Grenzen, Artien Utrecht

omslag Exit West

Mohsin Hamid, Exit West, Londen 2017 (Hamish Hamilton, Penguin Random House UK).
Mohsin Hamid, Exit West, Amsterdam 2017 (De Bezige Bij), vertaling door Saskia van Lingen.

Exit West lezen

Al eeuwenlang trekken mensen over grenzen heen, en dat zullen ze blijven doen. Grenzen tussen regio’s, tussen stad en land, tussen landen, tussen continenten.  Grenzen worden bedwongen in de vlucht uit een oorlog, armoede en andere ellende, ze worden overgestoken op zoek naar werk, naar geluk, naar iets nieuws, naar verandering. Grenzen oversteken is verandering. Deze bewering klinkt nogal clichématig, maar uitwerking van de betekenis ervan in een fictieve setting hoeft dat niet te zijn. De roman Exit West van de Pakistaanse schrijver Mohsin Hamid is een goed doorwrocht verhaal dat de lezer uitnodigt na te denken over hoe individuen migratie ondergaan.

In dit fijnzinnige liefdesverhaal vluchten Nadia en Saeed uit hun niet bij naam genoemde land wanneer een geleidelijk oplaaiende burgeroorlog hen letterlijk dreigt in te sluiten. Op zoek naar een veilig heenkomen begint een langdurige vlucht waarin zij achtereenvolgens terechtkomen op het Griekse eiland Mykonos, in Londen en in Californië. Van plek naar plek bewegen de twee hoofdpersonen zich door deuren die openslaan voor vertrek en weer dichtgaan als ze zijn gearriveerd. De bewust gekozen metafoor van deuren zuigt de lezer naar de plekken van aankomst, de ellende van de overtocht wordt hem bespaard. Op die plekken worden dagen, weken van betrekkelijke rust afgewisseld door episoden van grimmig geweld van anti-migranten extremisten. Het lukt Nadia en Saeed om lange tijd bij elkaar te blijven in situaties van voortdurende angst, onzekerheid, hoop en wanhoop. In Londen wordt voor het eerst gewag gemaakt van plaatselijke bewoners – de natives – waarmee het vluchtelingenpaar op verschillende manieren te maken krijgt. Hoezo natives? Ik moet de term even tot me laten doordringen: natives, dat zijn hier dus Londenaren.

Bij het woord natives schieten bij mij allereerst beelden voorbij van gehavende stukken gekapt bos in de Amazone of Borneo, waar een nietsontziende bulldozer de aanleg van een nieuwe mijnbouwlocatie of palmolieplantage aankondigt. Natives zijn de volken die sinds onafzienbare tijd deze contreien hebben bewoond en nu hardhandig van hun cultuur en leefgebied worden beroofd. Natives zijn de in kleurige traditionele kleding gestoken mannen en vrouwen die in de burelen van de Verenigde Naties het recht op hun natuurlijke habitat komen opeisen. Ik moet toegeven dat dit wel een hele specifieke associatie met het woord natives is, een verband dat ongetwijfeld is gevormd door mijn eigen (beroeps)ervaring: jarenlang beheerde ik steunprojecten voor belangenorganisaties van natives in vooral het zuidelijke halfrond. Daardoor kan het woord mij, wanneer ik het in een hele andere context tegenkom, soms vreemd in de oren klinken.  Deze associatie met de oorspronkelijke bevolking van bedreigde tropische oerwouden maakt ook dat ik geneigd ben het woord native te vertalen als ‘inheems’.

Inheemse volken,  zo worden zij ook aangeduid in Nederlandse vertaling van internationale mensenrechtenverdragen. Zo zal het ook wel in het woordenboek staan, denk ik.  Of beter gezegd, dacht ik. Want tot mijn lichte verbazing geeft het woordenboek aan dat de termen ‘inheems’ en ‘uitheems’ toch vooral worden gebruikt voor planten, dieren en taal. Voor de aanduiding van mensen is het woord ‘inheems’ in onbruik geraakt, zo suggereert Van Dale, het werd vroeger gebruikt voor de inwoners van de voormalige koloniën, synoniem aan ‘inlander’ en ‘inboorling’.  Zie daar de directe connotatie van het woord met exotisch, wild en primitief.  Zo bezien is ‘inheems’ een denigrerende term geworden, die niet meer van deze tijd en niet meer politiek correct is.  Nu raak ik toch benieuwd naar hoe de term natives  in de Nederlandse versie van Exit West is vertaald. Ik vind een exemplaar en sla het open, op zoek naar de Londen-episode van het verhaal. Hier worden Nadia en Saïd (Saeed) belaagd door een ‘meute woedende autochtonen’, zo lees ik.  Ach ja natuurlijk,  dat is het.  Met dit woord ontstaat niet het idee van in de grootstedelijke omgeving van Londen misplaatste natives, er lopen geen primitieve inheemsen in de stad rond, maar we hebben te maken met ‘beschaafde’ autochtonen. Aan de termen autochtoon en allochtoon zijn we na zo’n twintig jaar debatteren over migratie immers behoorlijk gewend geraakt, het recent ingevoerde en de nóg politiek correcter geachte term ‘mensen met een migratieachtergrond’ raakt niet gauw ingeburgerd.

De schrijver van Exit West heeft het ook over nativists.  Ik herlees de passages over wat Nadia en Saeed overkwam in Londen, ik lees dat waar in de Nederlandse versie van de roman de ‘meute woedende autochtonen’ in beeld komt, de schrijver het minder vaak over natives heeft maar des te vaker over nativists.   ‘…. when they heard shouting up ahead and saw people running, and they realized that their street was under attack by a nativist mob.’  En verderop, waar de spanning begint te stijgen: ‘…. (they) heard it said that nativist extremists were forming their own legions, with a wink and a nod from the authorities,….’  De aanvallende meute is dus er niet een van natives, maar van nativists.  Zij vormen hun eigen troepen, notabene onder toeziend oog van de politie.  Het onderscheid tussen de twee termen lijkt mij nogal belangrijk. Het ontbreken ervan in de Nederlandse vertaling van de roman – het onontkoombaar ontbreken, denk ik, want de taal biedt dat onderscheid niet – ontneemt de lezer een herkenning van diversiteit binnen de autochtone gemeenschap. Niet alle natives gedragen zich op dezelfde manier, niet alle van hen zijn hetzelfde, niet alle van hen denken op dezelfde manier. Ik wil weten hoe de term nativist  gedefinieerd is en kom in het Oxford Concise Dictionary het daaraan gerelateerde woord nativism tegen. Het woordenboek geeft er drie betekenissen aan, die alle ‘het eigene’ in lokale tradities benadrukken: terugkeer naar ‘het eigene’ en/of bescherming van ‘het eigene’ tegen indringers. Het lijkt me duidelijk. Als we nativism als een soort ideologie zien zijn de nativists als drager ervan verre van ‘neutrale’ natives,  ze zijn per definitie xenofobisch, ze zullen alle wegen bewandelen om wat zij zien als hun lokale tradities te beschermen.

Hoe bezien de hoofdpersonen in de roman de woedende autochtone meute?  Nadia ervaart de meute als een vreemde en gewelddadige volksstam (tribe),  die uit is op vernietiging van alle nieuwkomers, die van haarzelf en Saeed incluis. De autochtonen die furieus roepen om een volledige slachting is wat Nadia het meest raakt, temeer omdat ze hierin de uitzinnige woede van de militanten in haar eigen stad en land herkent. Zittend op hun bed als enige thuisplek dat ze hebben, wisselen Nadia en Saeed hardop hun gedachten hierover.   Saeed wondered aloud once again if the natives would really kill them, and Nadia said once again that the natives were so frightened that they could do anything. ‘I can understand it,’ she said.  ‘Imagine if you lived here. And millions of people from all over the world suddenly arrived’. ‘Millions arrived in our country, ‘ Saeed replied. ‘When there were wars nearby.’ ‘That was different. Our country was poor. We didn’t feel we had much to lose.’ 

Ligt dáár het verschil in gewelddadigheid van de autochtone bewoners, namelijk in de mate waarin zij het gevoel hebben iets te moeten weggeven – ‘iets’ dat misschien te maken heeft met een zekere staat van welzijn? Wordt de woede groter naarmate men het gevoel heeft méér te moeten verliezen?  In de media klagen populisten en populistisch denkende mainstream politici vaak dat met de toevloed van, vooral niet-westerse migranten het verlies van ‘onze westerse identiteit’ voor de deur staat. En ook al zeggen ze met die identiteit allereerst de heersende normen en waarden te bedoelen, omvat dit natuurlijk het geheel aan elementen waar de hedendaagse westerse leefwijze uit bestaat. Denk daarbij aan alle genoegens die bij het bereikte niveau van welvaart en welzijn horen: de aangename koopkracht, de comfortabele woningen, de overvloed aan voor de burger bereikbare consumptieartikelen, de ongecensureerde pers, de vrijheid om te zeggen en doen wat men wil, en ga zo maar door.  De angst dat die grote groepen indringers al deze genoegens van ‘ons beschaafde burgers’ komen afpakken sluimert voortdurend. Het kost weinig moeite om deze voor korte termijn politieke doeleinden tot woede-uitbarstingen op te zwepen.    

Maar angst, doodsangst beheerst ook de nieuwkomers. De hoofdpersonen in Exit West die het oorlogsgeweld in eigen land ontvluchtten geraken in Londen al gauw in een even dodelijke hel waar de oproer van de autochtone menigte wordt gevolgd door de inzet van gewapende soldaten, tanks, helikopters en drones. Rondvliegende kogels houden hen dagenlang gevangen op hun schuilplaats. Het komt hun ter ore dat volledig geoutilleerde militaire en paramilitaire eenheden uit diverse hoeken van het land zijn aangerukt om hun wijk, die inmiddels is uitgegroeid tot een migrantengetto, tot op de laatste steen weg te vegen. De elektriciteit in hun wijk valt uit.  Alleen het telefoonnetwerk doet het, dit dankzij het technisch vernuft van een ondernemende medemigrant die een enkel verbindingspunt wist open te houden. Verkrampt blijft Saeed in het donker turen naar het beeldscherm van zijn mobieltje. Hij smacht naar bericht over zijn vader, zou hij nog in leven zijn? Of is ook hij, net als zijn door een granaat getroffen moeder, inmiddels omgekomen in de alles vernietigende razernij van de rebellen in zijn thuisland?

Toch biedt Exit West niet alleen een opeenstapeling van beproevingen. In het verhaal volgen angst, frustratie, hoop en nieuwe horizonten elkaar op. Het wekenlange straatgeweld in Londen luwt en maakt plaats voor een zich voorzichtig uitrollend leven van werk en voorbereidingen op lokale inburgering. Wel blijft het moeizaam. Totale uitputting door de lange afstompende werkdagen en blijvende onzekerheid drijven Nadia en Saeed tot apathie. Het gebrek aan contact met de burgers van het land en de beklemmende onzichtbare blik van een constant wakend oog op hun doen en laten maken hen volledig murw. Als zij horen dat er nieuwe deuren opengaan, beslissen ze om op te stappen. Dit keer komen zij aan in Marin bij San Francisco. Marin blijkt een onmetelijke shanty town te zijn, tot een bewoonbaar oord gevormd door zijn enorme culturele mix van bewoners. In Marin heerst armoede maar ook een zeker optimisme. In de chaos van Marin ruimen Nadia en Saeed een leefplek in, ieder op eigen wijze. Na enige tijd zien zij in de verte langzaam een lichtpuntje verschijnen.   ‘….. while changes were jarring they were not the end, and life went on, and people found things to do and ways to be and people to be with, and plausible desirable futures began to emerge, unimaginable previously, but not unimaginable now, and the result was something not unlike relief.’          

Optimisme en hoop, ook hiertoe lijkt Exit West de lezer aan te sporen. Niet ter wille van een feel good ervaring maar eerder om te benadrukken dat de geglobaliseerde wereld voortdurend in beweging is. En beweging stemt hoopvol. Door de voortschrijdende technologie gaan die bewegingen wel steeds sneller, waardoor afstanden als het ware krimpen. Misschien kan de metafoor van deuren in de roman ook als symbool van die ingekrompen afstanden worden gezien, immers met slechts één stap door de deur is een afstand van duizenden kilometers overbrugd. Sprekende over versnelde beweging in het tijdperk van globalisering vraag ik me af hoe deze ontwikkeling te rijmen valt met de neiging van velen van ons tot horizonvernauwing. Ontrolt zich hier niet een vreemde paradox? Het lijkt erop dat terwijl we als het even kan er flink op los reizen, de wereld rond, zodra we teruggekeerd zijn in onze woonplaats deze wereld liever versmald zien tot ons eigen huis en tuin. Misschien gaat de bewegingssnelheid om ons heen sneller dan we kunnen bevatten en klampen we ons, als reactie, vast aan strohalmpjes uit het verleden toen de wereld nog zo groot leek dat we ons nog ongestoord baas in eigen huis konden wanen.

Wanneer we naar binnen gekeerd raken lijken we ook te willen vergeten dat die snelle bewegingen om ons heen niet alleen onszelf dreigen te treffen, maar tegelijkertijd op honderden of wel duizenden andere plekken plaatsvinden. Hieraan worden we in Exit West op krachtige wijze herinnerd. Terwijl Nadia en Saeed hun hoop putten uit iedere kleine verandering die hen van dag tot dag tegemoet treedt, vuurt de schrijver korte beelden van taferelen elders in de wereld op de lezer af. Een donkere man in Sydney die op zijn vlucht voor een dodelijk straatgevecht een huis binnendringt waar een vrouw ligt te slapen. Een man in de Tokiose commerciële wijk Sinjuku die twee Filippijnse hoertjes achtervolgt, zijn vingers trommelend op het metalen voorwerp in zijn broekzak. Iemand die door de lens van een veiligheidscamera kijkt gericht op een vader, moeder en twee kinderen, vermoedelijk Tamils, die verdwaald rondlopen in het woestijnzand van een luxe badplaats in Dubai. In deze taferelen lijken haat, angst en verlorenheid te domineren. Maar de auteur schetst ook taferelen waar het geluk overheerst. Zoals die van  een oudere Amsterdammer die een zwervende, even oude en gerimpelde Braziliaan uitnodigt op het achterbalkon van zijn appartement aan de Prinsengracht en daarmee zijn liefde vindt.

Met het laatste voorbeeld lijkt de schrijver te willen suggereren dat bij de tegenwoordig verschrompelde afstanden ook liefde en geluk binnen handbereik liggen. Liefde en geluk, en niet alleen ongewenste confrontaties met de ander. Of erger, onheil. Om het gevreesde onheil van het verlies van de ‘eigen identiteit’ te weren wordt overgegaan tot het versterken van grenzen.  Hiermee is een andere paradox geboren: terwijl grenzen wegens de steeds kleinere afstanden vervagen, wordt alles in het werk gesteld om nieuwe grenzen te trekken. Nieuwe scheidslijnen verschijnen en oude worden opgewaardeerd, zo getuigt de bouw van  muren en hoge hekken in verschillende vormen en van allerlei afschrikwekkende materialen. De in Jordanië geboren kunstenaar Lawrence Abu Hamdan vermeldt in zijn video-installatie Walled Unwalled dat sinds het jaar 2000 het aantal landen met bemuurde grenzen is gestegen van vijftien tot drie-en-zestig. Maar hij laat ook zien dat met de juiste technische apparatuur steeds beter dwars door muren heengekeken en –geluisterd kan worden. Dankzij de voortschrijdende hightech worden fysieke muren steeds meer transparant en geluid-doorlatend.  De vraag rijst dan in hoeverre en voor hoelang deze muren en hekken het dreigende, al dan niet denkbeeldige, onheil buiten de grens kunnen houden. Misschien dat daarom ook andere dan fysieke grenzen in zwang zijn en blijven?  Virtuele muren bijvoorbeeld in de vorm van wetten en regels, die vervolgens moeten worden nageleefd door, ja toch wel weer fysieke elementen: controleposten, patrouillerende troepen politie en leger, lijfelijke straffen bij overtreding.

De hoofdpersonen in de roman Exit West nemen actie, leggen de bouwstenen voor een nieuw leven, werken zich met moed door de tegenslagen heen, reiken uit naar de samenleving waarin ze in zijn beland. Ze proberen de daarmee gepaard gaande veranderingen te sturen en zelf vorm te geven. Want waar beweging is, is hoop.

Geraadpleegde literatuur:
Roos van der Lint, ‘Vogels kijken in het donker, Ontmoeting met Lawrence Abu Hamdan,’ in De Groene Amsterdammer, 17 mei 2018, en  http://www.artdubai.ae/abraaj-group-art-prize-2018/

 

 

 

 

 

 

 

 

Dit bericht is geplaatst in Essays, Home, Recensies en getagd, , , , , , , , , , . Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.