Mijn helden, door Joris Lenstra

Wat hadden ze het vaak over de vrije liefde, mijn helden. Ze zongen erover in hun liedjes die langer mochten duren dan drie minuut twintig. En wat waren ze oprecht.
Ze verdwenen voordat ik geboren werd. Ze stierven jong of werden oud. Ze verrieden hun afkomst. Ze gingen zich anders gedragen.
Toen ik jong was als zij, toen het mijn beurt om te spreken was, toen mijn generatie eraan kwam, zweeg ik over de vrije liefde. Ik liep platenzaken binnen, kocht hun muziek, luisterde ernaar en ging erover schrijven.
Ze zongen over onze wereld… dat die beter kon en verbeterd kon worden. Over een nieuw tijdperk. Over de mystiek van de astrologie. Over de eeuwenoude kennis in onszelf. Evolueerden we of degenereerden we? We moesten vooral met z’n allen vrij zijn.
Nadat ik al hun liedjes had gehoord en hun harmonieën had nagezongen, werd het stil op mijn kleine zolderkamer. Ik opende een biertje, draaide een tweede jointje,  keek naar buiten en richtte snel weer mijn blik naar binnen.
Ik liep over de krakend houten vloer. Het huis kreunde. Ik dacht terug aan de tijd dat mijn helden nog mensen waren. Aan hun optimisme. Ik dacht terug aan een wereld die zich nog verbeteren liet.

Dit bericht is geplaatst in Columns. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.