige mannen wel in sport-ornaat gekleed gaan, alsof het aantrekken van de sportbroek al een louterend effect heeft. Er is ook een gezette moslima aanwezig en daar heb ik het wel mee te doen, want over haar sportbroek draagt ze een lange jurk die op een jas lijkt, plus natuurlijk haar hoofddoek van waaronder zij kleine straaltjes inspanningsvocht op de loopband morst. Genoeg hierover, ik ga het ook niet meer hebben over die oude moeilijk lopende dames die op de fiets worden gehesen. Zou het nog helpen? Halverwege mijn leeftijd heb ik het ook eens een jaartje volgehouden; de sportschool bedoel ik. Opstrakken, aan je conditie werken. Maar ook toen kon ik mezelf niet blijvend motiveren. Zonde van mijn tijd. Net als zonnebaden, of erger nog op de zonnebank je tijd verdoen. Bovendien ben ik niet dik. Een vriendin wil minstens honderd worden en werkt daar aan, door elke ochtend haar lichaam een uur lang in bochten te wringen en een ascetisch dieet te volgen. Wie wil er honderd worden?
Regelmatig – ja we worden niet alleen dikker, maar ook ouder – zie je in de krant foto’s van honderdjarigen die in de bloemetjes worden gezet. Op radio en televisie vertellen ze hoe ze het voor elkaar hebben gekregen. Valt mij altijd weer op dat dit geen ingewikkelde, laat staan intellectuele verhalen zijn. Het is gewoon vanzelf gebeurd, door elke dag door te gaan met wat ze gisteren deden. Geen sportschool aan te pas gekomen,laat staan een dieet. Ja, zuinigheid en vlijt, dubbeltjes omdraaien en geen gekkigheid, dat helpt. Valt mij ook op dat die oudjes nooit dik zijn. Hebben denk ik ook nooit van obesitas gehoord; ik ken dat woord zelf pas een kleine twintig jaar.
Zag onlangs een foto in de krant van een man die honderdtien jaar oud is. Die heeft van héél veel dingen nooit gehoord, want hij komt uit Afghanistan. Een vluchteling ja, na een maand reizen aangekomen in het beloofde Duitsland, in Beieren. Waar je volgens mij veel bierbuiken ziet, maar dat is natuurlijk een vooroordeel. Helaas kan deze oude Afghaan niet zien wat welvaart is, want hij is blind. En de beloften van een betere wereld hoort hij ook niet, want hij is ook doof. Dat gebeurt als je ouder wordt, veel ontgaat je dan. Voornoemde vriendin zegt dat je ook je ogen en oren kunt trainen, daar zijn cursussen voor. Maar natuurlijk niet in Afghanistan. De oude man loopt ook moeilijk, want er staat bij dat hij vrijwel de hele weg gedragen werd door zijn familie. Denk je eens in hoe vreselijk en dreigend het leven om je heen moet zijn om als familie, met medeneming van je grootvader van honderdtien, op de vlucht te slaan. Een máánd onderweg. Alles achterlaten.
Dat soort dingen denk ik dan als ik eens een keertje doelloos voortloop op de loopband in de sportschool.

Dit bericht is geplaatst in Column Oerlemans en getagd, , , . Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.